nr. 24
AMENDEMENT VAN DE LEDEN KANT EN VENDRIK TER VERVANGING VAN
DAT GEDRUKT ONDER NR. 191
Ontvangen 16 september 2004
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 74 komt als volgt te luiden:
Het bedrag van de boete wordt bepaald door de toezichthouder, met dien
verstande dat de boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste € 900 000
bedraagt, of, indien dat meer is, 10% van de omzet van de onderneming.
II
Artikel 76, tweede lid, komt als volgt te luiden:
2. In afwijking van afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht,
stelt de toezichthouder de betrokkene in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk
of mondeling zijn zienswijze naar voren te brengen voordat de boete wordt
opgelegd, tenzij het een overtreding betreft waarvoor op grond van artikel
74 een boete is opgelegd die ten hoogste € 907 bedraagt, of, indien
dat meer is, 0,104 % van de omzet van de onderneming.
III
De bijlage bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Wet financiële
dienstverlening vervalt.
Toelichting
Dit amendement beoogd de maximale boete te verhogen van € 900 000
naar, indien dat meer is, 10% van de omzet. Voor relatief kleine overtredingen
waarvoor relatief kleine boetebedragen worden opgelegd is net als in het huidige
artikel 76 voorzien dat hiervoor een vereenvoudigde procedure kan worden gevolgd.
Dit amendement wijzigt het systeem van vaste boetebedragen in een systeem
van maximale boetebedragen.
De voorgestelde maximale boete is gelijk aan hoogte van de maximale boete die de NMA momenteel kan opleggen voor overtreding van de mededingingswet.
De boetes die de AFM in het wetsvoorstel kan opleggen hebben een voornamelijk
symbolisch karakter. Hogere boetes komen de naleving ten goede.
Kant
Vendrik