29 505
Scheepsbouwsector

nr. 8
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2004

Op 30 juni jl. heeft de Europese Commissie uitspraak gedaan in zes Nederlandse scheepsbouw matchingzaken. Het betreft hierbij het voornemen van mijn voorganger in 2002 om door de werven aangevoerde Spaanse rentesteun te matchen. De Europese Commissie heeft Nederland verboden tot uitbetaling in de matchingzaken over te gaan.

De Commissie stelt dat matching binnen de Europese Unie niet is toegestaan omdat het in strijd is met de grondbeginselen van het Europees recht. De Nederlandse matchingregeling1 waar Nederland een beroep op deed om de steun te kunnen verlenen, is goedgekeurd door de Commissie in 1992 en in 1997. De Commissie stelt nu dat deze goedkeuring nooit betrekking heeft kunnen hebben op matching binnen de EU. Deze lezing wordt door mij niet onderschreven. De Commissie concludeert voorts dat er geen uitzonderingen denkbaar zijn op grond waarvan de voorgenomen steun zou kunnen worden goedgekeurd. Volgens de Commissie zijn er geen andere mogelijkheden om de voorgenomen steun goed te keuren.

In mijn contacten met de Commissie heb ik aangegeven dat het niet in de eerste plaats aan lidstaten is om op te treden tegen concurrentieverstoringen binnen de EU.

De verantwoordelijkheid ligt hiervoor immers bij de Europese Commissie zoals ook gebleken is uit een recente beschikking van de Commissie inzake de Spaanse Scheepsbouw.

Desalniettemin ben ik van mening dat in deze zes matchingzaken volledig in lijn met bestaande, goedgekeurde, regelgeving is gehandeld. De betreffende matchingregeling is door mij in 2003 en 2004 overigens niet meer toegepast en er is inmiddels ook geen budget meer voor gereserveerd.

De financiële gevolgen van de negatieve beslissing door de Europese Commissie worden door de werven als ernstig beschouwd. De werven zijn bij het afgeven van het voorlopige subsidiebesluit gewezen op het voorbehoud van goedkeuring door de Europese Commissie. De wervenhebben evenwel op een positieve uitkomst geanticipeerd en zijn begonnen met de bouw van een deel van de schepen.

Ik beraad mij over de uitspraak van de Commissie en zal hierover contact houden met de sector.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C. E. G. van Gennip


XNoot
1

Besluit van 27 november 1997, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies ter zake van exportfinanciering (Besluit subsidies exportfinancieringsarrangementen), Stb. 1997, 615.

Naar boven