29 502 Toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse postsector

Nr. 54 MOTIE VAN DE LEDEN BRAAKHUIS EN HAMER

Voorgesteld 20 januari 2011

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat er nog steeds geen toename is van het aantal postbezorgers werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst;

constaterende, dat de heer Vreeman voorstellen heeft gedaan die het mogelijk maken om arbeidsovereenkomsten te financieren en garanderen, maar concrete invulling overlaat aan de sociale partners;

overwegende, dat het verleden bewezen heeft dat zelfs een AMvB-dreiging boven de markt niet tot resultaten heeft geleid;

overwegende, dat nogmaals drie maanden onderhandelen langer uitstel van sociale arbeidsvoorwaarden en meer onzekerheid voor de postbodes betekent;

verzoekt de regering om een nieuwe AMvB uiterlijk per 1 april 2011 in werking te laten treden, opdat een fonds conform de aanbevelingen van de heer Vreeman wordt opgericht, met een concrete financiële doelstelling die leidt tot een nieuw ingroeipad met als einddoel dat uiterlijk 31 december 2012 80% van de postbezorgers een arbeidsovereenkomst heeft, en de Kamer schriftelijk te berichten over de te nemen stappen en deze AMvB voor inwerkingtreding aan de Kamer voor te leggen;

verzoekt de regering voorts, de ontwikkelingen te monitoren en de Kamer halfjaarlijks hiervan op de hoogte te stellen en onmiddellijk actie te ondernemen wanneer blijkt dat de 80% niet gehaald lijkt te worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Braakhuis

Hamer

Naar boven