29 502 Toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse postsector

Nr. 109 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 maart 2013

Tijdens het Algemeen Overleg op 22 november 2012 (Kamerstuk 29 502, nr. 108) en het Voortgezet Algemeen Overleg op 28 november 2012 (Handelingen II, 2012/13, nr. 28, item 8, blz. 83–86) heb ik met uw Kamer gesproken over de postmarkt. Daarbij heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de uitkomsten van mijn gesprekken met marktpartijen over de nettokostenproblematiek op de postmarkt. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.

Tijdens de gesprekken heb ik PostNL bereid gevonden haar verzoek tot vergoeding van nettokosten in te trekken. Om te borgen dat de universele postdienst (UPD) in stand blijft, dient de UPD-verlener de UPD te kunnen aanbieden op een economisch verantwoorde wijze tegen een wettelijk vastgelegd rendement. Naar aanleiding van mijn gesprekken acht ik het noodzakelijk om nadere maatregelen te treffen om de kostendekkendheid en betaalbaarheid van de UPD te waarborgen. Daarbij overweeg ik aanpassingen in het geheel van UPD-verplichtingen en van de tariefregulering, waarbij de huidige systematiek van de kostentoerekening op basis van de Postregeling als uitgangspunt geldt. Ik zal deze maatregelen verder uitwerken en integreren in de aan uw Kamer toegezegde toekomstvisie op de postmarkt, die ik u begin mei zal sturen. Onderdeel van deze uitwerking is doorrekening van de maatregelen door OPTA om vast te stellen of ze daadwerkelijk noodzakelijk zijn om de kostendekkendheid van de UPD te borgen en om vast te stellen dat de concurrentieverhoudingen op de postmarkt voldoende blijven geborgd. Voor de korte termijn denk ik aan het vergroten van de tariefruimte per 1 juli 2013. Mits de uitkomsten van de doorrekening door OPTA hieraan niet in de weg staan, zou de postzegelprijs per 1 juli 2013 circa € 0,06 kunnen stijgen. Mocht een verdere tariefstijging nodig blijken dan is deze op zijn vroegst per 1 januari 2014 aan de orde.

De minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven