29 499
Wijziging van de Wet werk en bijstand en enige andere wetten in verband met een aantal technische verbeteringen en het herstel van enkele omissies in de Invoeringswet Wet werk en bijstand

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL

Ontvangen 1 juni 2004

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel V, onderdeel D, komt te luiden:

D

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Zodra het inkomen van de kunstenaar en zijn gezin over het kalenderjaar waarin uitkering is verleend, bekend is» vervangen door «Uiterlijk in het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de uitkering is verleend en binnen acht weken nadat de kunstenaar de benodigde gegevens heeft verstrekt» en wordt na «onder verband van hypotheek» ingevoegd: of verpanding.

2. Onder vernummering van het tweede tot en met het vijfde lid tot het derde tot en met zesde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

2. De inhoudingsplichtige verstrekt gelijktijdig met zijn gegevensverstrekking aan de inspecteur bedoeld in artikel 101 van de uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 aan de kunstenaar een jaaropgave.

Toelichting

Kunstenaars die gebruik maken van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (WIK) hebben voor hun belastingaangifte een inkomstenverklaring nodig van de gemeente met daarin de afgedragen belasting door de gemeente. Dit amendement regelt dat de gemeenten verplicht zijn om binnen een maand na het beëindigen van het kalenderjaar, voor diegene die in dat kalenderjaar een WIK-uitkering heeft, een jaaropgave af te geven van de genoten inkomsten en de daarover afgedragen inkomstenbelasting. Voorts regelt dit amendement dat de uitkering binnen 8 weken definitief is vastgesteld en bij beschikking aan de kunstenaar bekend wordt gesteld.

Noorman-den Uyl

Naar boven