29 483
Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met het invoeren van een no-claimteruggaaf voor verzekerden die geen of weinig gebruik hebben gemaakt van zorg waarop ingevolge die wet aanspraak bestaat

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2004

Ingevolge artikel 33, derde lid, van de Wtz 1998 dient de zakelijke inhoud van een voordracht tot het vaststellen van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden dertig dagen voorafgaande aan de voordracht schriftelijk te worden meegedeeld aan beide Kamers der Staten-Generaal. Gelet op deze wettelijke voorhangprocedure deel ik u het volgende mede.

Bij koninklijke boodschap van 22 maart 2004 is het voorstel van wet tot wijziging van de Ziekenfondswet in verband met het invoeren van een no-claimteruggaaf voor verzekerden die geen of weinig gebruik hebben gemaakt van zorg waarop ingevolge die wet aanspraak bestaat, aan de Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2003/04, 29 483, nrs. 1–2). Dit wetsvoorstel strekt ertoe de Ziekenfondswet (ZFW) te wijzigen ten einde te regelen dat verzekerden van achttien jaar en ouder na afloop van een kalenderjaar een uitkering, no-claimteruggaaf, ontvangen indien zij in dat jaar geen of weinig gebruik hebben gemaakt van zorg waarop op grond van de ZFW aanspraak bestaat. Het is de bedoeling dat deze wetswijziging met ingang van 1 januari 2005 in werking treedt. Zoals in de memorie van toelichting op het wetsvoorstel is aangegeven, geldt voor verzekerden met een overeenkomst van standaardverzekering als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen (Wtz) 1998 een eigen risico. Tevens is aangegeven dat dit eigen risico zal worden verhoogd tot het bedrag van de no-claimteruggaaf door middel van wijziging van het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden. De beoogde wijziging van het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden wordt op dit moment voorbereid. De wijziging houdt in dat het in artikel 2a, eerste lid, van dat besluit genoemde bedrag per 1 januari 2005 wordt gewijzigd in € 250.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Naar boven