nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te bevorderen
dat de eigen verantwoordelijkheid van verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet
voor de kosten van ingevolge die wet aan hen verstrekte zorg wordt vergroot
door te bepalen dat verzekerden die geen of weinig gebruik hebben gemaakt
van zorg waarop ingevolge die wet aanspraak bestaat, een no-claimteruggaaf
ontvangen en dat verzekerden zich hierdoor bewust worden van die kosten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In de Ziekenfondswet wordt na artikel 18 een nieuw artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 18a
1. Indien een verzekerde in enig kalenderjaar geen of weinig gebruik heeft
gemaakt van zorg waarop ingevolge deze wet aanspraak bestaat, heeft hij jegens
het ziekenfonds waarbij hij ingeschreven was aanspraak op een uitkering. Voor
de toepassing van dit artikel worden een vergoeding als bedoeld in artikel
10 en een uitkering als bedoeld in artikel 11 gelijkgesteld aan het gebruik
maken van zorg waarop aanspraak bestaat.
2. Het bedrag van de uitkering voor de verzekerde die geen gebruik heeft
gemaakt van zorg, wordt bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld. Indien
de ten laste van de ziekenfondsverzekering komende kosten van zorg waarvan
een verzekerde gebruik heeft gemaakt, lager zijn dan het in de eerste volzin
bedoelde bedrag, is de uitkering voor de verzekerde gelijk aan het verschil
tussen dat bedrag en de kosten van de zorg.
3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt het gebruik van verloskundige
zorg en kraamzorg buiten beschouwing gelaten en het gebruik van huisartsenzorg
voor maximaal 25% van de kosten in aanmerking genomen. Voor de toepassing
van het eerste lid worden tevens buiten beschouwing gelaten de bedragen die
de verzekerde op grond van artikel 8, vierde lid, als bijdrage in de kosten
van zorg heeft betaald.
4. Verzekerden voor wie geen nominale premie verschuldigd is, hebben geen
aanspraak op de uitkering.
5. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald:
a. binnen welke termijn en op welke wijze de uitkering wordt betaald;
b. welk ziekenfonds de uitkering betaalt indien de verzekerde in het kalenderjaar
achtereenvolgens bij meer dan een ziekenfonds was ingeschreven;
c. welke uitkering wordt betaald indien de verzekerde slechts een deel
van het kalenderjaar bij een ziekenfonds was ingeschreven dan wel indien voor
de verzekerde slechts een deel van het kalenderjaar een nominale premie verschuldigd
was;
d. de gevolgen van het bekend worden van gebruik van zorg in een kalenderjaar
waarvoor reeds uitbetaling van de uitkering heeft plaatsgevonden;
e. welk bedrag aan kosten voor de onderscheiden vormen van zorg voor de
toepassing van dit artikel in aanmerking wordt genomen;
f. het indexcijfer waarmee het in het tweede lid bedoelde bedrag jaarlijks
bij ministeriële regeling wordt herzien, de berekeningswijze en de afronding
die bij die herziening worden gehanteerd.
ARTIKEL II
Indien het bij koninklijke boodschap van 17 juli 2003 ingediende
voorstel van wet, houdende wijziging van de Ziekenfondswet, de Algemene Wet
Bijzondere Ziektekosten en enkele andere wetten, in verband met herziening
van het overeenkomstenstelsel in de sociale ziektekostenverzekering alsmede
enkele andere wijzigingen (Wet herziening overeenkomstenstelsel zorg), Kamerstuknummer
28 994, tot wet is of wordt verheven en in werking treedt of is getreden,
wordt in artikel 18a, eerste lid, van de Ziekenfondswet «een vergoeding
als bedoeld in artikel 10 en een uitkering als bedoeld in artikel 11»
vervangen door: vergoedingen als bedoeld in de artikelen 9, derde lid, 10,
11 of 11a.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip,
met dien verstande dat de uitkering, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van
de Ziekenfondswet voor het eerst wordt gedaan in 2006.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,