29 482
Interdepartementaal Beleidsonderzoek: Tolken en Vertalers: aanbevelingen voor een kwalitatief goed en financieel beheersbaar stelsel

nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 augustus 2004

Met deze brief willen wij u informeren over de voortgang van de uitwerking van het standpunt van het kabinet bij de aanbevelingen van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Tolken en Vertalers, dat wij u eerder dit jaar hebben toegezonden (Tweede Kamer, 2003–2004, 29 482, nr. 1).

Inleiding

Het kabinet heeft in zijn standpunt in de eerste plaats een duidelijker koppeling met de uitgangspunten van de Wet inburgering nieuwkomers gelegd. Daarmee worden vreemdtaligen sterker aangesproken om in de eigen taalvaardigheid te investeren. De verantwoordelijkheid van de overheid blijft wel onverdeeld gelden in het kader van de publieke belangen met betrekking tot een effectieve rechtsbescherming en de kwaliteit van de gezondheidszorg. In de tweede plaats heeft het kabinet gewezen op de onvolledig werkende markt van tolk- en vertaaldiensten. De inzet van tolken en vertalers voor de genoemde publieke belangen beschouwt het kabinet, afgezien van het kwaliteitsaspect, als een «normaal» inkoopvraagstuk.

Het kabinet heeft in zijn standpunt de vier uitgangspunten van het eindmodel van de markt voor tolken vertaaldiensten van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek onderschreven. Deze zijn:

1. Afnemers zijn zelf financieel verantwoordelijk;

2. Afnemers hebben een reële keuzevrijheid;

3. Duidelijke kwaliteitseisen voor tolken en vertalers en de vorming van een kwaliteitsregister;

4. Vrije tariefvorming in de markt.

In de hiernavolgende paragrafen informeren wij u over de uitwerking van deze uitgangspunten.

Financiële verantwoordelijkheid en reële keuzevrijheid afnemers (ad 1. en 2.)

Het kabinet is zich ervan bewust dat de borging van de publieke belangen om een wel overwogen beleid vraagt dat in een transitieperiode voorziet. In de brief van 12 maart hebben wij vijf stappen voor een dergelijke transitieperiode voor het brengen van marktwerking in de markt voor tolk- en vertaaldiensten benoemd.

Om inzicht te krijgen in de voordelen van openbare aanbesteding van de bemiddelingsfunctie voor tolk- en vertaaldiensten, hebben wij een wijziging van het Besluit Tarieven in Strafzaken voorbereid. Deze wijziging maakt het mogelijk dat in drie arrondissementen pilots worden gestart teneinde ervaring op te doen met voornoemde openbare aanbesteding. Met de Raad voor de rechtspraak en het Openbaar Ministerie wordt over deze pilots overleg gevoerd. Het is onze verwachting dat deze openbare aanbesteding in het najaar kan starten.

De budgetoverheveling van de begroting van het ministerie van Justitie per 1 januari 2005 naar de andere ministeries die verantwoordelijk zijn voor de afnemers die momenteel onder de subsidiebeschikking van de Stichting Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (hierna: TVCN) vallen, is afgerond. Daarmee kunnen de ministeries in overeenstemming met hun financiële relatie met deze afnemers bij hen de financiële verantwoordelijkheid leggen met inbegrip van het belang dat het kabinet hecht aan een zo «hard» mogelijke budgetrestrictie voor publieke afnemers van tolk- en vertaaldiensten.

Justitie bereidt thans een interdepartementale openbare aanbestedings-procedure voor de ministeries, die verantwoordelijk zijn voor de afnemers die momenteel onder de subsidiebeschikking van TVCN vallen, voor. Daarmee wordt een betere marktpositie bereikt dan met een aanbesteding die alleen betrekking op de Justitiële afnemers zou hebben. Deze aanbesteding vraagt om een zorgvuldige aanpak, omdat hierbij ook de belangen van vooral het justitiële veld en de zorgsector zijn betrokken. Daardoor kost een dergelijke aanbestedingsprocedure meer (voorbereidings)tijd en zal deze pas na de zomer publiek worden. Ik houd daarom rekening met een korte voortzetting van de huidige subsidierelatie van TVCN in 2005.

De voorgenomen pilots met een openbare aanbesteding in drie arrondissementen en de interdepartementale openbare aanbesteding van de nu door TVCN aangeboden bemiddelingsdiensten vormen belangrijke onderdelen van de herordening van de markt waarin de tolk- en vertaaldiensten worden afgenomen.

Duidelijke kwaliteitseisen voor tolken en vertalers en de vorming van een kwaliteitsregister (ad 3.)

Inmiddels hebben wij een wetsvoorstel gerechtstolk en beëdigd vertaler voor advies aan de Raad van State aangeboden, waarover u in de brief van 12 maart 2004 en bij de vaststelling van de begroting van het ministerie van Justitie voor 2004 (Tweede Kamer, 2003–2004, 29 200 VI, nrs. 2 en 21) bent geïnformeerd. Hiermee komt het door het kabinet gewenste nieuwe wettelijke kader voor de kwaliteit van tolken en vertalers op het terrein van politie en justitie tot stand, dat ook de Wet op de beëdigde vertalers zal vervangen. Dit wettelijke kader zal naast kwaliteitseisen ook een wettelijk kader voor een register met een afnameplicht geven. Eind 2004 zal de Commissie kwaliteitseisen tolken en vertalers (Staatscourant 29 december 2003, nr. 250, p. 63) over deze elementen met aanbevelingen komen. Deze aanbevelingen zullen voor ons een belangrijk fundament bij de uitvoering van het wetsvoorstel vormen. Daarmee kunnen wij volgend jaar deze belangrijke onderdelen van een nieuw kwaliteitsbeleid tot uitvoering brengen. Tot die tijd zal het bestaande Kwaliteitsregister tolken en vertalers voor politie en justitie vanzelfsprekend een belangrijk instrument blijven om diensten van gekwalificeerde tolken en vertalers af te nemen. De wijze van registratie zal tot aan de uitvoering van het wetsvoorstel geen belangrijke wijzigingen ondergaan.

Vrije tariefvorming in de markt (ad 4.)

In overeenstemming met het standpunt van het kabinet in de brief van 12 maart 2004 wordt op een zorgvuldige wijze bezien hoe kan met de tarieven worden omgegaan. De uitkomsten van de voorgenomen pilots in de drie arrondissementen en de interdepartementale, openbare aanbesteding zullen hiervoor waardevolle informatie genereren. In dat kader is ook de hierboven genoemde wijziging van het Besluit Tarieven in Strafzaken voorbereid.

In onze brief van 12 maart jl. hebben wij toegezegd u over de vormgeving van de evaluatie voor de zomer te berichten. In het licht van de hierboven uiteengezette planningen van de verschillende onderdelen van dit complexe herordeningproces zullen wij u echter later dit jaar hierover informeren.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

Naar boven