29 481
Nieuwe regeling voor verplichte deelneming in een beroepspensioenregeling (Wet verplichte beroepspensioenregeling)

nr. 9
AMENDEMENT VAN DE LEDEN OMTZIGT EN VERBEET

Ontvangen 5 april 2005

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Het opschrift van artikel 37 komt te luiden: Artikel 37. Recht op uitruil van nabestaandenpensioen

II

Na artikel 37 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 37a. Recht op uitruil van ouderdomspensioen

1. Indien in een beroepspensioenregeling wordt voorzien in een ouderdomspensioen, maar niet in een weduwen- of weduwnaarspensioen dat bij beëindiging van deelneming een premievrije aanspraak oplevert, wordt aan een deelnemer of gewezen deelnemer, de mogelijkheid geboden, in elk geval met ingang van de datum waarop het ouderdomspensioen ingaat of kan ingaan, in plaats van het ouderdomspensioen of een deel van het ouderdomspensioen te kiezen voor weduwen- of weduwnaarspensioen.

2. De collectieve actuariële waarde van het weduwen- of weduwnaarspensioen, bedoeld in het eerste lid, dat wordt gekozen in plaats van het ouderdomspensioen, bedoeld in het eerste lid, is ongeacht de datum waarop de keuze wordt gemaakt, ten minste gelijkwaardig aan de collectieve actuariële waarde van dat ouderdomspensioen.

3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud van de keuzemogelijkheid, de wijze waarop de keuzemogelijkheid wordt geboden en de collectieve actuariële gelijkwaardigheid, bedoeld in het tweede lid.

4. De in het eerste lid omschreven mogelijkheid heeft geen betrekking op het deel van een ouderdomspensioen waarop een recht op uitbetaling rust als bedoeld in artikel 2 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.

III

In artikel 38, eerste lid, wordt «artikel 37» vervangen door: de artikelen 37 of 37a.

IV

In artikel 42, eerste lid, onderdeel e, wordt «de artikelen 37 en 38» vervangen door: de artikelen 37, 37a en 38.

V

In artikel 85, eerste lid, wordt «37, 38» vervangen door: 37, 37a, 38.

VI

In artikel 88 wordt «37, 38» vervangen door: 37, 37a, 38.

VII

In artikel 101 wordt «37, 38» vervangen door: 37, 37a, 38.

VIII

Artikel 116 wordt als volgt gewijzigd:

A. In het elfde lid wordt «Artikel 37 is» vervangen door: De artikelen 37 en 37a zijn.

B. In het vijftiende lid wordt «37 of 38» vervangen door: 37, 37a of 38.

IX

In de tabel van de bijlage wordt na «37» ingevoegd: en 37a.

Toelichting

Door dit amendement krijgt een deelnemer aan de pensioenregeling op 65-jarige leeftijd de eenmalige mogelijkheid om een gedeelte van zijn/haar ouderdomspensioen in te ruilen voor nabestaandenpensioen. Hierdoor wordt de partner verzorgd achtergelaten bij overlijden.

Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de kamerbreed gesteunde motie Omtzigt/Depla (kamerstuk 29 257, nr. 6), ook voor wet op de beroepspensioenfondsen

Omtzigt

Verbeet

Naar boven