Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2024
Ik ben verheugd uw Kamer te kunnen informeren over mijn besluit om het geneesmiddel
Trodelvy (werkzame stof: sacituzumab govitecan) op te nemen in het basispakket van
de zorgverzekering voor een specifieke groep patiënten met borstkanker. Met de leverancier
ben ik een maatschappelijk aanvaardbare prijs overeengekomen voor dit geneesmiddel.
De prijsafspraken gelden tot en met 31 december 2027.
Tijdens een eerdere onderhandeling was het niet mogelijk om tot een positief onderhandelresultaat
te komen. Op 28 maart 2023 is uw Kamer geïnformeerd dat Trodelvy niet werd opgenomen
in het basispakket (Kamerstuk 29 477, nr. 811).
Nadat door de leverancier nieuwe data over de lange(re) termijn effecten had aangeleverd,
heeft het Zorginstituut op 10 juli 2024 opnieuw advies uitgebracht over Trodelvy.
Op basis van de nieuwe studiedata is de kosteneffectiviteit van Trodelvy nog steeds
ongunstig, maar wel minder en daardoor is de benodigde korting op de prijs van Trodelvy
lager. Het Zorginstituut heeft naar aanleiding van deze nieuwe informatie geadviseerd
opnieuw te onderhandelen met de leverancier van het geneesmiddel. Deze onderhandeling
heeft geresulteerd in voor beide partijen aanvaardbare prijsafspraken voor Trodelvy.
Hierin is meegewogen dat de leverancier Trodelvy tijdens de sluisperiode gratis ter
beschikking heeft gesteld.
Ik realiseer me dat de onderhandelingen over Trodelvy veel tijd in beslag hebben genomen.
Dit heeft voor patiënten en hun naasten tot veel onzekerheid geleid. Ook vanuit uw
Kamer zijn meermaals vragen gesteld over de duur van de onderhandelingen van (sluis)geneesmiddelen.
Ik heb hier uiteraard begrip voor.
Toch benadruk ik het belang van goede prijsafspraken. Dankzij dergelijke prijsafspraken
maken we dure geneesmiddelen, zoals Trodelvy, toegankelijk voor alle patiënten die
deze medicijnen nodig hebben, tegen een maatschappelijk aanvaardbare prijs. Zo houden
we de zorg ook op langere termijn betaalbaar.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M-F. Agema