29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 736 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2021

Tijdens het ordedebat van 17 november 2021 is mij verzocht om een brief inzake de vergoeding van Kaftrio aan uw Kamer te sturen (Handelingen II 2021/22, nr. 23, Regeling van Werkzaamheden). Via deze brief bericht ik u over de vergoeding van Kaftrio en de prijsonderhandelingen die ik op dit moment met de fabrikant van Kaftrio voer.

Op 29 april 2021 heeft Zorginstituut Nederland advies uitgebracht over pakketopname van Kaftrio als behandeling bij cystische fibrose (taaislijmziekte)1. Het Zorginstituut oordeelde positief over de werking van Kaftrio maar concludeerde ook dat de kosteneffectiviteit van Kaftrio zeer ongunstig is en dat de prijs die de fabrikant vraagt onverklaarbaar hoog is. Daarmee legt het middel een groot beslag op het Nederlandse zorgbudget waardoor verdringing van andere zorg dreigt. Het Zorginstituut adviseerde mij daarom om Kaftrio niet op te nemen in het basispakket, tenzij er wordt voldaan aan een aantal voorwaarden, waaronder een prijsreductie. Om die reden ben ik met de fabrikant in onderhandeling getreden over de prijs van Kaftrio.

Tot op heden heb ik met de fabrikant helaas nog geen overeenstemming kunnen bereiken over de prijs van Kaftrio. De vertrouwelijkheid van de onderhandelingen staat mij niet toe om in detail te treden over de inhoud en voortgang van de prijsonderhandelingen. Wel kan ik aangeven dat ik op dit moment nog intensief in gesprek met de fabrikant ben en verwacht op korte termijn een definitief vergoedingsbesluit over Kaftrio te nemen, maar concrete tijdslijnen kan ik helaas niet geven. Daarvoor ben ik ook afhankelijk van de termijn waarop de fabrikant reageert op mijn voorstellen.

Een overheidsinterventie met een beoordeling en een onderhandeling is helaas een noodzakelijk kwaad, dat tijd kost en daarmee op gespannen voet staat met het belang van patiënten die in aanmerking komen voor het desbetreffende geneesmiddel, in dit geval Kaftrio. Dat steekt mij ook. Ik realiseer me ook goed hoe belangrijk Kaftrio voor patiënten met taaislijmziekte is en dat de onzekerheid over de vergoeding van Kaftrio bijzonder zwaar is. Dit heb ik ook benadrukt in het gesprek dat ik onlangs heb gehad met de patiëntstichting en vertegenwoordigers van de betrokken beroepsgroep.

Tegelijkertijd ben ik van mening dat niet deze overheidsinterventie, maar de hoge prijzen die geneesmiddelenfabrikanten vragen een drempel vormen voor directe patiënttoegang.

Voor patiënten die niet kunnen wachten vraag ik fabrikanten om tijdens de prijsonderhandeling hun geneesmiddel in beginsel gratis beschikbaar te stellen. Ik houd fabrikanten van geneesmiddelen, gezien hun keuzes met betrekking tot de prijsstelling van hun geneesmiddelen, primair verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van het geneesmiddel tijdens de onderhandelingen. De fabrikant stelt Kaftrio momenteel beschikbaar voor ernstig zieke patiënten die voor 21 augustus 2021 met een behandeling gestart zijn. Ik heb de fabrikant gevraagd om Kaftrio tijdens de onderhandeling voor alle patiënten die voor het geneesmiddel in aanmerking komen beschikbaar te stellen. Ik ben, onder voorwaarden, ook bereid om de kosten voor de beschikbaarheidsstelling mee te wegen in mijn onderhandelingen met de fabrikant. De fabrikant is tot op heden niet ingegaan op mijn voorstel.

Ik span mij in om de onderhandelingen over Kaftrio zo snel mogelijk af te ronden. Ik zal uw Kamer informeren zodra ik een definitief vergoedingsbesluit over Kaftrio heb genomen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Zorginstituut Nederland, 29 april 2021, GVS-advies elexacaftor/tezacaftor/ivacaftor (Kaftrio®) in combinatie met ivacaftor (Kalydeco®)

Naar boven