29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 544 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 februari 2019

Op 15 januari 2019 ontving ik vanuit de vaste commissie voor VWS het verzoek om een brief over de prijsverhoging van het geneesmiddel Lutathera. In lijn met mijn reactie op het Algemeen Overleg Geneesmiddelenbeleid van 7 februari 2019 deel ik u het volgende mee.

Dit is een voorbeeld van hoe het niet moet: een forse prijsverhoging zonder onderbouwing. In het belang van patiënten mogen we van de sector nieuwe geneesmiddelen tegen redelijke prijzen verwachten. In dit geval is er sprake van het naar de markt brengen van een bestaande behandeling tegen een excessief hoge prijs. Ik keur dit af.

Ik heb daarom gesprekken gevoerd met delegaties van Novartis. Novartis kon niet precies uitleggen waarom ze deze hoge prijs vragen. Ik heb laten weten dat ik deze handelwijze afkeur en niet wil accepteren. Het is aan Novartis om het middel tegen een redelijke prijs aan te bieden aan ziekenhuizen in Nederland.

De behandeling is in Nederland ook al langere tijd als apotheekbereiding beschikbaar, tegen aanzienlijk lagere kosten. Ziekenhuizen moeten erop kunnen vertrouwen dat ze dit middel kunnen blijven bereiden. Ik heb Novartis – die ook eigenaar is van de belangrijkste leverancier van de ingrediënten voor die bereiding – daarin ook op haar verantwoordelijkheid gewezen. Ik heb van Novartis begrepen dat zij de levering continueren.

Novartis en Zorgverzekeraars Nederland zijn inmiddels met elkaar in gesprek, ik word op de hoogte gehouden van de vorderingen.

Voor een uitgebreidere reactie verwijs ik u naar mijn antwoorden op de Kamervragen van het lid Ploumen (PvdA)1 en het lid Van Gerven (SP),2 die ik op 1 februari 2019 aan uw Kamer heb gestuurd.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1406

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1407

Naar boven