29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 465 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2018

Aanleiding

Dinsdag 19 december 2017 heb ik de evaluatie van het ZonMw onderzoeksprogramma Goed Gebruik Geneesmiddelen in ontvangst mogen nemen. Het onderzoeksprogramma Goed Gebruik Geneesmiddelen richt zich op onderzoek om de kwaliteit en doelmatigheid van de toepassing van geneesmiddelen te verbeteren.

Daarnaast heb ik op 30 november 2017 de evaluatie van het ZonMw programma Health Technology Assessment ontvangen. Via dit onderzoeksprogramma is er hard gewerkt om de methodologie van health technology assessment onderzoek te verbeteren.

Deze twee evaluaties van ZonMw programma’s zijn goede pijlers voor mijn geneesmiddelenbeleid. Hierbij wil ik de beide evaluaties aan u aanbieden1.

Mijn acties naar aanleiding van deze evaluaties

Komende maanden zal ik met ZonMw in gesprek gaan over de continuering en inrichting van het programma Goed Gebruik Geneesmiddelen. Ik zie dat het onderzoeksprogramma GGG goed loopt. ZonMw heeft een goede structuur neergezet voor geneesmiddelenonderzoek waar het op verder kan bouwen.

Het programma laat zien dat de uitkomsten van het onderzoek belangrijk zijn voor de kwaliteit en goede inzet van geneesmiddelen in de praktijk. Voor nu en in de toekomst. Hier wil ik ook in blijven investeren.

Aanbevelingen die de evaluatiecommissie doet, zoals meer aandacht besteden aan onderzoek op het gebied van polyfarmacie en therapietrouw, spreken mij aan. Ik zal met ZonMw bespreken hoe in de volgende onderzoeksronde polyfarmacie en therapietrouw meer aandacht kan krijgen. Ik zal ook de aanbevelingen van het Gezondheidsraad rapport «Onderzoek waarvan je beter wordt»2 hierbij betrekken.

Ik vind Health Technology Assessment (HTA) uitkomsten van groot belang en past binnen mijn beleid. De uitkomsten van HTA onderzoek zijn een ingrediënt om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden. Met name voor de beoordeling van medische technologie zijn nog stappen te zetten. Voor het programma Health Technology Assessment geldt dat ik met het Zorginstituut en ZonMw zal bespreken in hoeverre een vervolg op het programma dat zich richt op onderzoek naar de methodologie nodig is, en zo ja, op welke manier dit programma vorm te geven.

Hieronder staat een korte toelichting op beide evaluaties.

Evaluatie Goed Gebruik Geneesmiddelen

Het onderzoeksprogramma zorgt ervoor dat er onderzoek gedaan wordt om de behandeling met medicijnen te verbeteren. De uitkomsten van dit type onderzoek leiden er toe dat de patiënt beter en gerichter met geneesmiddelen behandeld wordt. Er wordt binnen dit programma ondermeer onderzoek gedaan naar verbetering van polyfarmacie, therapietrouw, diagnostiek en het optimaliseren van doseringen. Het doel van het programma Goed Gebruik Geneesmiddelen (GGG) is dat door middel van de resultaten van het onderzoek, bestaande geneesmiddelen effectiever, veiliger en doelmatiger ingezet kunnen worden. GGG richt zich dus op het verbeteren het gebruik van geneesmiddelen in de dagelijkse zorg.

In 2012 heeft mijn ambtsvoorganger dit programma bij ZonMw gestart. Uit de evaluatie blijkt dat er gedurende deze jaren veel werk is verzet en dat er veel klinisch relevante kennis is opgedaan. Ook is de kennisinfrastructuur rondom geneesmiddelengebruik duidelijk verbeterd. De evaluatiecommissie geeft aan dat een evaluatie vijf jaar na start van een programma te snel is om veranderingen en verbeteringen in harde uitkomstmaten te kwantificeren. De evaluatiecommissie geeft wel aan dat er verschillende onderzoeksprojecten zijn die, als de kennis opgedaan wordt in het onderzoek in de praktijk toegepast wordt, een mogelijke impact op kostenbesparing hebben.

Drie voorbeelden wil ik kort noemen om u een indruk te geven wat het onderzoek voor de patiënt betekent.

Binnen een project is uitgezocht of het zinvol is om antistollingsmiddelen te geven bij een gebroken onderbeen of bij een kijkoperatie in de knie. In de praktijk wordt dit standaard gedaan. Uit het onderzoek bleek dat dit niet altijd nodig is. Op basis van het onderzoek is een model gemaakt. Als artsen dit model met informatie van de patiënt invullen, rolt daar een risicoscore uit. Deze kennis is belangrijk voor de praktijk. Patiënten die geen risico lopen, hoeven geen pijnlijke injecties te ondergaan en ervaren geen bijwerkingen. Bovendien kan er zo miljoenen euro’s worden bespaard aan dure antistollingsmiddelen.

Een ander project betrof een duur weesgeneesmiddel (eculizumab) waar uitgezocht is of het middel gerichter bij de patiënt ingezet kan worden. Dus in dit project is uitgezocht of voor start van de behandeling te bepalen valt bij welke patiënten het geneesmiddel het meest effectief is. Wat goede start- en stopcriteria zijn om een behandeling te starten. De studie liet zien dat het mogelijk is om eculizumab gerichter in te zetten. Het project is een voorbeeld van hoe zinvol het is om een behandeling te individualiseren. Dat is nuttig voor de patiënt. En zo’n aanpak kan de samenleving ook een kosten besparing bij veel andere (dure) medicatie opleveren.

Als laatste wil ik wijzen op één van de onderzoeken naar geneesmiddelen bij vrouwen bij GGG. Ik noem dit onderwerp ook, omdat het onderwerp vrouwen en

geneesmiddelenonderzoek tijdens de begrotingsbehandeling aan bod kwam. Veel zwangere patiënten gebruiken geneesmiddelen, maar de effecten en bijwerkingen bij zwangere vrouwen zijn niet altijd duidelijk. Hebben bepaalde geneesmiddelen bijvoorbeeld nadelige effecten op de zwangerschap, het embryo, de foetus of het (pasgeboren) kind? Of is het juist niet nemen van bepaalde medicatie risicovol? Omdat er steeds weer nieuwe geneesmiddelen op de markt komen, is een structureel monitoringsysteem noodzakelijk. Vanuit het programma GGG is voor dit systeem geld beschikbaar gesteld. De gegevens die de vrouwen aanleveren binnen dit monitoringsysteem, leiden tot waardevolle kennis waarmee verloskundigen, gynaecologen en artsen beter advies aan de zwangere patiënt kunnen geven over medicijnen.

Meer van dit soort voorbeelden zijn door ZonMw via in een toegankelijke website (https://www.zonmw-geneesmiddelenmagazines.nl/) zichtbaar gemaakt.

Evaluatie ZonMw programma Health Technology Assessment

Health Technology Assessment (HTA) is een verzamelnaam voor evaluatieonderzoek in de gezondheidszorg, en dient als instrument ter onderbouwing van de pakkettoelating. De uitkomsten van HTA onderzoek zijn van belang om de zorg doelmatig te houden. Health Technology Assessment is een relatief jong wetenschappelijk vakgebied. Om doelmatigheid van geneesmiddelen of medische technologie te onderzoeken, zijn goede, wetenschappelijke onderzoeksmethodes nodig.

In de begin jaren van 2000 was er dan ook behoefte aan methodologie ontwikkeling. Om bij te dragen aan deze methodologie ontwikkeling is het ZonMw programma HTA opgestart. Dit ZonMw programma is afgerond en ik heb recent de evaluatie ontvangen van dit programma3.

Uit de evaluatie blijkt dat dit ZonMw programma een impuls heeft gegeven aan de verbetering van de methodologie ten aanzien van de beoordeling van geneesmiddelen. Dit heeft ondermeer geleid tot betere beoordelingsprocessen en inzicht in HTA onderzoek. Volgens de begeleidingscommissie is de meerwaarde van het afgeronde programma aangetoond.

Het advies is om dergelijk onderzoek ten behoeve van methodologie van HTA op andere terreinen dan geneesmiddelen uit te voeren. Vooral voor de beoordeling van medische technologie zijn ontwikkelingen gaande. Het Zorginstituut is de partij die in het kader van pakket beheer HTA onderzoek beoordeeld. En mij op grond van HTA onderzoek naar bepaalde interventies over pakket toelating adviseert. Ik vind het daarom ook van belang dat het Zorginstituut aangeeft of er meer onderzoek naar methodologie ontwikkeling nodig is. Ik zal deze evaluatie daarom ook met het Zorginstituut en ZonMw bespreken.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven