nr. 40
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 januari 2008
Inleiding
Afgelopen week heb ik u mijn langetermijnvisie op de extramurale geneesmiddelenvoorziening
aangeboden (29 477, nr. 39). In de begeleidende brief heb ik aangegeven
dat ik u later in de week zou informeren over de wijze waarop ik het onderzoek
naar inkoopvoordelen voor apotheekhoudenden wil laten uitvoeren en u op de
hoogte zou stellen als er belangrijke verschuivingen optreden in de visie
of het stappenplan.
Zoals ik u op 17 januari jl. tijdens het algemeen overleg over de
dure geneesmiddelen al mondeling heb meegedeeld, zijn er ontwikkelingen die
mogelijk al op korte termijn mogelijk kunnen leiden tot nadere concretisering
van de langetermijnvisie en versnelde uitvoering van elementen van het stappenplan.
Laatste ontwikkelingen
Een aantal zorgverzekeraars heeft aangekondigd voornemens te zijn in 2008
individueel preferentiebeleid te gaan voeren. Binnen de kring van de overige
bij het Transitieakkoord farmaceutische zorg 2008/2009 betrokken partijen
zijn vragen gerezen over het individuele karakter daarvan.
Ik heb naar aanleiding hiervan gesproken met enkele van de betrokken partijen.
Daarbij is vastgesteld dat het de moeite waard is om te verkennen of het mogelijk
is om versneld volledig een einde te maken aan de bestaande problematiek van
margeconcurrentie en kortingen en bonussen bij apotheekhoudenden. Daarmee
zou voor zorgverzekeraars de noodzaak kunnen worden weggenomen om individueel
preferentiebeleid te voeren.
Afgesproken is deze verkenning en de bijbehorende concrete uitwerking
af te ronden vóór 1 april 2008. Als hierbij resultaten
worden bereikt, worden die verwerkt in een nadere concretisering en zo mogelijk versnelde uitvoering van het stappenplan dat onderdeel uitmaakt van
de langetermijnvisie extramurale geneesmiddelenvoorziening.
De betrokken zorgverzekeraars gaan verder met het voorbereiden van het
door hen voorgenomen individuele preferentiebeleid, maar hebben de intentie
de invoering daarvan op te schorten tot 1 april 2008.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink