29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 382 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2016

In het VAO geneesmiddelen dd 26 april jongstleden (Handelingen II 2015/16, nr. 81, VAO Geneesmiddelenbeleid) is helaas een misverstand ontstaan. Ik heb in dit VAO motie met Kamerstuk 29 477, nr. 372 van de leden Leijten en Van Gerven overgenomen in de veronderstelling dat «bewerkstelligen» hier betrekking had op het vragen aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) te onderzoeken of het mogelijk is, «kijken of het kan». Zoals hieronder uit de handelingen van het VAO blijkt, heb ik de motie geïnterpreteerd als een verzoek tot het zoeken van een oplossing.

«Ik wil de grenzen dus wel opzoeken van wat wij binnen Europees verband mogen. Ik doe dat dus iets breder dan in de motie staat omdat ik ook naar andere varianten wil kijken.»

«We kijken naar oplossingen en deze zal ik zeker meenemen.»

Naar aanleiding van media-uitlatingen van de SP over het overnemen van de motie en het lezen van de handelingen van de Regeling van Werkzaamheden dd 26 april jongstleden werd mij duidelijk dat mevrouw Leijten bewerkstelligen interpreteert als dat het per 1 mei geregeld is. Dat is helaas onmogelijk. De Europese richtlijn 2001/83 zoals geïmplementeerd in de Geneesmiddelenwet verbiedt doorlevering van magistrale bereidingen. Het ter handstellen van magistrale bereidingen aan de eigen patiëntpopulatie mag wel. De motie verzoekt de regering, de IGZ voor te stellen het criterium «eigen patiëntenpopulatie» zodanig te interpreteren dat de aflevering door de speciale bereidingsapotheek gezien wordt als een aflevering aan een eigen patiënt. Daarvan heb ik in het debat aangegeven dat ik bereid ben de IGZ te vragen te onderzoeken waar de grenzen liggen van wat wel en niet kan. Deze toezegging ligt ook in de lijn van het AO geneesmiddelen, waarin ik dat eveneens heb aangegeven.

Door de interpretatie die aan de motie wordt gegeven door de indiener, de SP, is deze motie onuitvoerbaar geworden en kan ik de motie niet overnemen. Wel zal ik conform mijn toezegging de IGZ vragen mij te informeren over waar de maximale ruimte zit in de regelgeving met betrekking tot het ter hand stellen van bereidingen aan eigen patiëntenpopulatie.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven