29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 286 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2014

Op 3 april 2014 heeft een 30-ledendebat plaatsgevonden over vergoeding van de maagzuurremmers (Handelingen II 2013/14, nr. 71, Bezuiniging op maagzuurremmers), die op 1 januari 2012 uit het verzekerde pakket zijn gehaald.

In aansluiting op dit debat is op 8 april 2014 een motie aangenomen van de leden Kuzu (PvdA) en Voortman (GL) over het niet gebruiken van maagzuurremmers, terwijl daarvoor een medische indicatie bestaat (Kamerstuk 29 477, nr. 282).

Het lid Kuzu heeft gevraagd de Tweede Kamer te informeren op welke wijze uitvoering gegeven zal worden aan deze motie. Deze brief is bedoeld om de Tweede Kamer hierover te informeren.

De vragen in de motie hebben onder meer betrekking op de vraag hoeveel mensen geen maagzuurremmers gebruiken, terwijl zij wel een verhoogd risico hebben op maagbloedingen en of zij dat om financiële redenen nalaten danwel omdat zij onvoldoende geïnformeerd zijn.

Ook is in de motie verzocht om te onderzoeken wat de besparing is van de maatregel om maagzuurremmers niet meer te vergoeden in het basispakket en wat de kosten van zorg zijn voor aandoeningen die ontstaan zijn door het niet gebruiken van maagzuurremmers.

Om een antwoord te kunnen geven heb ik deze onderzoeksvragen uitgezet bij een aantal onderzoeksbureaus. Op dit moment ben ik nog in overleg met deze organisaties en beschik ik dus nog niet over alle informatie die nodig is om een keuze voor een of meerdere onderzoeksbureaus te kunnen maken.

Ik kan de Tweede Kamer op dit moment dan ook nog niet informeren welk(e) onderzoeksbureau(s) de vragen uit de motie zullen gaan onderzoeken, de wijze waarop zij dit zullen gaan doen en de termijn waarop de eindresultaten bekend zullen zijn.

Alhoewel ik niet vooruit kan lopen op mijn keuze ben ik op dit moment positief gestemd over de mogelijkheden die de onderzoeksbureaus zien om deze vragen te onderzoeken.

Overeenkomstig de nader gewijzigde motie verwacht ik derhalve de Tweede Kamer vóór 1 februari 2015 te kunnen informeren over de antwoorden op de onderzoeksvragen in de motie.

Hoogachtend,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven