29 477 Geneesmiddelenbeleid

Nr. 179 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2011

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij 28 oktober 2011 gevraagd of voorwaardelijke toelating van lapatinib (Tyverb) in het Geneesmiddelen Vergoedingssysteem (GVS) een optie is (kenmerk 29 477-176/2011D52430). In deze brief wil ik daar op ingaan.

Inderdaad heb ik overwogen om lapatinib in aanmerking te laten komen voor voorwaardelijke toelating met daaraan gekoppeld een verplichting tot aanvullend onderzoek. Het was een van de redenen waarom ik langer over mijn besluit deed dan gebruikelijk. Zoals CVZ echter in zijn advies van 14 december 2010 ook heeft aangegeven, is lapatinib geen geschikte kandidaat voor een dergelijke voorwaardelijke opname in het basispakket. Hier speelt o.a. mee, dat de kleine groep van patiënten voor wie geen behandelalternatief bestaat zo complex is, dat het niet te verwachten is dat het mogelijk zal zijn conclusies te trekken uit aanvullend onderzoek.

Binnenkort zal ik u nog een reactie geven op de brief van de Borstkankervereniging Nederland en GlaxoSmithKline BV van 21 oktober 2011 over lapatinib, waar u bij brief van 10 november 2011 om verzocht heeft. In deze reactie zal ik nog een en ander in een breder perspectief toelichten.

Ik wil direct van de gelegenheid gebruik maken om u te informeren dat het opstellen van deze reactie niet binnen de gebruikelijke termijn mogelijk is vanwege de noodzaak tot afstemming met andere partijen.

Ik streef ernaar u deze reactie nog dit jaar te doen toekomen.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. I. Schippers

Naar boven