29 468
Uitvoering van Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PbEU L 129), alsook van andere besluiten van volkenrechtelijke organisaties met betrekking tot de beveiliging van havens (Havenbeveiligingswet)

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 mei 2004

Op 19 mei 2004 heeft de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat aan mij en aan mijn ambtgenoten van Justitie en van Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties ten aanzien van een aantal wetsvoorstellen gevraagd waarom die voorstellen zijn ingediend als nationale wet(svoorstellen) en niet als rijkswet(svoorstellen). Aan dat verzoek kom ik, mede namens mijn genoemde ambtgenoten, graag binnenkort tegemoet.

Wel wil ik bij deze dringend verzoeken de behandeling van de Havenbeveiligingswet zo snel mogelijk af te willen ronden en die niet afhankelijk te doen zijn van die beantwoording.

Reden voor het verzoek de Havenbeveiligingswet met spoed te behandelen is het volgende. De inwerkingtreding van de Havenbeveiligingswet dient ingevolge de internationale verplichtingen per 1 juli 2004 plaats te vinden. Wanneer de regels met betrekking tot de beveiliging van havenfaciliteiten (en schepen) niet op 1 juli 2004 in werking kunnen treden, bestaat het risico dat buitenlandse schepen de Nederlandse havens zullen mijden en dat Nederlandse schepen uit buitenlandse havens zullen worden geweerd. Dit zal, zoals u zult begrijpen, grote gevolgen voor de Nederlandse economie kunnen hebben. De vragen die kunnen worden gesteld met betrekking tot de rijksaspecten van de havenwetgeving zijn van een andere orde dan die met betrekking tot de eigenlijke zeescheepvaartwetgeving. In de nota naar aanleiding van het verslag bij de Havenbeveiligingswet ben ik uitvoerig ingegaan op de vragen daarover.

Uiteraard ben ik bereid om eventuele nadere vragen hierover van uw Kamer te beantwoorden, maar dan graag in het kader van de mondelinge behandeling van dat wetsvoorstel. Overigens merk ik op dat de Raad van State in zijn advies over de Havenbeveilingswet niet heeft gesteld dat die wet als rijkswet tot stand zou moeten worden gebracht. De Raad heeft slechts geadviseerd om de memorie van toelichting aan te vullen met een passage over de implementatie van de verplichtingen van het Solas-verdrag die betrekking hebben op de zeehavens elders in het Koninkrijk. Aan dat advies is gevolg gegeven.

De Eerste Kamer heeft aangegeven bereid te zijn om wetsvoorstellen die daar vóór 4 juni 2004 zijn ingediend nog voor het zomerreces te behandelen. Ik zou het derhalve zeer op prijs stellen wanneer u, om hierboven uiteengezette redenen, de Havenbeveiligingswet vóór 4 juni 2004 zou willen behandelen.

Op de principiële vragen van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat ten aanzien van het karakter van de zeescheepvaartwetgeving zal ik, zoals ik hiervoor heb toegezegd, binnenkort apart ingaan. Terecht constateert de commissie een discrepantie tussen de adviezen van de Raad van State (van het Koninkrijk) en het standpunt van de (koninkrijks)regering. Het standpunt van de regering is wellicht in de verschillende separate wetsvoorstellen onvoldoende als geheel over het voetlicht gekomen. Ik zal dan ook graag, mede naar aanleiding van het verzoek van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat, in algemene zin een nadere beschouwing van de regering geven over de door de vaste commissie aan de orde gestelde vragen.

Naar ik heb begrepen, is het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (29 400) ter implementatie van de HOI-richtlijn (nr. 2000/59/EG) onder voorbehoud voor plenaire behandeling geagendeerd. Voorzover dat voorbehoud betrekking heeft op de beantwoording van eerder bedoeld verzoek, dan merk ik, wellicht ten overvloede, nog op dat met dat wetsvoorstel geen koninkrijksaspecten zijn gemoeid.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Naar boven