29 465
Onderzoek Klimaatverandering

nr. 4
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 februari 2005

Hierbij geef ik u mijn reactie op de publicaties «Meeting the Climate Challenge», van de International Climate Change Taskforce van januari 2005 en op «Klimaat verandert door foute statisiek», van M. Crok in Natuurwetenschap en Techniek van februari 2005, conform het verzoek in de brief van 3 februari jongstleden. Tevens maak ik van de gelegenheid gebruik om u een reactie van het KNMI op het artikel van de heer Crok te sturen getiteld «Kritiek klimaatreconstructie (hockeystick) verandert niets aan het veranderende klimaat», waarin de visie op de kritiek vanuit een wetenschappelijk oogpunt wordt gegeven. Deze reactie is in eerste instantie op de website van het KNMI geplaatst. In de brief verzoekt u mij tevens in te gaan op de gevolgen van de adviezen uit het rapport Meeting the Climate Challenge voor de te volgen strategie om de Verenigde Staten bij het internationale klimaatbeleid te betrekken. Aan dit laatste verzoek heb ik echter reeds voldaan in brief van 16 februari 2005 (29 465, nr. 3).

Wat zijn de gevolgen van de adviezen uit het rapport Meeting the Climate Challenge voor het Nederlandse beleid?

Meeting the Climate Challenge is een van de vele rapporten die verschijnen over de aanpak van het klimaatprobleem dat kan bijdragen aan de discussie. Het heeft geen directe invloed op het Nederlandse beleid. Het rapport richt zich namelijk op het geven van onafhankelijke aanbevelingen aan de Britse regering over de wijze waarop voortgang kan worden gemaakt in het internationale klimaatbeleid gedurende haar voorzitterschap van de G8 en de Europese Unie in 2005. De Britse premier heeft aangegeven klimaatbeleid tot speerpunt van deze voorzitterschappen te zullen maken. Mogelijk zal het VK-voorzitterschap gebruik kunnen maken van deze aanbevelingen tijdens hun voorzitterschap. De intentie achter de aanbevelingen om voortgang te boeken bij het realiseren van een wereldwijd regime voor het beperken van het broeikaseffect, wordt door Nederland vanzelfsprekend ondersteund.

Het rapport1 zou bij kunnen dragen aan een actievere internationale opstelling en meer draagvlak voor verdergaande internationale afspraken. Uiteindelijk kunnen er dan natuurlijk wel effecten ontstaan voor het binnenlandse beleid. Het rapport geeft geen nieuwe wetenschappelijke inzichten, maar formuleert op basis van IPCC rapporten in combinatie met de resultaten van recent onderzoek normatieve beleidsmatige aanbevelingen. Het rapport is opgesteld door de International Climate Change Taskforce. Deze Taskforce is opgezet door het Institute for Public Policy Research (UK), The Australia Institute (Aus) en het Center for American Progress (US).

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijk Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven