nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel III worden twee volzinnen toegevoegd, luidende: Indien het
Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni
2004, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Daarbij wordt eveneens toepassing
gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.
TOELICHTING
Het streven is en blijft erop gericht om het onderhavige wetsvoorstel
met ingang van 1 juli 2004 in werking te laten treden, zodat per die
datum kan worden uitgegaan van de beoogde basishuren. Hiermee worden namelijk
de bezuinigingen die (voor het eerst) per 1 juli 2004 moeten plaatsvinden,
gerealiseerd.
Met het voorgestelde artikel III, tweede volzin, van het wetsvoorstel
wordt beoogd, indien de datum van 1 juli 2004 onverhoopt niet gehaald
zou worden, het wetsvoorstel in werking te laten treden zo spoedig mogelijk
na die datum, in concreto met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Hiermee wordt bewerkstelligd dat
de door het niet halen van 1 juli 2004 optredende negatieve gevolgen
voor voormelde bezuinigingen beperkt blijven.
Ook hierbij wordt toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke
referendumwet. Zou een dergelijke voorziening achterwege blijven, dan bestaat
de kans dat door de werking van de artikelen 12 en 13 van de Tijdelijke referendumwet
het onderhavige wetsvoorstel nog later in werking treedt, hetgeen nog verdergaande
negatieve gevolgen voor voormelde en per 1 juli 2004 voorziene bezuinigingen
zou hebben.
Overigens, de verhoging van de basishuren met € 12 betreft een
voor de huurder belastende maatregel, die niet met terugwerkende kracht in
werking mag treden.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
S. M. Dekker