29 463
Wijziging van de Huursubsidiewet (verhoging van het gedeelte van de rekenhuur dat voor rekening van de huurder blijft)

nr. 6
VERSLAG

Vastgesteld 29 april 2004

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave

1. Algemeen

2. Berekeningsmethodiek

3. Twee begrippen: normhuur en basishuur

4. Alternatieven

5. (Neven)effecten

6. Artikelsgewijs

7. Nota van wijziging

1. Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van de voorstellen tot wijziging van de Huursubsidiewet. Deze wijzigingen vloeien voort uit de afspraken vastgelegd in het Hoofdlijnenakkoord.

De leden van de PvdA-fractie reageren negatief op het voorliggende wetsvoorstel. De leden vinden dat er bezuinigd moet worden, maar kiezen er dan voor dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.

De leden van de SP-fractie hebben onthutst kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. De leden vragen zich af hoe met goed fatsoen een dergelijke wet kan worden doorgezet.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele vragen over de voorgestelde versobering van de huursubsidie.

2. Berekeningsmethodiek

De leden van de PvdA-fractie vragen hoeveel er wordt bespaard op de uitgaven voor de huursubsidie in 2004 en latere jaren als gevolg van de beperking van de verhoging van de huren tot 2,9%.

De leden van de D66-fractie vinden in het wetsvoorstel de motivering van de voorgestelde versobering van de huursubsidie enigszins onderbelicht en verzoeken de regering een nadere onderbouwing van het wetsvoorstel te geven. Kan de regering hierbij ook ingaan op de gevolgen van de versobering van de huursubsidie op de armoedeval?

3. Twee begrippen: normhuur en basishuur

De leden van de PvdA-fractie interpreteren de toelichting van de regering op de introductie van het nieuwe begrip basishuur naast het begrip normhuur als volgt: normhuren zijn de bedragen die gelet op het inkomen redelijkerwijs aan huur kunnen worden betaald. De regering stapt nu van dit principe af door het begrip basishuur, het bedrag dat huurders zelf moeten betalen vanwege budgettaire problemen van het rijk, te introduceren. Graag een reactie van de regering hierop.

De leden van de SP-fractie willen in herinnering roepen dat de jaarlijkse stijging van de normhuur, de stijging van bijvoorbeeld de bijstandsuitkering geregeld overschrijdt. Met het voorliggende wetsvoorstel vragen de leden of er niet een aanzet gegeven wordt om nu en in de toekomst de solidariteit tussen huursubsidiegerechtigden en niet huursubsidiegerechtigden af te breken.

4. Alternatieven

De leden van de CDA-fractie zijn het met de regering eens dat de overwogen alternatieven, uitgaande van het voorgestelde model van een zo generiek mogelijke maatregel, een slechtere uitkomst hebben. Overigens zouden deze leden graag aangegeven zien hoe het voorliggende wetsvoorstel uitwerkt voor de verschillen inkomenscategorieën.

De leden van de D66-fractie vragen een nadere toelichting waarom de regering niet heeft gekozen voor inkomens- of huurprijsafhankelijke versobering van de huursubsidie.

5. (Neven)effecten

De leden van de PvdA-fractie merken op dat door te bezuinigen op de huursubsidie het besteedbare inkomen van een alleenstaande AOW-er afneemt van 200 euro naar 188 euro per maand. Terwijl aan de andere kant de regering de gezamenlijke huiseigenaren zonder hypotheek een lastenverlichting ter waarde van 250 miljoen euro geeft. De leden wijzen deze keuze af. Wat zijn de inkomenseffecten van de maatregelen voor ouderen zonder aanvullend pensioen? Wat betekent dit voor hun vrij besteedbaar maandelijks inkomen?

Wat zijn de inkomenseffecten van deze maatregel? In hoeverre wordt de groep huursubsidieontvangers ook geraakt door andere lastenverzwaringen die de regering doorvoert in 2004? De leden vragen de regering inzicht te verschaffen in deze maatregelen en de gezamenlijk inkomenseffecten ervan.

Tevens vragen de leden van de PvdA-fractie wat de effecten van deze maatregel zijn op de segregatie in de steden. Door de verlaging van de huursubsidie neemt de keuzevrijheid van mensen met lage inkomens verder af. Mensen met lage inkomens, allochtonen zijn hier helaas in oververtegenwoordigd, zullen nog meer dan nu aangewezen worden op buurten met een hoge concentratie huurwoningen met lage huren. Verdere segregatie zal het gevolg zijn. De leden willen inzicht in de omvang van dit effect en vragen de regering in hoeverre dit meegewogen is bij de totstandkoming van het voorliggende wetsvoorstel. Wat gaat de regering er aan doen om dit negatieve effect ongedaan te maken?

De leden van de PvdA-fractie merken op dat de regering regelmatig 1 van de 56 aandachtwijken bezoekt waar herstructurering versneld moet worden. Heeft de regering daar in gesprekken met bewoners ook geconcludeerd dat bewoners nieuwbouwplannen afwijzen uit angst voor het feit dat ze door deze en verdere bezuinigingen op de huursubsidie de nieuwe of opgeknapte woningen niet meer kunnen betalen? Heeft de regering dit effect meegewogen bij de totstandkoming van het voorliggende wetsvoorstel? Wat gaat de regering doen om dit effect te mitigeren?

De leden van de SP-fractie merken op dat in tijden zoals deze waarin veel bezuinigd wordt een koopkrachteffect van een 0,5 tot 1% voor veel mensen niet is op te brengen. De leden vragen zich dan ook af waarom de regering, dat toch gekend is als aanjager van de discussie over normen en waarden, tot een dergelijke stap over gaat.

6. Artikelsgewijs

Artikel 27

In het nieuwe artikel 27 lid 8 is sprake van een algemene maatregel van bestuur waardoor diverse bedragen genoemd in het wetsvoorstel hoger of lager kunnen worden gesteld. De leden van de CDA-fractie missen hier een mogelijkheid voor de Kamer om zich over de algemene maatregel van bestuur uit te spreken. Graag zien zij hierover toezeggingen, zoals een voorhangprocedure.

De leden van de SP-fractie merken op dat de regering zichzelf het recht toeeigent om, wanneer zij wil, middels een algemene maatregel van bestuur het te betalen bedrag te verhogen. De leden vragen zich af of huurders zich niet in de toekomst voor ernstige verhogingen gesteld gaan zien. Waarom wordt geen maximering van het bedrag opgenomen in het wetsvoorstel?

7. Nota van wijziging

Met betrekking tot de voorstellen in de nota van wijziging vragen de leden van de CDA-fractie of de genoemde gerichte controles wel effectief genoeg zijn.

De leden van de PvdA-fractie merken op dat in de nota van wijziging ook het automatisch toetsen van de aanvangshuur bij een huursubsidieaanvraag van particuliere verhuurders en begeleid wonen, achterwege wordt gelaten. De huurcommissies moeten nu jaarlijks 25 000 van dit soort toetsingen uitvoeren. Het gevolg is dat in 5% van deze gevallen teveel huursubsidie wordt betaald. Bovendien worden huursubsidieontvanger minder automatisch dan nu beschermd tegen een te hoge vaststelling van de huurprijzen. Huurders houden het recht om naar de huurcommissie te stappen, maar mensen die zwak in hun schoenen staan zullen hier het slachtoffer van zijn. De leden van de PvdA-fractie zijn niet overtuigd van de noodzaak van deze maatregel. De leden concluderen dat de regering in de memorie van toelichting niet duidelijk maakt wat de kosten en baten van deze maatregelen zijn. Deze leden willen dat de regering de kosten en baten van deze maatregel kwantificeert.

De nota van wijziging bevat voorstellen die geen enkel verband houden met het voorliggende wetsvoorstel waarover de Raad van State advies is gevraagd. De leden van de PvdA-fractie vragen de regering dit alsnog te doen. Deze voorstellen hebben in tegenstelling tot de rest van het wetsvoorstel geen spoedeisend karakter en de leden zien dan ook geen reden af te zien van een advies van de Raad van State.

De voorzitter van de commissie,

Buijs

De griffier van de commissie,

Van der Leeden


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), van Gent (GL), Geluk (VVD), Dijsselbloem (PvdA), ondervoorzitter, Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van den Brink (LPF), Van Bochove (CDA), De Ruiter (SP), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Koopmans (CDA), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Veenendaal (VVD).

Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GL), Luchtenveld (VVD), Boelhouwer (PvdA), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Algra (CDA), Kraneveldt (LPF), Varela (LPF), Ten Hoopen (CDA), Vergeer (SP), Vos (GL), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Giskes (D66), Gerkens (SP), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Wolfsen (PvdA), Oplaat (VVD).

Naar boven