29 461
Arbeidsgehandicapten en reïntegratie

28 333
WAO-stelsel

nr. 40
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 20 december 2007

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft op 22 november 2007 overleg gevoerd met minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over:

– de brief van de minister van SZW d.d. 2 juli 2007 over uitvoeringskosten van de WGA en IVA en de voorgenomen wijzigingen in de opzet van de SZW-begroting (31 031-XV, nr. 11);

–  de brief van de minister van SZW d.d. 3 juli 2007 houdende de kerngegevens Maatschappelijke situatie 2006 (30 800-XV, nr. 75);

–  de brief van de minister van SZW d.d. 18 juli 2007 inzake brief van diverse belangenorganisaties over medische arbeidsongeschiktheidskeuring UWV (28 333, nr. 94);

–  de brief van de minister van SZW d.d. 16 augustus 2007 over uitspraken van de Centrale Raad van Beroep over WAO-beoordeling door verzekeringsartsen in opleiding (28 333, nr. 96);

–  de brief van de minister van SZW d.d. 31 augustus 2007 houdende de Arbeidsgehandicaptenmonitor 2006 (29 461, nr. 36);

–  de brief van de minister van SZW d.d. 3 september 2007 over de uitvoering van de kopjesregeling en vervolguitkeringen WW (26 448, nr. 341);

–  de brief van de minister van SZW d.d. 16 oktober 2007 houdende het kabinetsstandpunt inzake mediprudentie in de verzekeringsgeneeskunde (28 333, nr. 97).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand samenvattend verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

De heer Ulenbelt (SP) vindt de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) eigenlijk geen fatsoenlijke verzekering tegen arbeidsongeschiktheid. Uit de cijfers over 2006 blijkt dat de meer helft van de aanvragen voor de WIA, dus van mensen die al twee jaar ziek zijn, wordt afgewezen.

–  Wat gebeurt er met de mensen van wie de WIA-aanvraag wordt afgewezen?

–  Wanneer erkent de minister dat voor een belangrijk deel van de chronisch zieken en gehandicapten het verrichten van betaald werk niet tot de mogelijkheden behoort? Wanneer komt het zoet voor deze groep?

–  Hoe is het mogelijk dat binnen de groep mensen van wie de uitkering wordt verlaagd of beëindigd twee keer zo veel mensen zitten met een moeilijk objectiveerbare aandoening als mensen met een andere aandoening?

–  Kan de minister een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren naar de verzekeringsgeneeskundige praktijk bij UWV en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) vragen om UWV te visiteren? Kan hierbij de supervisierelatie tussen verzekeringsartsen en artsen in opleiding worden meegenomen?

–  Waarom wordt gestopt met de Arbeidsgehandicaptenmonitor? Worden de vragen uit de Arbeidsgehandicaptenmonitor opgenomen in de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden?

–  Kan ervoor worden gezorgd dat mediprudentie openbaar wordt gemaakt, net als jurisprudentie? Kunnen belanghebbenden buiten de beroepsgroep, zoals belangenbehartigers, deze gebruiken?

De heer Van Hijum (CDA) zegt dat de inkomensachterstand van werkende arbeidsgehandicapten nog steeds relatief groot is. Er is nog een wereld te winnen, zowel in het aan het werk helpen van arbeidsgehandicapten als in het aan het werk houden en laten doorgroeien van mensen die nog wel werk hebben.

–  Hoe kunnen de 120 000 arbeidsgehandicapten die hebben aangegeven te willen werken, maar niet zijn ingeschreven bij het CWI worden bereikt?

–  Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de motie-Van Hijum/Heerts over het stimuleren van de uitrol van poortwachtercentra over het hele land?

–  Is de materiële zorgvuldigheid van keuringsbesluiten voldoende gewaarborgd?

–  Hoe is de motie met betrekking tot keuringen bij moeilijk objectiveerbare aandoeningen uitgevoerd? Geeft UWV voldoende bekendheid over de mogelijkheid om een nieuwe keuring aan te vragen als de verzekerde bezwaar heeft tegen de uitkomst van de keuring? Wat is de betekenis van mediprudentie voor deze doelgroep? Hoe wordt de kennis over moeilijk objectiveerbare aandoeningen bij verzekeringsgeneeskundigen verdiept?

–  Kunnen de subsidies aan het Breed Platform Verzekerden en Werk en het WAO café voor hun adviesfunctie worden voortgezet?

De heer Heerts (PvdA) steunt de hoofdlijn van het in gang gezette beleid op het gebied van arbeidsongeschiktheid, zeker waar het gaat om preventie en re-integratie.

–  Kan de minister voor de begrotingsbehandeling een brief aan de Kamer zenden met een tijdpad voor de voorstellen om werken aantrekkelijker te maken voor WAO’ers?

–  Is bekend waarom een groot deel van de 160 000 gehandicapten die willen werken recent geen pogingen heeft ondernomen om werk te vinden? Hoe komt het dat driekwart van deze groep niet staat ingeschreven bij het CWI? Is meer specifieke hulp bij re-integratie voor deze groep wenselijk? Welke rol ziet het kabinet voor zichzelf weggelegd om deze mensen over de streep te trekken?

–  Kan meer voorlichting worden gegeven aan werkgevers en werknemers om het aantal WIA-aanvragen dat niet leidt tot een uitkering te beperken?

–  Wanneer kan een vervolgadvies van de Stichting van de Arbeid worden verwacht over mensen jonger dan 35 die arbeidsongeschikt zijn of worden? Is het onderzoek al afgerond?

–  Kan UWV in het mediprudentiesysteem casussen opnemen over moeilijk objectiveerbare aandoeningen, zoals ME/CVS, en deze conform het advies van de Gezondheidsraad toegankelijk maken voor het publiek? Kunnen patiëntenen cliëntenorganisaties worden betrokken bij het opstellen van deze casussen?

De heer Tony Van Dijck (PVV) is opgevallen dat de Kamer zeer veel rapporten en onderzoeken ontvangt over arbeidsongeschiktheid, de WIA en aanverwante zaken die vaak dezelfde strekking hebben.

–  Kan de minister de informatievoorziening aan de Kamer over arbeidsongeschiktheidsregelingen meer stroomlijnen? Kan het aantal onderzoeken worden beperkt?

–  Hoe reëel is de schatting inzake de daling van de uitvoeringskosten van WIA en WAO? Waarop is de geschatte daling gebaseerd? Is rekening gehouden met de herbeoordelingsoperatie voor mensen van 45 jaar en ouder?

–  Klopt het dat het medische dossier dat wordt gebruikt bij herbeoordelingen is gebaseerd op het nieuwe schattingsbesluit? Is het mogelijk om herbeoordelingen te baseren op het dossier van voor de eerste herbeoordeling?

–  Hoeveel van de werkende arbeidsgehandicapten hebben een reguliere baan?

–  De helft van de arbeidsgehandicapten heeft rug- en nekklachten, wat moeilijk objectiveerbare aandoeningen zijn. Hoe verhoudt dit aandeel zich tot dat van tien jaar geleden?

–  Worden de ten onrechte verstrekte uitkeringen op grond van de kopjesregeling die aan 2100 mensen zijn verstrekt, teruggevorderd en, zo ja, hoe? Hoe ziet de nieuwe regeling binnen de Toeslagenwet eruit? Is deze goed uitvoerbaar?

De heer Blok (VVD) vond de brief over de uitvoeringskosten lastig te beoordelen bij gebrek aan vergelijkingsmateriaal.

–  Kan de minister de tabel over de uitvoeringskosten nader toelichten?

–  In brief van 3 juli over kerngegevens Maatschappelijke situatie 2006 staat dat de arbeidsparticipatie van chronisch zieken stijgt. In de brief van 31 augustus over de arbeidsgehandicaptenmonitor 2006 staat echter dat de participatie van arbeidsgehandicapten daalt en dat er sinds 2006 sprake is van stabilisatie. Hoe verhoudt dit zich tot elkaar?

–  Is informatie beschikbaar over de toegankelijkheid van arbeidsongeschiktheidsregelingen in andere westerse landen voor mensen met moeilijk objectiveerbare aandoeningen? Is bekend hoe veel deze aandoeningen voorkomen onder de bevolking van andere landen?

Antwoord van de minister

De minister zegt dat er toezicht is op de kwaliteit van de keuringen van UWV. Daaruit blijkt niet dat mensen ten onrechte worden afgewezen. De keuring voor arbeidsgeschiktheid is geen puur medische keuring, maar is gericht op de vraag of iemand als gevolg van zijn ziekte beperkingen heeft wat betreft zijn arbeidsmogelijkheden. Goedkeuring betekent dus niet dat niet wordt erkend dat iemand ziek is.

–  Van de mensen van die de WIA-aanvraag wordt afgewezen, is 46% aan het werk bij de eigen of een andere werkgever en is 43% niet aan het werk. De overigen hebben wel een dienstverband, maar werken niet bijvoorbeeld omdat er een ontslagprocedure of een re-integratietraject loopt.

–  Personen zonder werkgever van wie de aanvraag wordt afgewezen, krijgen onmiddellijk een re-integratiecoach toegewezen van de WW. Er bestaat dus geen wachttijd, zoals gebruikelijk is bij de WW.

–  De relatief slechte inkomenspositie van arbeidsgehandicapten ten opzichte van de algemene bevolking hangt voornamelijk samen met de lagere arbeidsparticipatie van deze groep. Als wordt gecorrigeerd voor participatie en andere elementen van de achtergrondkenmerken, verdwijnt het grootste deel van het verschil.

–  Het kabinet beschouwt verbetering van de arbeidsparticipatie als belangrijkste middel om de inkomenspositie van deze groep te verbeteren. Er wordt bezien hoe bijzondere lasten als gevolg van een chronische ziekte kunnen worden opgevangen binnen het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

–  UWV is voorwerp van inspecties door de Inspectie Werk en Inkomen (IWI). Het IWI heeft geconcludeerd dat de herbeoordelingen worden uitgevoerd in overeenstemming met de regels en de richtlijnen die daarvoor gelden en dat de kwaliteit ervan aan de standaarden voldoet. Het is derhalve niet nodig om andere vormen van toezicht in te voeren, bijvoorbeeld via visitaties door de KNMG.

–  Er wordt geprobeerd om voor verschillende aandoeningen te komen tot intercollegiale toetsing binnen UWV. Daarnaast worden protocollen opgesteld, ook specifiek gericht op de implementatie. Op die basis wordt met gekozen casussen de systematiek van mediprudentie ontwikkeld.

–  De minister is bereid om te bezien in hoeverre mediprudentie openbaar kan worden gemaakt. Het gevaar van publicatie van mediprudentie is echter dat deze vooral juridische informatie gaat bevatten, in plaats van medische informatie ten behoeve van de verzekeringsartsen om tot een zekere standaardisering te komen in de beoordelingen. Er zal in elk geval inzichtelijk worden gemaakt wat er gebeurt.

–  Er worden veel verschillende onderzoeken gedaan op het terrein van arbeidsongeschiktheid. Dat leidt tot verwarring omdat verschillende onderzoeksmethoden worden gebruikt en verschillende groepen worden onderzocht. Daardoor zijn de uitkomsten niet goed vergelijkbaar.

–  Op dit moment wordt in samenspraak met onderzoekers en cliëntenorganisaties bezien hoe de vraagstelling uit de Arbeidsgehandicaptenmonitor kan worden opgenomen in de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden om bruikbare informatie te verzamelen over de arbeidsdeelname van arbeidsgehandicapten. Er moet een gemeenschappelijke basis worden ontwikkeld en eenduidige definities.

–  Het is de bedoeling dat UWV en CWI zelf hun klanten goed informeren. Op dit moment is dat nog niet volledig gewaarborgd. Daarom zal worden bezien of, als daar een aanvraag voor komt, de subsidies voor het Breed Platform Verzekerden Werk en het WAO café kunnen worden verlengd voor 2008 om te voorkomen dat de deskundigheid op dit terrein verloren gaat. Daarop zal terug worden gekomen bij de behandeling van de begroting SZW.

–  De lokale inbedding van de informatiefunctie hangt samen met de verdere ontwikkeling op het terrein van de stroomlijning binnen de SUWI-keten in de samenwerking met gemeenten.

–  De Centrale Raad voor Beroep heeft bepaald dat verzekeringsartsen in opleiding niet altijd beschouwd mogen worden als verzekeringsarts. Er is sprake van een formele onbevoegdheid, waaruit niet onmiddellijk kan worden afgeleid dat dit een materiële betekenis heeft voor de keuringen. Uit de IWI-inspecties en de gegrond verklaarde klachten blijkt niet dat de keuringen inhoudelijk onjuist zijn. Vanaf 1 december 2007 moet de mentor van een arts in opleiding de medische rapportage contrasigneren. Het zal moeten blijken of dit in veel gevallen leidt tot aanpassing van het medisch oordeel.

–  De niet arbeidsongeschikt verklaarde personen die niet ingeschreven staan bij het CWI kunnen via het algemene beleid inzake re-integratie worden bereikt. Daarnaast kan ondersteuning worden gegeven via de SUWI-keten. Er wordt bezien wat de positie is van niet-uitkeringsgerechtigden op dit terrein.

–  In 2007 wordt een lichte daling verwacht van het aantal afwijzingen van WIA-aanvragen dat nu ongeveer 45% bedraagt.

–  Er zal worden bezien hoe het opzetten van poortwachtercentra kan worden ondersteund. Hier zal nader op worden ingegaan bij de behandeling van de begroting.

–  Omdat de cijfers nog niet helder en eenduidig zijn, is het de vraag of nu al een advies moet worden gevraagd aan de Stichting van de Arbeid over de positie van 35-minners. De sociale partners zal wel worden gewezen op de afspraken die hierover zijn gemaakt op basis van het eerste advies. Het is de minister niet bekend dat de Stichting van de Arbeid nu al een nieuw advies voorbereidt.

–  De minister kan de Kamer nog geen concreet tijdpad geven inzake de voorstellen om werken aantrekkelijker te maken voor WAO’ers ouder dan 45 jaar. Deze voorstellen vereisen wijziging van wetgeving. De minister gaat ervan uit dat hij in het voorjaar van 2008 met voorstellen kan komen.

–  Mediprudentie heeft ook betrekking op moeilijk objectiveerbare aandoeningen. Er is een eerste protocol opgesteld voor een van deze aandoeningen.

–  De keuringen bij moeilijk objectiveerbare aandoeningen zijn niet minder nauwkeurig dan die bij andere aandoeningen. Inherent aan de aard van de verschijnselen, worden de vragen met betrekking tot de beperkende effecten ervan op de arbeidscapaciteit vaak verschillend beoordeeld door de aanvrager en de beoordelaar. Daarom wordt geprobeerd om dergelijke beoordelingen beter hanteerbaar te maken voor verzekeringsartsen, mede op basis van adviezen van de Gezondheidsraad.

–  Cliënten worden betrokken bij het opstellen van mediprudentie en protocollen.

–  Iedere cliënt die bezwaar maakt tegen een afwijzing, kan bezwaar aantekenen als een second opinion.

–  De minister heeft op dit moment geen informatie over de wijze waarop in het buitenland wordt omgegaan met moeilijk objectiveerbare aandoening in relatie tot arbeidsongeschiktheidsregelingen. Hij zal bezien of deze informatie beschikbaar is.

–  De besparing van de uitvoeringskosten in 2008 ten opzichte van 2007 is het gevolg van de sterke daling van de implementatiekosten en van de lagere structurele uitvoeringskosten als gevolg van afname van het zittende bestand. De ingeboekte besparing is reëel. Dit kan verder worden besproken bij de behandeling van de begroting.

–  Bij de herbeoordelingen wordt het bestaande medische dossier gebruikt. Dat is niet aangepast op basis van het nieuwe schattingsbesluit. In bepaalde gevallen worden mensen ook op grond van het oude schattingsbesluit minder of niet arbeidsongeschikt verklaard.

–  Nek- en rugklachten maken een belangrijk deel uit van de moeilijk objectiveerbare aandoeningen. Dat was ook in het verleden het geval.

–  Te veel betaalde vergoedingen op basis van de kopjesregeling worden niet teruggevorderd. De 2100 betrokkenen hebben een aanzegging ontvangen dat zij deze tegemoetkoming per 1 november 2007 niet meer zullen ontvangen. De herstelactie heeft plaatsgevonden in de periode van 1 juli tot 1 november. In die periode zijn de kopjes doorbetaald.

–  In tabel 2 staat welk deel van de uitvoeringskosten van UWV toegeschreven moet worden aan de verschillende wetten. Dat zegt niets over de verhoudingen binnen de totale kosten van de uitvoering van die wetten.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Wit

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Esmeijer


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), De Wit (SP), voorzitter, Van Gent (GroenLinks), Hamer (PvdA), Blok (VVD), Nicolaï (VVD), Jan Jacob van Dijk (CDA), Smeets (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Omtzigt (CDA), Van Hijum (CDA), Koer Kaya (D66), Jonker (CDA), ondervoorzitter, Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Tony van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Thieme (PvdD), Karabulut (SP) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Gerkens (SP), Vendrik (GroenLinks), Wolfsen (PvdA), De Krom (VVD), Weekers (VVD), De Rouwe (CDA), Depla (PvdA), Aptroot (VVD), Sterk (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Pechtold (D66), Spies (CDA), Irrgang (SP), Lempens (SP), Cramer (ChristenUnie), Biskop (CDA), Kamp (VVD), Joldersma (CDA), Fritsma (PVV), Tang (PvdA), Ouwehand (PvdD), Gesthuizen (SP) en Heijnen (PvdA).

Naar boven