29 453
Woningcorporaties

nr. 133
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 oktober 2009

Inleiding

Bij brief van 13 maart jl. (kamerstuk 29 453, nr. 109) heb ik uw Kamer bericht meer inzicht te willen krijgen in het beleid en de (preventieve) maatregelen die individuele corporaties hebben ontwikkeld op het gebied van integriteit. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) heb ik verzocht dit door middel van een nulmeting in beeld te brengen. Thans zijn de resultaten van deze nulmeting bekend.

Graag informeer ik uw Kamer met deze brief over de belangrijkste bevindingen uit het rapport. Voorts wil ik u informeren over de stand van zaken ten aanzien van de overige onderzoeken op het gebied van integriteit.

Het rapport Borging waarden woningcorporaties Nulmeting integriteitsbeleid treft u aan als bijlage1.

Nulmeting (1e Fase)

Het doet mij deugd te kunnnen constateren dat, op basis van de uitkomsten van deze fase van het onderzoek, het overgrote deel van de woningcorporaties op eigen aangeven op belangrijke onderdelen goed scoort. Zo geeft ruim 87% van de corporaties aan beleid te hebben geformuleerd ten aanzien van integer handelen. Daarin besteedt 80% van de toegelaten instellingen tevens aandacht aan melding van misstanden (klokkenluiderregeling).

Op een aantal punten zie ik verbetermogelijkheden. Zo blijkt uit de enquête dat bij 31% van de woningcorporaties geen vertrouwenspersoon is aangesteld. Bij 46% van de corporaties vindt screening plaats van medewerkers in kwetsbare functies en bij 10% van de corporaties wordt aan nieuw aan te stellen medewerkers een verklaring omtrent goed gedrag gevraagd. Verder blijkt dat 37% van de corporaties niet beschikt over richtlijnen rond het te volgen onderhandelingsproces bij vastgoedtransacties. Bovendien blijkt 18% van de corporaties (nog) niet bekend te zijn met het Meldpunt integriteit. Daarbij dient aangetekend te worden dat begin juli van dit jaar de brochure over het Meldpunt naar alle corporaties is gegaan en dat de enquête van het CFV eerder is uitgezet, namelijk half mei. De verbeterpunten zijn voor mij aanleiding om nadere stappen te zetten. Ik ben voornemens volgend jaar een gericht vervolgonderzoek in te stellen bij alle corporaties op die aspecten die nog niet goed geregeld zijn, teneinde vast te kunnen stellen of er voortgang is geboekt.

Non-respons

Het onderzoek is verricht door middel van een enquête onder alle toegelaten instellingen, waarbij de enquête is voorgelegd aan het bestuur van de woningcorporatie en de Raad van Commissarissen. De respons ten aanzien van de vragenlijsten voor de besturen en de Raden van Commissarissen bedraagt respectievelijk 93% en 88%.

Ik vind het kwalijk te moeten constateren dat een aantal toegelaten instellingen na meerdere rappelbrieven geen medewerking heeft verleend aan dit onderzoek. Het imago van de corporatiesector staat onder druk en alle ogen zijn op hen gericht. Het is moeilijk te begrijpen als er dan geen medewerking wordt verleend. De lijst van non-respondenten is terug te vinden in bijlage B2 van het rapport. Wellicht dat publicatie een aansporing is om de volgende keer wel mee te werken. Zoals ik reeds in mijn brief van 3 april jl. heb aangekondigd zal door de VROM Inspectie permanent het risico worden geanalyseerd aangaande integriteit bij corporaties. Non respons van woningcorporaties zal ik als belangrijke indicator laten opnemen.

Aanbevelingen CFV

Het CFV komt tot de volgende aanbevelingen:

• Verbetering van de risicoanalyse, de inbedding van het integriteitsbeleid in de reguliere planningen controlcyclus en de interne controlemaatregelen bij vastgoedtransacties;

• De inzet van preventieve maatregelen bij werving en selectie, de evaluatie van integer handelen bij functioneringsgesprekken en het organiseren van bewustwordingsactiviteiten en dilemmatrainingen;

• Actieve betrokkenheid van de Raad van Commissarissen bij het onderwerp integriteit;

• Vangnet bij dilemma’s en incidenten. Het stelsel van maatregelen dat woningcorporaties hebben getroffen om te reageren op (meldingen van) inbreuken op de integriteit, kan op een aantal aspecten verder worden verbeterd.

Verbetering van de interne controlemaatregelen bij vastgoedtransacties, beschouw ik als nadere onderbouwing voor de te nemen maatregelen zoals ik heb aangekondigd in mijn brief van 12 juni jl. (Kamerstuk 29 453, nr. 118). Te denken valt aan het verplicht vooraf voorleggen van transacties van registergoederen aan de Raden van Commissarissen, danwel de Autoriteit.

De aanbevelingen betreffen met name de bedrijfsvoering van de corporaties zelf en om die reden zal ik ze expliciet onder de aandacht van alle woningbouwcorporaties brengen. Zij zullen dit rapport toegestuurd krijgen. In mijn aanbiedingsbrief aan de corporaties zal ik mijn verwachting uitspreken dat verbetering plaats zal vinden. Ook om die reden zal ik volgend jaar gericht een onderzoek laten verrrichten op de onderdelen die nu niet goed zijn gegaan.

De Raden van Commissarissen zullen schriftelijk benaderd worden. Zij hebben een specifieke rol en verantwoordelijkheid bij het toezien op integriteit binnen de corporatiesector. Uit het rapport blijkt dat de Raad van Commissarissen over het algemeen positiever zijn over de kwaliteit van de verschillende onderdelen van het integriteitsbeleid dan het bestuur. In de aanbiedingsbrief gericht aan de Raden van Commissarissen benadruk ik nog eens uitdrukkelijk hun cruciale rol.

Onderzoek nulmeting integriteitsbeleid 2e fase

Het CFV is momenteel gestart met het interviewen van de bestuurders en (delegaties) van de Raden van Commissarissen van 21 corporaties. Doelstelling van deze fase is om inzicht op te doen over de achtergronden van good- en bad practices, c.q. de beweegredenen en omstandigheden die hiertoe hebben geleid. Deze fase van het onderzoek is eind dit jaar afgerond.

Individuele Oordeelsbrief 2009

In mijn Individuele Oordeelsbrief kom ik terug op de door corporaties getroffen preventieve maatregelen omtrent «integer handelen». De meest belangrijke elementen van het instrumentarium om qua opzet integer handelen te bevorderen worden nog eens op de rij gezet. Daaruit zal tevens blijken op welke onderdelen nog verbeteringen mogelijk zijn. Dat zelfde gebeurt met de meest belangrijke elementen van het interne toezicht op het integer handelen van de bestuurder en de interne toezichthouder en het instrumentarium dat hiertoe ten behoeve van de gehele organisatie is ontwikkeld. Het CFV zal met die corporaties in overleg treden waar mogelijk een verschil van inzicht is of er al dan niet verbeteringen mogelijk en wenselijk zijn. Verder zal ik die corporaties die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek hierop aanspreken.

Overige onderzoeken integriteit

In mijn brief van 3 april 2009 (kenmerk 29 453 nr. 106) heb ik u op hoofdlijnen geïnformeerd over mijn aanpak op het punt van integriteit van corporaties in brede zin. Ik heb aangegeven dat ik op een meer actieve wijze ga onderzoeken of er in de corporatiesector sprake is van integriteitsproblemen. Met de intensivering van het toezicht op corporaties, wordt enerzijds beoogd om eventueel misbruik vast te stellen en aan te pakken en anderzijds om een cultuuromslag te bewerkstelligen. Hierbij de stand van zaken met betrekking tot het project integriteit.

Stand van zaken meldpunt

Het meldpunt is op 7 april 2009 open gegaan. Tot en met 21 augustus 2009 heeft de commissie 133 signalen beoordeeld. Bij 99 van de 133 signalen betreft het klachten die gaan over huurprijzen, sloopplannen, overlast van buren, het functioneren van de corporatie e.d.. Deze klachten hebben geen betrekking op mogelijke integriteitschendingen en worden als burgerbrief afgehandeld c.q. doorverwezen naar huurgeschillen-commissie en/of klachtencommissie.

Een deel van de overige 34 in onderzoek genomen meldingen gaan over mogelijke onrechtmatigheden met een bestuursrechtelijk karakter. Te denken valt aan nevenactiviteiten. Daarnaast heeft een deel van de signalen betrekking op mogelijke onrechtmatigheid met een strafrechtelijk karakter. Te denken valt dan aan mogelijk onrechtmatige grond- en vastgoedtransacties (ABC-constructies). Als het gaat om onrechtmatigheden met een bestuursrechtelijk karakter vindt handhaving plaats, als het gaat om mogelijke onrechtmatigheden met een strafrechtelijk karakter vindt overdracht plaats aan de VROM-Inlichtingen- en Opsporingsdienst ten behoeve van strafrechtelijk vooronderzoek en handhaving.

Themaonderzoek «nevenfuncties»

Op uw verzoek doet de VROM Inspectie onderzoek naar de nevenfuncties van bestuurders. Er is echter een knelpunt met het opvragen van persoonsgegevens uit diverse bestanden vanwege recente wijzigingen in betreffende wetgeving. Hierover vindt overleg plaats met het Ministerie van Justitie en het Ministerie van Financiën. Gevolg is dat het themaonderzoek nevenfuncties niet in de 2e helft van 2009 geleverd kan worden. Indien de gegevens worden geleverd is de verwachting dat het onderzoek in het eerste kwartaal van 2010 gereed is.

Themaonderzoek «lessons learned»

De VROM Inspectie beschrijft op basis van interviews met interne toezichthouders ervaringen, valkuilen en risico-indicatoren op het vlak van integriteitsbeheersing voor (andere) interne toezichthouders. De eerste gesprekken hebben inmiddels plaatsgevonden. In november 2009 zullen de resultaten worden opgeleverd en aansluitend zal ik u dit rapport met een beleidsreactie toezenden.

Stand van zaken risico-analyse

In mijn brief van 3 april 2009 (Kamerstuk 29 453, nr. 106) heb ik aangegeven dat de VROM Inspectie het risico zal analyseren inzake integriteit bij corporaties. Op basis van gegevens uit openbare bronnen wordt methodisch bepaald waar bij corporaties het meeste risico wordt gelopen als het gaat om integriteit. Aan de hand van objectieve indicatoren wordt een indicatie verkregen van corporaties waar extra aandacht aan zal worden besteed. De themaonderzoeken en de nulmeting integriteit van het CFV vormen daar mede de voeding voor. Een eerste risico analyse is uitgevoerd. Op dit moment worden de uitkomsten van de nulmeting van het CFV naast de uitkomsten van de analyse gelegd en bekeken in welke mate deze resultaten kunnen worden gecombineerd.

In de 2e helft van 2009 zal hierover rapport worden uitgebracht.

Themaonderzoek «Preventieve doorlichting woningcorporaties»

In dit onderzoek wordt de sector met een meer diepgaande aanpak onderzocht op kwetsbaarheid voor criminaliteit. Dit onderzoek brengt in beeld in welke mate er sprake is van (de mogelijkheid tot) tot fraude, zelfverrijking en andere vormen van financieel economische criminaliteit. Voorbeelden van andere sectoren die op deze wijze zijn doorgelicht zijn: het betaald voetbal, de gezondheidszorg, de charitatieve sector, de goede doelensector, de taxibranche etc.. Het onderzoek is gereed in de eerste helft van 2010.

Ik vertrouw er op u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E. E. van der Laan


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven