Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2013
Bij de regeling van werkzaamheden op 18 december 2012 (Handelingen II 2012/13, nr.
36) zijn door de leden Van der Steur (VVD) en Helder (PVV) enkele vragen gesteld over
tbs-gestelden in de longstay. Hierbij beantwoord ik deze vragen.
Mevrouw Helder heeft gevraagd naar de verlofmogelijkheden van tbs-gestelden in de
longstay en de beveiliging van het verlof.
Tbs-gestelden die in de longstay verblijven kunnen alleen in aanmerking komen voor
begeleid verlof. Sinds 1 april 2012 is dit slechts mogelijk bij patiënten waarbij
door onafhankelijke deskundigen is vastgesteld dat zij vooral zorg nodig hebben in
combinatie met een lage behoefte aan structurele beveiliging. Door deze aanscherping
komen longstay-gestelden met een gemiddeld of hoog beveiligingsniveau niet langer
in aanmerking voor verlof. Met deze versobering vergroot ik de veiligheid in de samenleving.
Bij begeleid verlof is aan het begin sprake van beveiliging. De verlofregeling tbs
hanteert een vast stramien voor begeleid verlof: de beveiligde fase, de dubbel begeleide
fase en de enkel begeleide fase. In de beveiligde fase bestaat het toezicht tijdens
de verloven uit zowel een begeleider van het fpc als een daartoe opgeleide beveiliger.
De beveiligde fase neemt tenminste vijf verlofbewegingen in beslag. Het toezicht in
de dubbel begeleide fase bestaat uit twee begeleiders vanuit de fpc en in de laatste
fase van het begeleid verlof gaat nog één begeleider mee. De opbouw van deze fases
van begeleid verlof is bedoeld om begeleid verlof zo veilig mogelijk te laten verlopen
en om de risico’s voor de samenleving te minimaliseren. Alleen indien een verloffase
voorspoedig en volgens plan verloopt, zal kunnen worden overgegaan tot de volgende
fase van begeleid verlof.
Het Adviescollege Verloftoetsing tbs (Avt) adviseert bij alle verlofaanvragen over
het toekennen van het verlof. Op basis van het advies van het Avt bepaalt de Staatssecretaris
van Veiligheid en Justitie of en wanneer een tbs-gestelde daadwerkelijk een verlofmachtiging
krijgt.
De heer Van der Steur heeft gevraagd naar de herbeoordelingen van tbs-gestelden in
de longstay.
Sinds december 2010 wordt het beleid ten aanzien van de driejaarlijkse herbeoordelingen
van tbs-gestelden in de longstay uitgevoerd. Dit wordt gedaan door de Landelijke adviescommissie
plaatsing longstay forensische zorg (Lap). De Lap is een onafhankelijke commissie
die (sinds 2003) de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie adviseert over de
eventuele plaatsing van tbs-gestelden op een longstay-afdeling, de voortzetting van
de longstay-plaatsing of de opheffing ervan. Wanneer er sprake is van een verbeterde
mogelijkheid tot behandeling en het beveiligingsniveau laag is, kunnen longstay-gestelden
over worden geplaatst naar een andere voorziening waar voldoende zorg en beveiliging
kan worden geboden, zodat zij daar kunnen werken aan hun resocialisatie. Dit kunnen
behandelafdelingen in een fpc zijn of GGz-instellingen waar plaatsen zijn gecreëerd
voor tbs-patiënten met een chronische zorgbehoefte, en waar kan worden voorzien in
het vereiste niveau van beveiliging. Ik verwijs in dit kader tevens naar het beleidskader
Longstay forensische zorg dat bij brief van 3 februari 2009 aan de Tweede Kamer is
verzonden (Kamerstuk 29 452, nr. 98).
Op basis van de recent uitgevoerde driejaarlijkse herbeoordelingen is de verwachting
dat het aantal longstay-gestelden afneemt met ongeveer 30%. Een deel van de 30% kan
worden overgeplaatst naar een behandelafdeling van een fpc. Het andere deel kan, al
dan niet op termijn, naar de reguliere GGz worden overgeplaatst. Het spreekt voor
zich dat de maatschappelijke veiligheid voorop blijft staan. Daarom wordt in het behandelplan
uitgebreid aandacht besteed aan de wijze waarop het risicomanagement en het toezicht
op deze patiënten wordt geregeld.
Overigens worden het Beleidskader longstay en de verlofregeling voor longstay-gestelden
op dit moment geëvalueerd door advies- en onderzoeksbureau Significant, in opdracht
van het WODC. De resultaten hiervan zullen in de tweede helft van dit jaar naar de
Tweede Kamer worden verzonden.
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven