29 452
Tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel

nr. 119
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2009

Mede naar aanleiding van de aanbevelingen van de commissie-Visser zijn de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen die tot doel hebben de tenuitvoerlegging van de tbs veiliger te maken en daarmee de maatschappelijke veiligheid te vergroten. Een aantal van deze maatregelen heeft betrekking op het veiliger tenuitvoerleggen van verlof van tbs-gestelden.

Zo is het Adviescollege Verloftoetsing tbs ingesteld. Sinds 1 januari 2008 worden alle verlofaanvragen van tbs-gestelden inhoudelijk beoordeeld. Ook is geïnvesteerd in de verbetering van de begeleiding tijdens verlof. Hierover is uw Kamer op 11 december 2006 geïnformeerd (TK 2006–2007, 29 452, nr. 55). In 2007 is de training «Samen uit, samen thuis» ontwikkeld voor medewerkers van forensisch psychiatrische centra (fpc’s) die het verlof begeleiden. Hierin wordt hen geleerd alerter te zijn op indicaties voor een eventuele onttrekking. Alle medewerkers die tbs-gestelden begeleiden op verlof krijgen deze cursus. Inmiddels hebben ruim 900 medewerkers deze training gevolgd en zijn zij beter toegerust op hun taak als begeleider bij het verlof. Voorts zijn de technische mogelijkheden tot het veiliger tenuitvoerleggen van het verlof verkend, waaronder het knieslot. De Minister van Justitie heeft uw Kamer op 20 februari 2007 geïnformeerd (TK 2006–2007, 29 452, nr. 58) over deze technische mogelijkheden. Ten slotte is per 1 juli 2007 de beveiligde fase van het begeleid verlof ingevoerd. Bij de eerste vijf verlofbewegingen is sindsdien een beveiliger aanwezig.

De beveiligde fase is in 2008 en 2009 geëvalueerd. Hierbij bied ik u het eindrapport met mijn beleidsreactie aan. Tevens informeer ik u over de ontwikkelingen met betrekking tot het knieslot.

Uitkomsten evaluatie beveiligde fase van het begeleid verlof

Per 1 juli 2007 wordt de eerste fase van het begeleid verlof beveiligd door daartoe opgeleide beveiligers. De fpc’s bepalen of zij de beveiliging zelf doen of door de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) van de Dienst Justitiële Inrichtingen laten doen. Tien fpc’s maken gebruik van de diensten van DV&O. Twee fpc’s voeren de beveiliging zelf uit. In mei 2008 is gestart met de evaluatie van de beveiligde fase. Tijdens het beveiligd verlof is naast de beveiliger een medewerker van het fpc aanwezig.

Het onderzoek kent twee hoofdvragen. In de eerste plaats is onderzocht hoe de beveiligde fase in de praktijk wordt uitgevoerd en ervaren. In 2008 zijn circa 950 beveiligde verloven uitgevoerd; 800 daarvan werden beveiligd door DV&O. Er hebben zich geen onttrekkingen voorgedaan. Uit het onderzoek blijkt dat in de eerste periode na invoering van de beveiligde fase de samenwerking tussen de fpc’s en DV&O moeizaam verliep. Deze beginfase werd gekenmerkt door onduidelijkheid over de taken en verantwoordelijkheden van beide partijen. Sinds begin 2008 is de situatie volgens beide partijen goed werkbaar geworden. De waardering van de fpc’s voor de diensten van de beveiligers is goed te noemen en de beveiligers spreken hun genoegen uit over de welkome afwisseling die het beveiligen van begeleid verlof biedt. Ook bij de samenwerking tijdens het verlof doen zich weinig onvolkomenheden voor. Begeleider en beveiliger zijn goed op de hoogte van elkaars taken en verantwoordelijkheden.

In de tweede plaats is onderzocht welke effecten en neveneffecten van de maatregel zijn te verwachten. De beveiligde fase is ingevoerd om de begeleiding bij het verlof te verbeteren. Zoals hiervoor aangegeven hebben zich tijdens de beveiligde fase geen onttrekkingen voorgedaan. In de drie jaar voorafgaand aan de invoering van de beveiligde fase (2004 tot en met 2006) hebben zich twee onttrekkingen (zonder recidive) voorgedaan tijdens de fase van het begeleid verlof die nu beveiligd wordt.

Het beveiligd verlof kent een aantal neveneffecten. Zo ervaren de fpc’s een toegenomen administratieve belasting die wordt veroorzaakt door het extern aanvragen van de inzet van de beveiliging, het invullen van verlofevaluatieformulieren en het opstellen van stappenplannen voor het verlof. Het opstellen van een stappenplan voor het verlof wordt overigens niet altijd negatief beoordeeld, omdat een dergelijk document zijn nut kan bewijzen in het meer systematisch voorbereiden van het verlof. De inzet van DV&O-personeel bij de uitvoering van de beveiligde fase kost jaarlijks circa € 360 000.

beleidsreactie

Verlof is een essentieel onderdeel van het tbs-systeem; zonder het toekennen van verlof is resocialisatie niet mogelijk. Tegelijkertijd dient juist bij verlof de veiligheid van de samenleving centraal te staan. Zoals aangegeven zijn er de afgelopen jaren verschillende maatregelen genomen met het oog op een veilige tenuitvoerlegging van het verlof. Dit palet aan maatregelen heeft er mede toe geleid dat het aantal onttrekkingen uit verlof is afgenomen: van 99 in 2004 naar 28 in 2008.

Uit het evaluatieonderzoek beveiligd verlof blijkt dat de samenwerking tussen de fpc’s en DV&O in de loop van de tijd steeds beter is gaan verlopen en nu als goed wordt gekwalificeerd. Ik ben hier tevreden over.

Het forensisch psychiatrische veld heeft aangegeven op basis van het rapport geen grond te zien voor voortzetting van het beveiligd verlof zoals het nu wordt uitgevoerd. De fpc’s zien voor bepaalde doelgroepen, in specifieke situaties, wel het belang van het beveiligd verlof. De mogelijkheid tot beveiligd verlof zou open moeten blijven, voor individuele tbs-gestelden, op verzoek van het hoofd van de inrichting of op aanwijzing van het Adviescollege Verloftoetsing.

Toch wil ik de beveiligde fase van het begeleid verlof handhaven in de huidige vorm. Veiligheid is de afgelopen jaren immers een steeds beter geïntegreerd aspect in het verlof- en resocialisatieplan van de tbs-gestelde geworden. De beveiligde fase levert hier een bijdrage aan. Behalve dat zich sinds de invoering feitelijk geen onttrekkingen hebben voorgedaan, blijkt voorts uit het onderzoek dat de voorbereiding op het beveiligd verlof bijdraagt aan een meer systematische voorbereiding van het verlof als geheel. Ten slotte gaat er van de aanwezigheid van een beveiliger bij het verlof een preventieve werking uit.

Uitkomsten onderzoek naar haalbaarheid invoering knieslot

In 2006 en 2007 is onderzocht welke technische toepassingen een bijdrage kunnen leveren aan de veilige tenuitvoerlegging van het verlof. Dat onderzoek wees uit dat praktisch gesproken alleen het knieslot voor toepassing in aanmerking zou kunnen komen voor eventuele toepassing.

Medio 2007 is een haalbaarheidsonderzoek naar het knieslot gestart. Dit onderzoek zag op de technische haalbaarheid en was in december 2007 gereed. Uit het onderzoek bleek dat het technisch haalbaar is een knieslot te ontwikkelen. Een dergelijk systeem bestaat uit een lichtgewicht ortheseframe, voorzien van een kniescharnier dat de knie in (maximale) buiging brengt. Dat maakt lopen niet onmogelijk, maar wel dermate lastig dat onttrekking aan toezicht door hard weg te lopen onmogelijk is. Het knieslot dient op maat per persoon vervaardigd te worden om mogelijk lichamelijk letsel bij gebruik te voorkomen. Doordat het knieslot individueel vervaardigd dient te worden is het een kostbare aangelegenheid. De doorontwikkeling van het knieslot duurt ongeveer twee jaar. De kosten voor een eerste serie van honderd kniesloten bedragen circa € 1 800 000 oftewel € 18 000 per stuk.

In het Algemeen Overleg van 5 maart 2008 heb ik uw Kamer gemeld de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek met het veld te bespreken en een doelgroepeninventarisatie te laten uitvoeren. In 2008 is DJI-breed bezien in welke (verlof)situaties het knieslot ingezet zou kunnen worden. Uit deze inventarisatie bleek dat er voor dit instrument, naast verlofsituaties bij de tbs, geen andere toepassingsmogelijkheden zijn. Belangrijkste reden hiervoor is dat het knieslot op maat moet worden gemaakt en daarom een paar weken productietijd vergt, terwijl mogelijke toepassing binnen het gevangeniswezen de voor incidenteel verlof (bijvoorbeeld bezoek aan een ziekenhuis of een begrafenis) doorgaans per direct moet worden uitgevoerd. Derhalve kan er niet gewacht worden op een op maat gefabriceerd knieslot. Voor deze situaties wordt de broekstok gehanteerd. De broekstok brengt fysiek ongemak met zich, maar is voor deze verlofsituaties een goedkoop en effectief instrument.

In het forensisch psychiatrisch veld leven bezwaren tegen het knieslot. Het veld ziet dit als een ontoelaatbare inbreuk op de fysieke integriteit van de tbs-gestelde. Bovendien staat, volgens het veld, een knieslot haaks op het vertrouwen dat een voorwaarde is bij het toekennen van steeds meer verantwoordelijkheden, zoals verlof. Het moet immers uiteindelijk bijdragen aan een verantwoorde terugkeer in de maatschappij.

Alles overwegende, met name de hoge kosten afgezet tegen de beperkte toepasbaarheid van het instrument, zie ik af van verdere ontwikkeling van het knieslot. Met het beveiligd verlof is reeds een extra voorziening is getroffen voor de fase waarin sprake zou kunnen zijn van gebruik van het knieslot. Daar komen ook de overige maatregelen die ik in de afgelopen jaren heb getroffen met het oog op de veilige tenuitvoerlegging van het verlof nog eens bovenop. Deze maatregelen hebben geleid tot een aanzienlijke daling van het aantal onttrekkingen.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak

Naar boven