29 446
Uitvoering Flora- en Faunawet

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 februari 2004

In mijn eerdere brieven van 20 augustus 2003 (TK 2002–2003, 28 600-XIV, nr. 160), 1 september 2003 (TK 2002–2003, 28 600-XIV, nr. 162), 9 oktober 2003 (TK 2003–2004, 29 200-XIV, nr. 10) en 28 november 2003 (TK 2003–2004, 29 200-XIV, nr. 58) en tijdens het algemeen overleg over de Flora- en faunawet van 4 december 2003 heb ik verslag gedaan over de voortgang met betrekking tot de moties en overige toezeggingen inzake de uitvoering van de Flora- en faunawet en de stand van zaken bij het overleg met betrokken partijen. Ik kan u over de voortgang thans het volgende berichten.

Beleidskader faunabeheer ganzen en smienten

Het overgangsbeleid is in werking. Met uitzondering van de provincie Noord-Brabant is door alle provincies ontheffing verleend voor de verjaging van ganzen en smienten met, onder voorschriften, begeleidend afschot.

De procedure om te komen tot aanwijzing en begrenzing van 80 000 ha foerageergebieden is gestart. Samen met de provincies zijn daar criteria voor geformuleerd en is een stappenplan opgesteld. De aanwijzing van de foerageergebieden zal gereed zijn per 1 oktober 2004. De begrenzing van de foerageergebieden en de incorporatie daarvan in de provinciale natuurgebiedsplannen zal medio 2005 zijn beslag krijgen.

Voor wat betreft de vergoedingensystematiek zal ten minste tot medio juni 2005 sprake zijn van overgangsbeleid. Er is inmiddels gestart met het ontwerpen van beheerspakketten voor ganzen en smienten op basis van de aan Programma Beheer gerelateerde Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN). Voor de nieuwe SAN-pakketten is echter goedkeuring van de Europese Commissie vereist en aan de begrenzing van de foerageergebieden in gebiedsplannen ten behoeve van Programma Beheer gaat een inspraakprocedure vooraf.

Tot medio 2005 worden de foerageergebieden gefinancierd in de vorm van schadevergoedingen door het Faunafonds en de reeds bestaande ganzenopvangovereenkomsten van het Faunafonds en voor een klein deel binnen de bestaande Subsidieregeling Natuurbeheer. Voor meer gedetailleerde informatie verwijs ik u naar mijn brief van 16 februari 2004, kenmerk DN. 2004/4051, aan gedeputeerde staten. Deze brief gaat als bijlage hierbij.

Ik heb het Faunafonds verzocht de «spelregels» met betrekking tot vergoedingen beter bekend te maken.

Wijziging wet- en regelgeving

• Over de ontwerp-AMvB ex artikel 75, mede gericht op het wegnemen van obstakels bij het reguliere beheer van natuurterreinen en bosbeheer, heb ik inmiddels het advies van de Raad van State ontvangen. Ik beraad me nog over dat advies.

• De wijziging van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren, onder meer strekkende tot aanwijzing van de zwarte kraai en kauw als landelijke schadesoorten en aanwijzing van populatiebeheer als belang op grond waarvan ontheffing kan worden verleend, is op 29 januari 2004 in het Staatsblad gepubliceerd. Op deze wijziging is thans de voorhangprocedure als bedoeld in artikel 103 van de Flora- en faunawet van toepassing. Ik heb de provincies verzocht mij hun argumenten voor het instellen van vrijstellingen voor beide soorten kenbaar te maken. Ik zal u over de uitkomst zo spoedig mogelijk berichten.

• Het wetsvoorstel waarin het belang van «schade aan de fauna» wordt toegevoegd in artikel 65 zal binnenkort aan de Kamer worden aangeboden.

• Voor de afspraken uit het Beleidskader Faunabeheer, waarvoor een wetswijziging nodig is, wordt een wetsvoorstel voorbereid. Dat betreft de maatregelen om het verbod op de jacht in bepaalde natuurgebieden te schrappen (artikel 46, derde lid) en om voor terreinen, waar een natuurdoel op rust, de grondeigenaar en de grondgebruiker onder omstandigheden meer zeggenschap te geven over beheer en schadebestrijding op verpachte grond (artikel 65, zevende lid). In dat verband zal ik ook bepalen of de zin uit het beleidskader, waarin staat dat de jacht alleen wordt toegestaan wanneer de soorten waarvoor het gebied is aangewezen niet aanwezig zijn kan worden vervangen door «wanneer de soorten waarvoor het gebied is aangewezen niet worden verstoord».

Werkgroep Huys

Over de door de werkgroep uitgebrachte aanbevelingen voor het terugbrengen van de tegemoetkomingen bij faunaschades heb ik op 4 februari 2004 advies van het Faunafonds ontvangen. Ik beraad mij nog op dat advies. Over implementatie van de aanbevelingen zal ik in overleg treden met de relevante betrokken partijen.

Onderzoek naar alternatieve schadebestrijdingsmethoden door het Faunafonds

Ik heb het advies van het Faunafonds over onder meer het ontwikkelen van alternatieve schadebestrijdingsmethoden inmiddels ontvangen. Uit het advies blijkt dat meerdere projecten zijn gestart, waarin gezocht wordt naar alternatieve schadebestrijdingsmethoden en afweermiddelen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven