29 439
Ondernemen in conflictgebieden

nr. 2
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 augustus 2004

Zoals in het Algemeen Overleg van 29 juni jl. met de vaste commissies voor Economische Zaken en voor Buitenlandse Zaken aan u is toegezegd, stuur ik u ter informatie de gezamenlijke verklaring van het Nationaal Contactpunt voor Multinationale Ondernemingen (NCP), IHC CALAND en de bonden FNV en CNV.

Deze verklaring betreft de uitkomst van een vraag die de bonden hebben voorgelegd bij het NCP over de activiteiten van IHC CALAND in Birma. Ik constateer dat IHC CALAND en de bonden, bij de NCP-besprekingen over de vraag constructief met elkaar hebben samengewerkt. Partijen hebben vervolgens gezamenlijke acties ondernomen.

De verschillende stappen die genomen zijn betreffen o.a.:

– IHC CALAND en FNV (mede namens CNV) hebben een bezoek gebracht aan de Birmese ambassadeur in Londen om de mensenrechtensituatie in Birma aan de orde te stellen;

– IHC CALAND heeft een brief aan haar hoofdcontractant gestuurd waarin het naleven van de OESO-richtlijnen aan de orde is gesteld;

– Er zijn afspraken gemaakt tussen IHC CALAND en de bonden om elkaar op de hoogte te houden van activiteiten gericht op Birma. Over een jaar wordt bezien of follow-up gewenst is.

NCP, IHC CALAND en de bonden hebben een gemeenschappelijke verklaring uitgebracht waarin één en ander wordt toegelicht. De volledige tekst van de verklaring is als bijlage toegevoegd1.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C. E. G. van Gennip


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven