29 435 Nota Ruimte

34 682 Nationale Omgevingsvisie

Nr. 267 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2024

Nog maar vijftien jaar geleden leek ons land min of meer af. De gedachte had postgevat dat de grote ruimtelijke opgaven achter ons lagen en het Rijk hierin geen grote rol meer had. Zekerheden waarop we nog decennia dachten te kunnen varen zijn echter onder druk komen te staan. Dat vraagt om keuzes: lokaal, provinciaal, en juist ook nationaal. Niets doen is geen optie, en dus heeft het Rijk de regie hernomen op de grote ruimtelijke opgaven.

Daarom stuur ik u namens het kabinet bijgaand het voorontwerp van de Nota Ruimte. Ook deel ik graag de reflecties van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het College van Rijksadviseurs (CRa) op de ruimtelijke voorstellen van de provincies.

Voorontwerp Nota Ruimte

Eind vorig jaar heb ik de Tweede Kamer de contouren voor de nieuwe Nota Ruimte aangeboden1, met daarin de eerste inhoudelijke richtingen voor de toekomstige ruimtelijke ordening van ons land. Dit voorontwerp is de laatste stand van denken richting een Nota Ruimte. Het is een vervolg op de contourennotitie en is een extra tussenstap om via een ontwerpnota tot een definitieve Nota Ruimte te komen.

Het voorontwerp vormt een brede basis waarmee het Rijk in nauwe samenwerking met provincies de dialoog over ruimtelijke keuzes wil voeren met gemeenten, waterschappen, de samenleving en diverse sectoren. Gezien de grote invloed van de ruimtelijke keuzes op het landelijk gebied zal hierbij ook zorgvuldig aandacht worden besteed aan de organisaties die betrokken zijn bij het perspectief van de land- en tuinbouwsector.

Het besluit om tot een voorontwerp te komen is mede na overleg met de provincies genomen. Het voorontwerp heeft geen formele juridische status, maar is een belangrijke stap om voortgang te houden richting de ontwerpnota Ruimte dat aan een volgend kabinet is. De uiteindelijk definitieve Nota Ruimte is een voor het Rijk bindende visie en het beleidsmatige kader van de Omgevingswet.

Het voorontwerp heeft in navolging van de contourennotitie als overkoepelende visie heel Nederland. Hiermee willen we recht doen aan alle regio’s en de onderscheidende kracht van alle delen van Nederland aanspreken. In het voorontwerp worden de belangrijkste nationale ruimtelijke keuzes beschreven voor de ruimtelijke ordening van Nederland richting 2050 en 2100. Hierbij hanteren we de volgende indeling:

  • 1. Reeds gemaakte keuzes op basis van de verschillende vastgestelde nationale programma’s en ingezet beleid.

  • 2. Nog te maken keuzes: de invulling hiervan is aan een nieuw kabinet

  • 3. Te agenderen/te onderzoeken keuzes: deze vragen verdere verdieping.

Reflecties PBL en CRa ruimtelijke voorstellen provincies

In de recente voortgangsbrief op regie op de ruimtelijke ordening2 heb ik uw Kamer naast de stand van zaken over de totstandkoming van de Nota Ruimte, ook geïnformeerd over het programma NOVEX en de ruimtelijke voorstellen die de provincies hebben ingediend over de ruimtelijke vertaling van opgaven binnen de provinciegrenzen. Ik heb het PBL en het CRa verzocht om op deze ruimtelijke voorstellen van de provincies te reflecteren.

Beide reflecties onderstrepen de noodzaak van het maken van nationale en gebiedsgerichte keuzes in de ruimtelijke ordening. Zowel de ruimtelijke voorstellen van de provincies als de adviezen van het PBL en het CRa zijn meegenomen in het voorliggende voorontwerp voor de Nota Ruimte.

Het PBL constateert dat provincies in hun ruimtelijke voorstellen vragen om een «integraal Rijksverhaal» met een duidelijke nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur, waaruit duidelijk wordt waar nationale opgaven elkaar raken en welke keuzes het Rijk daarin maakt. Bovendien dienen er voldoende Rijksfinanciën en capaciteit beschikbaar te zijn om tot uitvoering over te gaan.

Ook het CRa onderschrijft de noodzaak voor Rijksregie. Verder adviseert het CRa om de opgaven in Europese context te bezien en wordt het belang van kaartmateriaal benoemd, om tot goede afwegingen en heldere communicatie te komen.

Het PBL en CRa zien gebiedsgerichte samenwerking en hernieuwde uitwisseling van inzichten als een belangrijke verdienste van het NOVEX-traject.

In beide reflecties lees ik zowel steun voor Rijksregie op de ruimtelijke ordening als voor de gezamenlijke aanpak die we met de NOVEX-gebieden in gang hebben gezet. De oproep aan het Rijk en de provincies is om in gezamenlijkheid verder te gaan en vaart te maken met de uitvoering en concrete ruimtelijke keuzes te maken.

Tot slot

De afgelopen jaren heb ik mij ingezet om de regie op de ruimte te hernemen. Dat heb ik in nauwe samenwerking gedaan met de medeoverheden, de regio en andere ministeries. Er is veel in gang gezet en dit voorontwerp Nota Ruimte geeft daar een goede weergave van.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 29 435, nr. 264

X Noot
2

Kamerstuk 34 682, nr. 191

Naar boven