29 435
Nota Ruimte

nr. 239
MOTIE VAN HET LID VAN GENT C.S.

Voorgesteld 2 juli 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het «Locatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen» uit de Nota Ruimte, waarin wordt gesteld dat «aan nieuwe en zo mogelijk ook aan bestaande bedrijven en voorzieningen met arbeids- en bezoekersintensieve functies, ruimte wordt geboden op locaties bij voorkeur in de nabijheid van openbaar vervoersknooppunten en met een goede aansluiting op (bestaande) verkeers- en vervoersverbindingen», niet overal even goed werkt;

constaterende, dat in de periode 1996–2005 de afstand van arbeidsplaatsen tot haltes van trein en metro toenam, terwijl de afstand van arbeidsplaatsen tot afslagen van autosnelwegen juist afnam;

overwegende, dat deze concentratie van arbeidsplaatsen bij snelwegen leidt tot toename van het autoverkeer en afname van het potentieel aan reizigers voor het openbaar vervoer;

constaterende, dat dit uit het oogpunt van ruimtegebruik, mobiliteit en milieu geen duurzame ontwikkeling is en dat er kansen voor verdichting rond openbaarvervoerhaltes en stations onbenut blijven;

verzoekt de regering met voorstellen te komen om arbeids- en bezoekersintensieve kantoorfuncties en voorzieningen rond haltes van openbaar vervoer te bundelen en te voorkomen dat dergelijke functies en voorzieningen zich vestigen op locaties zonder goede ov-ontsluiting en deze voorstellen te verankeren in het beleid, via opname in de AMvB ruimte, de agenda Mooi Nederland en de verstedelijkingsafspraken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Gent

Linhard

Roefs

Wiegman-van Meppelen Scheppink

Naar boven