29 435
Nota Ruimte

31 200 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2008

nr. 202
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2007

Hierbij bieden wij u het eindrapport aan van het onafhankelijk onderzoek door het Ruimtelijk Planbureau (RPB) en het Centraal Planbureau (CPB) naar mogelijke alternatieve locaties voor het geplande bedrijventerrein in de Hoeksche Waard, getiteld «Ruimtelijke Verkenning naar alternatieven voor de Hoeksche Waard».1

In het Algemeen Overleg van 30 mei jl. hebben wij toegezegd onafhankelijk onderzoek te laten doen naar mogelijke alternatieven voor een bedrijventerrein van 120 ha. netto in de Hoeksche Waard voor havengerelateerde bedrijven ter versterking van de Mainport Rotterdam (Kamerstuk 30 800 XI, nr. 116). In onze brief van 26 juni jl. hebben wij aangegeven dit verzoek te hebben neergelegd bij het Ruimtelijk Planbureau (RPB) en Centraal Planbureau (CPB). Tevens hebben wij bij de brief de onderzoeksopdracht meegestuurd.

Het RPB en CPB concluderen in de «Ruimtelijke verkenning» onder meer het volgende: «Er lijken voldoende alternatieven voor de Hoeksche Waard te zijn onder de plannen voor nieuwe terreinen die nog in discussie zijn. Het is dus zinvol om te onderzoeken of sommige van deze terreinen niet eerder aangelegd zouden moeten worden dan het terrein in de Hoeksche Waard».

In maart 2008 zullen wij, conform onze toezegging in onze brief van 26 juni jl. (Kamerstuk 29 435/30 800 XI, nr. 191), een standpunt innemen over de locatie Hoeksche Waard en de alternatieven zoals genoemd in bijgaand rapport. In de aanloop naar dit Kabinetstandpunt worden de kansen en belemmeringen en het investeringsplaatje van de alternatieve locaties nog onderzocht. Tevens wordt daarbij de bestuurlijke haalbaarheid meegewogen.

Dit doen wij samen met de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland, de genoemde gemeenten in het rapport en enkele andere betrokken partijen. Hiervoor zullen wij per provincie een rondetafelgesprek organiseren.

Op 7 december jl. heeft u een brief van ons ontvangen over de Agenda bedrijventerreinen 2008–2009. Het kabinetsstandpunt in maart 2008 over de locatie Hoeksche Waard of alternatieve locaties voor een bovenregionaal bedrijventerrein, zal in het licht van deze Agenda worden gemaakt. Dit betekent dat de keuze voor het Transatlantic Market als uitgangspunt voor de reservering van bedrijventerreinen op landelijk niveau, goede regionale afstemming en een consequente toepassing van de SER-ladder meegenomen zullen worden in de besluitvorming.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

J. M. Cramer

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven