29 427
ILO-verdragen

nr. 60
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2009

Bij brief van 24 januari 2008 (Kamerstuk 29 427, nr.46) heb ik u geïnformeerd over het voornemen van het kabinet tot bekrachtiging van het in het kader van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) tot stand gekomen Maritiem Arbeidsverdrag, 2006 (Trb. 2007, 93; hierna te noemen: MLC). In deze brief heb ik aangegeven dat het kabinet er naar streefde om eind 2008 een besluit te nemen over het starten van de goedkeuringsprocedure. Tevens is toegezegd dat uw kamer een wetsvoorstel houdende de goedkeuring van het voornemen tot bekrachtiging en de wijziging van de relevante wetgeving voor uitdrukkelijke goedkeuring zou worden aangeboden.

Hierbij informeer ik u over aanpassing van de planning van de implementatie van het verdrag. Het streven is om in december 2009 het wetsvoorstel in te dienen bij de Raad van State. De sociale partners zijn over deze planning geconsulteerd. De EU heeft haar Lidstaten gevraagd het verdrag eind december 2010 te ratificeren. Nederland loopt op dit moment in de pas met andere EU-lidstaten die ratificatie en implementatie van het MLC voorbereiden. Bovendien is het MLC nog niet in werking getreden. Daarvoor zijn nog 25 ratificaties vereist. Inwerkingtreding van het MLC wordt niet voor 2011 verwacht.

De implementatie van het verdrag kost meer tijd dan aanvankelijk gedacht omdat de omvang van de wetgevingsherziening complexer is dan eerder voorzien. Tevens is van invloed op de planning geweest dat op 17 december 2008 tijdens de Raad WSBVC (Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken) een Europese richtlijn is aanvaard, gebaseerd op het Social Partners Agreement dat Europese sociale partners in de zeevaart op basis van de MLC hebben afgesloten.

In de brief van 24 januari 2008 was aangegeven dat het MLC ook zou gaan gelden voor de Nederlandse Antillen en Aruba. De regeringen van deNederlandse Antillen en Aruba hebben echter kenbaar gemaakt vooralsnog geen medegelding te willen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven