29 427 ILO-verdragen

Nr. 125 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2023

Hierbij informeer ik u op hoofdlijnen over de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de 111e Internationale Arbeidsconferentie (IAC) van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO).

De missie van de IAO is het bevorderen van sociale rechtvaardigheid in de wereld van werk. Hiervan afgeleide hoofddoelstellingen zijn de bevordering van werkgelegenheid, het waarborgen van gezonde en veilige werkomstandigheden, de verbetering van sociale bescherming, de versterking van de sociale dialoog en de bevordering van (de naleving van) arbeidsnormen. De IAO is ook in belangrijke mate een normstellende organisatie die kaders schept waarin landen de wereld van werk vormgeven.

De IAC is het belangrijkste orgaan van de IAO. Het is de wetgevende vergadering van de organisatie en komt jaarlijks in juni bijeen. De IAC van dit jaar vindt plaats van 5 tot en met 16 juni.

Zowel ikzelf als Minister Croes van Aruba en Minister Ottley van Sint Maarten zijn allen voornemens dit jaar deel te nemen aan een deel van de IAC. Ik zal bij mijn toespraak tot de plenaire vergadering de steun van het Koninkrijk der Nederlanden voor het werk van de IAO uitspreken. Daarbij zal ik onder meer de rol van de IAO in relatie tot het bereiken van sociale rechtvaardigheid benadrukken en daarbij het belang van kansengelijkheid en een inclusieve arbeidsmarkt onderstrepen. Daarbij zal ik de agenda die het kabinet in Nederland voert ten aanzien van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid als uitgangspunt nemen. Alle landen staan immers voor deels vergelijkbare uitdagingen waar het gaat om het vormgeven van de wereld van werk in de toekomst. Dat vergt samenwerking, van elkaar leren en waar nodig ook het vaststellen en actualiseren van gedeelde normen. Daarom zal ik in de plenaire vergadering en in mijn bilaterale gesprekken ook de Nederlandse inzet ten aanzien van andere onderwerpen op de IAC-agenda, zoals hieronder toegelicht, uiteenzetten. Daarnaast zullen mijn collega’s uit Aruba, Sint Maarten en ik voorbeelden en geleerde lessen uit het Koninkrijk delen in diverse gesprekken.

Tevens zal ik, net zoals vorig jaar, de Russische invasie in Oekraïne en de gevolgen, inclusief die voor het werk van de IAO, van de Russische invasie veroordelen.

Algemeen

Het Koninkrijk der Nederlanden is nauw betrokken bij de werkzaamheden van de IAO en steunt de missie en de doelstellingen van de organisatie. Het Koninkrijk en de andere lidstaten van de IAO hebben baat bij het opstellen en handhaven van wereldwijde minimumnormen op het gebied van sociaal beleid en het wereldwijde gelijke speelveld dat daaruit voortvloeit. Een functionele sociale dialoog, zowel in de IAO als in het nationale domein, is een vereiste om dat te bewerkstelligen. Door de tripartiete samenstelling van de IAO biedt de organisatie een geschikt platform voor onderwerpen als sociale rechtvaardigheid, de toekomst van werk, veiligheid en gezondheid op de werkvloer als ook het belang van een goed klimaat voor duurzaam ondernemerschap als voorwaarde voor het realiseren van fatsoenlijk werk.

Het Koninkrijk ziet het supervisiemechanisme van de IAO, waarmee wordt toegezien op de naleving van internationale arbeidsnormen, als een essentieel onderdeel van het functioneren van de organisatie.

De IAO biedt ook een platform om Nederlandse ideeën en inzichten te delen met andere landen en internationale sociale partners en andersom van hun ervaringen te leren. De kennis, kunde en mogelijke technische assistentie van de IAO kunnen bijdragen aan oplossingen in de Nederlandse wereld van werk. Binnen het Koninkrijk der Nederlanden geldt dit niet alleen voor Nederland maar ook voor de Caribische landen.

Belangrijke onderwerpen op de agenda van de 111e IAC

  • 1) Informatie en rapporten inzake de toepassing en naleving van verdragen en aanbevelingen;

  • 2) Normstelling op het gebied van leerwerkplekken;

  • 3) De verbetering van sociale bescherming;

  • 4) Een rechtvaardige transitie naar ecologisch duurzame economieën en samenlevingen voor iedereen;

  • 5) Maatregelen jegens Belarus op grond van artikel 33 van de IAO-statuten

Ad 1) Informatie en rapporten inzake de toepassing en naleving van verdragen en aanbevelingen

Ten behoeve van het Conferentiecomité inzake de toepassing en naleving van arbeidsnormen (CAS) wordt ieder jaar een achtergrondrapport gepubliceerd met daarin de observaties van de commissie van experts van de IAO met betrekking tot de rapportages over geratificeerde verdragen1.

In het achtergrondrapport worden in eerste instantie landen geïdentificeerd die ernstige inbreuken plegen op bestaande verdragen en aanbevelingen en waarvan de commissie van experts van de IAO aanbeveelt dat ze tijdens de IAC worden besproken. Het gaat dit keer om Afghanistan, Nicaragua, Cambodja, Libanon en Nigeria. De overige zogenoemde landenzaken die worden behandeld tijdens het CAS worden gekozen uit een voorlopige lijst van zaken die door de werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers is opgesteld. Er wordt bij de uiteindelijke selectie door de internationale sociale partners gelet op de ernst van de inbreuk, waarbij een inbreuk op een fundamenteel IAO-verdrag2 het zwaarst telt, en de geografische spreiding (uit elke regio worden landen gekozen). Op dit moment is nog niet bekend welke overige landen in het CAS zullen worden besproken. De bespreking in het CAS dient ertoe de overheid in kwestie aan te moedigen nadere stappen te nemen om de naleving van een specifiek verdrag in de praktijk te garanderen. De inbreng bij de besprekingen in het CAS zal zoveel mogelijk via het EU-voorzitterschap verlopen, waarbij het Koninkrijk zich sterk zal maken voor de effectieve implementatie van IAO-verdragsverplichtingen, in het bijzonder waar het de fundamentele verdragen betreft.

Zoals ieder jaar vindt er binnen het CAS een algemene discussie plaats over een thema, met als doel vast te stellen of er mogelijk hiaten zijn in de standaarden en hoe de betreffende verdragen beter geratificeerd en geïmplementeerd kunnen worden. Dit jaar wordt deze discussie gevoerd op basis van een rapport van de IAO over het bereiken van gendergelijkheid op de werkvloer.

De inbreng vanuit het Koninkrijk zal via het EU-voorzitterschap worden ingebracht. Het Koninkrijk zal aandacht vragen voor betere implementatie van verdragen op dit belangrijke onderwerp.

Ad 2) Een discussie over normstelling op het gebied van leerwerkplekken

Het onderwerp van normstelling voor leerwerkplekken is door de Beheersraad van de IAO op de agenda van de IAC geplaatst vanwege het belang van de overgang van school naar werk, de betekenis voor de kwaliteit van de opleidingen, voorkomen van arbeidsmarktdiscriminatie en de noodzaak van een goede aansluiting bij de behoeften van de arbeidsmarkt. Het Koninkrijk staat positief tegenover de ontwikkeling van een instrument voor leerwerkplekken, zolang dit aansluit bij het EU-kwaliteitskader, maar onderkent ook dat zowel de aanpak als het niveau van leerwerkplekken wereldwijd in grote mate verschilt.

Bij de vorige IAC is besloten om in te zetten op het ontwikkelen van een aanbeveling in plaats van een verdrag en om internships en traineeships niet binnen de reikwijdte van de aanbeveling te laten vallen. De meerwaarde van een aanbeveling is gelegen in het geven van een gedeelde richting en landen op die wijze te kunnen ondersteunen bij het formuleren van beleid in hun nationale context. De IAO heeft op basis van de onderhandelingen tijdens de IAC van 2022 een concept aanbeveling gepubliceerd waarover wordt onderhandeld tijdens de IAC.3 Dit concept beveelt de IAO-leden onder andere aan om werk te maken van een regelgevend kader voor leerwerkplekken, de leerwerkplek vast te leggen in een schriftelijke overeenkomst en gelijkheid, diversiteit en inclusie te bevorderen. Het Koninkrijk steunt deze doelen en streeft ernaar om een breed gedragen aanbeveling uit te onderhandelen zodat deze door de IAC aangenomen kan worden.

Ad 3) Een discussie over de verbetering van sociale bescherming

Tijdens deze zitting van de IAC zal een tweede discussie gehouden worden over «the strategic objective of social protection (labour protection)». De eerdere discussie benadrukte dat arbeidsbescherming centraal staat in het mandaat van de IAO, arbeid geen koopwaar is en dat het bevorderen van menswaardige arbeidsomstandigheden wereldwijd essentieel is voor sociale rechtvaardigheid en universele en duurzame vrede. De huidige discussie vindt plaats aan de hand van een rapport van het IAO-bureau waarin een analyse wordt gegeven van het belang en de stand van sociale bescherming wereldwijd. Het rapport analyseert diverse dimensies en instrumenten ten aanzien van sociale bescherming zoals gezond en veilig werken, arbeidstijden en loonontwikkeling. Het huidige timeframe van meerdere gelijktijdige crisissen benadrukt de noodzaak van goede sociale bescherming. Daarnaast maakt de wereld van werk enorme transities door, onder meer door klimaatverandering, demografische ontwikkelingen, technologische veranderingen en door de Covid-19 pandemie. Dat biedt grote uitdagingen, maar schept ook kansen voor het verbeteren van sociale bescherming wereldwijd.

Geconcludeerd wordt dat er sinds de eerste IAC-discussie in 2015 over sociale bescherming vooruitgang is geboekt op alle dimensies, variërend van bijvoorbeeld gezond en veilig werken tot zwangerschapsbescherming en het bevorderen van de werk-privé balans. Toch is de vooruitgang niet op alle dimensies gelijk en duurzaam en blijft informaliteit een hardnekkig probleem, vooral in ontwikkelingslanden. Daarnaast wordt specifieke aandacht gevraagd voor sociale bescherming in bepaalde vormen van werk, zoals tijdelijk werk, telewerk en platformwerk en voor kwetsbare groepen zoals arbeidsmigranten, huishoudelijk personeel en personen met een arbeidshandicap. Ook wordt het belang van de genderdimensie binnen sociale zekerheid benadrukt en de noodzaak van effectieve systemen van sociale dialoog en collectief onderhandelen. Het Koninkrijk onderstreept het belang van een verbetering van inclusieve, adequate en duurzame sociale bescherming. Dat betekent onder meer continue aandacht voor het belang van gezond en veilig werken, loonontwikkeling en werktijden en het beschermen van kwetsbare groepen.

Ad 4) Een rechtvaardige transitie naar ecologisch duurzame economieën en samenlevingen voor iedereen

Er zal een algemene discussie plaatsvinden over de rechtvaardige transitie naar ecologisch duurzame economieën en samenlevingen wereldwijd. In 2015 nam de IAO Guidelines for a Just Transition towards Environmentally Sustainable Economies and Societies for All aan. Deze richtlijnen ondersteunen overheden, werknemers en werkgevers wereldwijd bij het proces van structurele verandering richting een groenere, CO2-neutrale economie vorm te geven, decent jobs te creëren en sociale bescherming te bevorderen. Daarmee kunnen de richtlijnen landen ook helpen in het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's). De richtlijnen bevorderen mechanismen voor sociale dialoog tussen overheden, vakbonden en werkgeversorganisaties in beleidsontwikkeling op alle niveaus.

Nederland zet zich in EU-verband in voor ambitieuze conclusies die een brede benadering van de rechtvaardige klimaattransitie omvatten en tegelijkertijd concrete aanbevelingen en stappen bevatten. Daarbij is de Nederlandse inzet dat de klimaattransitie op een inclusieve, klimaatrechtvaardige, manier dient te worden vormgegeven. Dit betekent dat er o.a. oog is voor mensen die hun banen verliezen door de klimaattransitie, dat nieuw gecreëerde banen fatsoenlijk zijn met o.a. goede arbeidsomstandigheden, een leefbaar loon en zonder kinderarbeid. Daarnaast moet er specifieke aandacht zijn voor fatsoenlijke arbeidsomstandigheden bij het produceren van producten die nodig zijn om de transitie naar ecologisch duurzame economieën en samenlevingen wereldwijd vorm te geven.

Ad 5) Maatregelen jegens Belarus op grond van artikel 33 van de IAO-statuten

Tijdens de aankomende IAC liggen maatregelen voor jegens Belarus op grond van artikel 33 van de IAO-statuten. Artikel 33 bepaalt dat in het geval dat een lid van IAO het nalaat om tijdig de aanbevelingen van de Onderzoekscommissie, of een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof uit te voeren, de Beheersraad aan de IAC passende maatregelen kan aanbevelen om naleving te waarborgen. De Artikel 33-procedure geldt als een relatief zwaar middel dat nog niet vaak is toegepast binnen de IAO.

De IAO constateert dat Belarus ondanks de urgente oproepen door de Beheersraad in november 2022 geen voortgang heeft geboekt op de aanbevelingen van de Onderzoekscommissie met betrekking tot naleving van IAO-verdrag 87 (vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakbondsrecht) en verdrag 98 (recht op organisatie en collectieve onderhandelingen). Sindsdien zijn meerdere vakbondsleden op politieke gronden veroordeeld tot gevangenissenstraffen en blijven anderen gedetineerd. De IAO heeft ondanks herhaaldelijk verzoek geen toegang gekregen tot gevangengezette vakbondsleden. Ruimte voor het veilige bestaan van onafhankelijke vakbonden in Belarus is zo goed als verdwenen volgens de Onderzoekscommissie.

Er liggen verschillende soorten maatregelen voor aan de IAC: maatregelen die de (DG van de) IAO zelf kan nemen jegens Belarus; maatregelen die de tripartiete leden van de IAO kunnen nemen jegens Belarus; en maatregelen waarbij andere onderdelen van de Verenigde Naties betrokken worden. Nederland verneemt met veel zorg bovenstaande constateringen, veroordeelt deze en zet zich in EU-verband en met gelijkgezinde partners in voor een breed en doeltreffend pakket aan maatregelen jegens Belarus, gericht op naleving van de aanbevelingen.

LHBTI

Binnen de bespreking van het programma en begroting van de IAO voor 2024–2025 ontstond er tijdens afgelopen Beheersraden discussie over de verwijzing naar LHBTI/Sexual Orientation and Gender Identity (SOGI) personen in het werkprogramma voor 2024–2025 van de IAO, waarbij er landen waren die de verwijzing uit de tekst wilden halen. Mocht deze discussie tijdens de IAC worden voortgezet – ondanks het feit dat de IAC daar niet het geëigende gremium voor is – dan zal Nederland via de EU inzetten op behoud van verwijzing naar LHBTI/SOGI personen in de tekst. Dit is in lijn met de bredere Nederlandse inzet om binnen relevante internationale gremia aandacht te vragen voor de positie en rechten van deze personen. Dit betekent ook het behoud van verwijzingen naar de groep of aanverwante thema’s.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven