nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 27 januari
2004 en het nader rapport d.d. 4 februari 2004, aangeboden aan de Koningin
door de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 28 november 2003, no.03.004763 heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het
voorstel van wet houdende wijziging van de Wet inzake de luchtverontreiniging
(uitvoering EG-richtlijn nationale emissieplafonds), met memorie van toelichting.
Het wetsvoorstel strekt ter implementatie van richtlijn nr. 2001/81/EG
van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober
2001 inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende
stoffen (PbEG L 309) (hierna: richtlijn). De richtlijn verplicht lidstaten
een programma, waarin beleidsopties en maatregelen zijn opgenomen voor de
reductie van nationale emissie van luchtverontreinigende stoffen, en emissie-inventarissen
en -prognoses op te stellen.
De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar
plaatst hierbij een opmerking met betrekking tot de overschrijding van de
implementatietermijn.
De richtlijn is op 27 november 2001 in werking getreden. De implementatie
had voor 27 november 2002 moeten zijn voltooid. De voorgestelde wijziging
komt dus te laat. Met betrekking tot de artikelen 7 en 8 van de richtlijn
dient te toelichting in te gaan op de vraag of is voldaan aan de verplichting
om op uiterlijk 31 december een nationale emissie-inventaris enprognose op
te stellen en om deze jaarlijks bij te werken. Indien hieraan niet is voldaan,
zal moeten worden aangegeven wat de gevolgen hiervan zijn.
De Raad adviseert hieraan in de toelichting aandacht te besteden.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 28 november
2003, nr. 03.004763, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan de Staatssecretaris
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 27 januari 2004, nr. W08.03.0484/V, bied ik U hierbij
aan.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal nadat aan zijn opmerkingen aandacht
zal zijn geschonken.
Hieronder ga ik in op het advies van de Raad van State.
Aan het advies van de Raad om in de toelichting in te gaan op de vraag
of is voldaan aan de verplichting uit de richtlijn om op uiterlijk 31 december
een nationale emissie-inventaris en -prognose op te stellen en om deze jaarlijks
bij te werken, is gevolg gegeven door paragraaf 2 van het algemeen deel
van de memorie van toelichting op dit punt aan te vullen.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht
zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
H. D. Tjeenk Willink
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel