nr. 9
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 20 oktober 2004
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1. In hoofdstuk 1 wordt in de aanhef van de artikelen 4 en 5 (Provinciewet) «artikel 52f» telkens vervangen door «artikel
61» en «(Kamerstukken 27 659), of het daaraan gelijke artikel
zoals dat komt te luiden indien toepassing is gegeven aan artikel 106, eerste
lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal»
door: (Kamerstukken I 2004/05, 27 659, A).
2. Hoofdstuk 3, artikel 1 (Mededingingswet),
wordt als volgt gewijzigd:
a. De onderdelen E tot en met H vervallen.
b. Onderdeel J komt te luiden:
J
In artikel 89a, derde lid, wordt na «terinzagelegging» ingevoegd:
overeenkomstig artikel 3:44, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet
bestuursrecht.
3. Hoofdstuk 3, artikel 2 (Mijnbouwwet), onderdeel
C, komt te luiden:
C
Artikel 40, negende lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a vervalt: 8.6.
2. De onderdelen b en c worden geletterd c en d.
3. Na onderdeel a wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. artikel 8.6 ten aanzien van het verlenen van een vergunning;.
4. In hoofdstuk 9 wordt in de aanhef van de artikelen 3 en 4 (Tijdelijke Verstrekkingenwet maatschappelijke dienstverlening) «artikel
50» telkens vervangen door «artikel 53» en «(Kamerstukken
27 659), of het daaraan gelijke artikel zoals dat komt te luiden indien
toepassing is gegeven aan artikel 106, eerste lid, van het Reglement van Orde
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal» door: (Kamerstukken I 2004/05,
27 659, A).
5. In hoofdstuk 9 wordt in de aanhef van de artikelen 6 en 7 (Wet ziekenhuisvoorzieningen) «artikel 41» telkens vervangen
door «artikel 42» en «(Kamerstukken 27 659), of het
daaraan gelijke artikel zoals dat komt te luiden indien toepassing is gegeven
aan artikel 106, eerste lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal» door: (Kamerstukken I 2004/05, 27 659, A).
Toelichting
Algemeen
Deze nota van wijziging is van louter wetstechnische aard. Het betreft
het herstel van enkele technische onjuistheden en een nadere actualisering
in verband met de samenloop met enkele andere lopende wetsvoorstellen.
Deze nota van wijziging wordt uitgebracht mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Onderdeelsgewijze toelichting
1, 4 en 5. Provinciewet, Tijdelijke Verstrekkingenwet
maatschappelijke dienstverlening en Wet ziekenhuisvoorzieningen
De bepalingen die de samenloop regelen tussen diverse wijzigingen uit
het onderhavige wetsvoorstel en wetsvoorstel 27 659 (Wet toelating zorginstellingen)
zijn geactualiseerd in verband met de aanvaarding door de Tweede Kamer van
laatstgenoemd wetsvoorstel op 22 september 2004. Daarmee staat de definitieve
artikelnummering van de Wet toelating zorginstellingen vast, zodat in het
onderhavige wetsvoorstel nu van die nummering kan worden uitgegaan.
2. Mededingingswet
a. Op 1 augustus 2004 is de Wet modernisering EG-mededingingsrecht
in werking getreden. Ingevolge die wet zijn onder meer de artikelen 18, 19,
22 en 23 van de Mededingingswet vervallen, zodat de daarop betrekking hebbende
wijzigingen in het wetsvoorstel kunnen worden geschrapt.
b. Via deze wijziging wordt artikel 89a, vierde lid, van de Mededingingswet,
ingevoegd via de Wet modernisering EG-mededingingsrecht, redactioneel in overeenstemming
gebracht met de ingevolge dit wetsvoorstel te wijzigen redactie van soortgelijke
bepalingen in de Mededingingswet.
Deze wijziging komt in de plaats van het via de eerste nota van wijziging
toegevoegde onderdeel J. Daarin was opgenomen dat de artikelen 100 en 101
van de Mededingingswet, die uitgewerkt overgangsrecht bevatten, komen te vervallen.
Artikel 100 moet echter worden gehandhaafd, omdat dit artikel per 1 augustus
2004 een nieuwe inhoud heeft gekregen ingevolge de eerdergenoemde Wet modernisering
EG-mededingingsrecht; artikel 101 is reeds geschrapt ingevolge die wet.
3. Mijnbouwwet
Deze wijziging corrigeert een onjuistheid in het oorspronkelijke wetsvoorstel.
De bedoeling van de wijziging van artikel 40, negende lid, van de Mijnbouwwet
is om de toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure te beperken
tot besluiten die strekken tot het verlenen van een vergunning (dus niet op
wijziging of intrekking van een vergunning). De daartoe in te voegen zinsnede
«ten aanzien van het verlenen van een vergunning» werd echter
op een verkeerde plek ingevoegd.
De Minister van Justitie a.i.,
G. Zalm