29 414
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde de collectieve afwikkeling van massaschades te vergemakkelijken (Wet collectieve afwikkeling massaschade)

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 28 juni 2004

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 908 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tweede zin van lid 3 wordt «drie maanden» vervangen door: zes maanden.

2. Lid 4 komt te luiden:

4. Een beding dat een partij bij de overeenkomst ten nadele van de gerechtigden tot een vergoeding van een verbintenis bevrijdt is na een verbindendverklaring nietig, tenzij het de partijen, die zich bij de overeenkomst hebben verbonden tot de vergoeding van de schade gezamenlijk de bevoegdheid geeft om uiterlijk binnen zes maanden na verloop van de in lid 2 bedoelde door de rechter te bepalen termijn de overeenkomst op te zeggen op de grond dat de verbindendverklaring voor te weinig gerechtigden tot een vergoeding gevolgen heeft. Opzegging vindt in dat geval plaats door aankondiging in twee nieuwsbladen en door een schriftelijke mededeling aan de stichting of vereniging, bedoeld in artikel 907 lid 1. De partijen die de overeenkomst hebben opgezegd dragen er zorg voor dat daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling wordt gedaan aan de bekende gerechtigden tot een vergoeding, waarbij de partijen zich kunnen houden aan de laatste hen bekende woonplaatsen van de gerechtigden tot een vergoeding.

B

Lid 5 van artikel 909 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de eerste zin wordt een nieuwe zin ingevoegd, luidende:

Naar gelang van onder meer de aard en de ernst van de schade kan in de overeenkomst een van dan de in de eerste zin afwijkende wijze van vermindering worden opgenomen.

2. In de derde zin wordt «eerste» vervangen door: eerste en tweede.

C

Lid 1 van artikel 910 komt te luiden:

1. Zijn naast de partij of partijen die zich bij de overeenkomst hebben verbonden tot de vergoeding van schade, andere schuldenaren hoofdelijk aansprakelijk, dan is artikel 14 van Boek 6 van overeenkomstige toepassing. Tenzij van een andere bedoeling blijkt, wordt de overeenkomst geacht mede een beding in te houden als in die bepaling bedoeld.

Artikel II wordt als volgt gewijzigd:

A

Het zesde lid van artikel 1015 vervalt.

B

Na het derde lid van artikel 1017 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Zo spoedig mogelijk nadat het verzoek tot verbindendverklaring onherroepelijk is afgewezen, dragen de verzoekers er zorg voor dat de personen ten behoeve van wie de overeenkomst is gesloten, daar op een door de rechter te bepalen wijze van op de hoogte worden gebracht.

C

Het eerste lid van artikel 1018 komt te luiden:

1. Beroep in cassatie staat uitsluitend voor de verzoekers open, en kan uitsluitend door de verzoekers gezamenlijk worden ingesteld.

Naar boven