nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 908 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de tweede zin van lid 3 wordt «drie maanden» vervangen
door: zes maanden.
2. Lid 4 komt te luiden:
4. Een beding dat een partij bij de overeenkomst ten nadele van de gerechtigden
tot een vergoeding van een verbintenis bevrijdt is na een verbindendverklaring
nietig, tenzij het de partijen, die zich bij de overeenkomst hebben verbonden
tot de vergoeding van de schade gezamenlijk de bevoegdheid geeft om uiterlijk
binnen zes maanden na verloop van de in lid 2 bedoelde door de rechter te
bepalen termijn de overeenkomst op te zeggen op de grond dat de verbindendverklaring
voor te weinig gerechtigden tot een vergoeding gevolgen heeft. Opzegging vindt
in dat geval plaats door aankondiging in twee nieuwsbladen en door een schriftelijke
mededeling aan de stichting of vereniging, bedoeld in artikel 907 lid 1. De
partijen die de overeenkomst hebben opgezegd dragen er zorg voor dat daarvan
zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling wordt gedaan aan de bekende gerechtigden
tot een vergoeding, waarbij de partijen zich kunnen houden aan de laatste
hen bekende woonplaatsen van de gerechtigden tot een vergoeding.
B
Lid 5 van artikel 909 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na de eerste zin wordt een nieuwe zin ingevoegd, luidende:
Naar gelang van onder meer de aard en de ernst van de schade kan in de
overeenkomst een van dan de in de eerste zin afwijkende wijze van vermindering
worden opgenomen.
2. In de derde zin wordt «eerste» vervangen door: eerste en
tweede.
C
Lid 1 van artikel 910 komt te luiden:
1. Zijn naast de partij of partijen die zich bij de overeenkomst hebben
verbonden tot de vergoeding van schade, andere schuldenaren hoofdelijk aansprakelijk,
dan is artikel 14 van Boek 6 van overeenkomstige toepassing. Tenzij van een
andere bedoeling blijkt, wordt de overeenkomst geacht mede een beding in te
houden als in die bepaling bedoeld.
Artikel II wordt als volgt gewijzigd:
A
Het zesde lid van artikel 1015 vervalt.
B
Na het derde lid van artikel 1017 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Zo spoedig mogelijk nadat het verzoek tot verbindendverklaring onherroepelijk
is afgewezen, dragen de verzoekers er zorg voor dat de personen ten behoeve
van wie de overeenkomst is gesloten, daar op een door de rechter te bepalen
wijze van op de hoogte worden gebracht.
C
Het eerste lid van artikel 1018 komt te luiden:
1. Beroep in cassatie staat uitsluitend voor de verzoekers open, en kan
uitsluitend door de verzoekers gezamenlijk worden ingesteld.