29 407
Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten

nr. 20
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2004

De afgelopen maanden hebben diverse ondernemers uit nieuwe EU-lidstaten klachten ingediend bij de Europese Commissie en bij de Nederlandse regering. De klachten hebben betrekking op het feit dat Nederland tewerkstellingsvergunningen (twv's) vraagt voor werknemers uit de nieuwe EU-lidstaten (uitgezonderd Malta en Cyprus) die in dienst zijn van een bedrijf uit een EU-lidstaat dat in Nederland een dienstencontract uitvoert. De klagers stellen dat het Nederlandse beleid in strijd is met het Europees recht omdat sprake zou zijn van een disproportionele belemmering van het vrij verkeer van diensten.

Deze klachten zijn voor het kabinet aanleiding geweest om te bezien hoe de geldende procedures kunnen worden versoepeld, zonder dat dit afbreuk doet aan het bestaande restrictieve beleid ten aanzien van de toelating van werknemers voor wie het vrij werknemersverkeer nog niet geldt. Belangrijke overweging daarbij is dat het Nederlands beleid terzake voldoende waarborgen moet blijven bevatten voor goede handhaving, en verdringing van binnenlands arbeidsaanbod zo veel mogelijk moet worden voorkomen.

Op 26 november jl. heeft het kabinet, alles afwegend, tot de volgende oplossing besloten.

Het kabinet bereidt wijziging van bestaande regelgeving op grond van de Wet arbeid vreemdelingen voor, die inhoudt dat de nu bestaande tewerkstellingsvergunningsplicht bij grensoverschrijdende dienstverlening zal worden vervangen door een handhaafbaar systeem (in lijn met het Europese recht) van notificatie vooraf door de betrokken dienstverlener.

De huidige vergunningplicht blijft gehandhaafd voor dienstverlening die bestaat uit het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (uitzendarbeid).

Uiterlijk begin tweede kwartaal 2005 zal ik u een voorstel doen toekomen voor de concrete uitwerking hiervan.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof

Naar boven