29 407
Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten

nr. 2
MOTIE VAN DE LEDEN VISSER EN BRULS

Voorgesteld 3 februari 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat sprake is van een sterk oplopende werkloosheid in vrijwel alle economische sectoren;

overwegende, dat de toetreding van de Midden- en Oost-Europese landen effecten zal hebben op de arbeidsmarkt van de huidige EU-lidstaten;

overwegende, dat een meerderheid van de huidige EU-lidstaten diverse overgangstermijnen hanteren met betrekking tot het vrij verkeer van personen, hetgeen de druk op de Nederlandse arbeidsmarkt vergroot;

overwegende, dat derhalve een vorm van regulering van het werknemersverkeer geboden is gedurende een overgangsperiode;

overwegende, dat de regering dit erkent en met een quoteringsvoorstel is gekomen, wat echter de verdringing op de arbeidsmarkt niet voorkomt;

roept de regering daarom op een flexibel stelsel van tewerkstellingsvergunningen inclusief een arbeidsmarkttoets te hanteren ten aanzien van de toetredende EU-lidstaten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Visser

Bruls

Naar boven