29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten

Nr. 199 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2015

Bij brief van 11 februari 2014 (Kamerstuk 29 407, nr. 187) heb ik u geïnformeerd over de migrantenmonitor 2011–2012. Vandaag heeft het CBS de migrantenmonitor 2012–2013 gepubliceerd. De migrantenmonitor geeft inzicht in het aantal migranten dat in Nederland woont of werkt uit lidstaten van de Europese Unie (EU) exclusief Nederland (EU-261) en kandidaat-lidstaten van de EU. De methodiek sluit aan bij de eerdere migrantenmonitoren.

Stabilisatie van het aantal migranten

Uit figuur 1 wordt duidelijk dat het totaal aantal migranten uit EU-landen stabiliseert. In het eerste kwartaal van 2012 waren in totaal 589.780 personen uit een van de 26 andere EU-lidstaten in Nederland geregistreerd in de GBA of de polisadministratie. In het vierde kwartaal van 2012 waren dat er in totaal 602.860. Een jaar later waren dat er 583.080 respectievelijk 578.840. Er was dus sprake van stabilisatie. Het aantal personen uit een van de andere 26 EU-lidstaten met een baan daalde van 369.050 in het eerste kwartaal van 2012 naar 338.240 in het vierde kwartaal van 2013.

Figuur 1: Ontwikkeling in aandeel personen uit andere EU-lidstaten in Nederland (CBS).

Figuur 1: Ontwikkeling in aandeel personen uit andere EU-lidstaten in Nederland (CBS).

De meeste migranten uit de EU-26 kwamen in het laatste kwartaal van 2013 uit Polen (21%). Daarna volgden Duitsland (16%), België (7%) en het Verenigd Koninkrijk (6%). Deze percentages zijn nauwelijks veranderd ten opzichte van de vorige migrantenmonitor.

Het aantal geregistreerde Bulgaren nam toe van 18.030 eerste kwartaal van 2012 tot 18.320 in het laatste kwartaal van 2013. Het aantal geregistreerde Roemenen steeg in deze periode met 13.690 naar 14.840.

Registratie

Het aantal personen uit een van de andere 26 EU-lidstaten dat inschreven stond in de GBA nam toe van 214.750 in het eerste kwartaal van 2012 naar 226.220 in het laatste kwartaal van 2013. Het percentage mensen uit een van de andere EU-lidstaten dat in Nederland is en geregistreerd staat in de GBA is licht toegenomen van 36% naar 39%.

Het grootste gedeelte van de migranten uit de EU-10 en EU-26 werkt

In het onderzoek is door middel van een aantal bronnen onderzocht of migranten in Nederland werken, studeren, een uitkering ontvangen of zonder uitkering in Nederland verblijven. In het laatste kwartaal van 2013 was 58% van de migranten uit de EU-26 werkend. Voor de EU-10 ligt dit percentage hoger: 71% van de migranten uit de EU-10 had in het laatste kwartaal van 2013 werk. Beide percentages liggen lager dan in 2012. Toen ging het om 61% en 74%.

Zoals blijkt uit figuur 2, fluctueert het percentage personen met een baan door de jaren heen enigszins, maar is er geen sprake van een dalende of stijgende trend. De migranten zonder baan zijn schoolgaand/studerend, uitkeringsgerechtigd (AO, WW en bijstand), ouder dan 65 jaar, of hebben een werkende partner.

Figuur 2: Ontwikkeling in aandeel werknemers, zelfstandigen en personen zonder baan; EU 26 (CBS).

Figuur 2: Ontwikkeling in aandeel werknemers, zelfstandigen en personen zonder baan; EU 26 (CBS).

Uitkeringsgebruik door migranten

Zoals uit figuur 2 blijkt is het aandeel personen zonder baan min of meer stabiel. Het totale aantal uitkeringen voor personen tussen 15 en 65 jaar (waaronder AO-uitkeringen (WAO, WIA, Wajong en WAZ), WW-uitkeringen en Bijstandsuitkeringen aan personen afkomstig uit een andere EU-lidstaat (EU-26)) is het afgelopen jaar wel toegenomen tot 49.430 uitkeringen. Deze stijging kan met name toegeschreven worden aan een stijging van het aantal WW-uitkeringen. Figuur 3 geeft voor deze uitkeringsregelingen een vergelijking over de jaren 2007–2013 weer2. Deels wordt dit verklaard door de algemene stijging van het aantal WW-uitkeringen. Mogelijke aanvullende verklaring is dat deze werknemers vaker werkzaam zijn in flexibele contracten en dus het eerste ontslagen worden bij tegenvallende resultaten. Daarbij zijn deze werknemers ook relatief vaak werkzaam in sectoren die hard door de crisis getroffen worden zoals de bouwsector. Met de uitbreiding van de EU is het aantal mensen dat gebruik maakt van het recht op vrij verkeer toegenomen. De nieuwe groep heeft mogelijk steeds meer arbeidsverleden (referteperiode) opgebouwd, waardoor recht ontstaat op een langere WW-duur.

Figuur 3: Personen die op 31 december 2013 ingeschreven stonden in de GBA of een baan hadden in december 2013 en afkomstig waren uit de EU-26 (CBS). [Als personen ingeschreven staan (of ooit hebben gestaan) in de GBA, dan is de EU-26 gedefinieerd op basis van de herkomstgroepering (eerste generatie). Zo niet, dan is de EU-26 gedefinieerd op basis van de nationaliteit indien deze bekend is.]

Figuur 3: Personen die op 31 december 2013 ingeschreven stonden in de GBA of een baan hadden in december 2013 en afkomstig waren uit de EU-26 (CBS). [Als personen ingeschreven staan (of ooit hebben gestaan) in de GBA, dan is de EU-26 gedefinieerd op basis van de herkomstgroepering (eerste generatie). Zo niet, dan is de EU-26 gedefinieerd op basis van de nationaliteit indien deze bekend is.]

Registratie Niet-ingezetenen

Sinds 6 januari 2014 moet iedereen die een burgerservicenummer wil zich inschrijven bij een van 18 RNI-loketten. Uit de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI) blijkt dat tot en met november 2014 van de 91.697 nieuw ingeschrevenen 50% uit Polen, 6,6% uit Roemenië en 2,9% uit Bulgarije komt. Andere grote groepen zijn Duitsers (5,1%), Belgen (4,4%) en Hongaren (3,6%).

Tot slot

Uit de migrantenmonitor blijkt dat het aantal migranten in de periode 2012–2013 niet verder is gestegen. Het is nog onduidelijk of dit tijdelijk of structureel is. Het aantal mensen met een uitkering blijft toenemen. Ik zal het aantal migranten, hun werkgelegenheid en hun uitkeringsgebruik blijven monitoren.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

EU-26 betreft in het onderzoek alle EU-lidstaten exclusief Nederland tot en met 2012. Kroatië is toegetreden in 2013 en valt in het onderzoek dus onder de kandidaat-lidstaten.

X Noot
2

Pas sinds kort worden in de Migrantenmonitor ook degenen die niet in de GBA ingeschreven staan en een uitkering hebben volledig in kaart gebracht. Voor de WW is het aantal uitkeringen dan in 2013 voor de EU-26 23.820. Om een reeks te kunnen presenteren wordt uitgegaan van de cijferreeks die ook in de voorgaande brief over de migrantenmonitor 2012 is gebruikt. De cijfers uit de figuur komen daarom niet helemaal overeen met de cijfers over de afzonderlijke uitkeringsregelingen uit de migrantenmonitor. De ontwikkeling zichtbaar in deze grafiek voor 2012/2013 is voor beide cijfers echter nagenoeg identiek.

Naar boven