Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2010
Tijdens het ordedebat van 22 september 2010 heeft u mij en mijn ambtgenoot voor Wonen, Wijken en Integratie verzocht (2010Z13338) bij brief een reactie te geven op de uitspraken van wethouder Karakus uit Rotterdam, gedaan in het NRC Handelsblad op 17 september
(zie bijlage).1 Aan dit verzoek wil ik, mede namens mijn ambtgenoot, graag voldoen.
In bovengenoemd artikel stelt wethouder Karakus dat hij dringend hulp nodig heeft bij de opvang en begeleiding van arbeidsmigranten
uit Midden- en Oost-Europa. We zijn dan ook al jaren bezig om te helpen naar aanleiding van verzoeken daartoe zijnerzijds.
Sindsdien hebben ons geen verzoeken meer bereikt. Het artikel kan moeilijk beschouwd worden als een verzoek aan de minister.
De gesprekken met Rotterdam en andere gemeenten hebben geleid tot het Plan van Aanpak huisvesting en inburgering van arbeidsmigranten
uit Midden- en Oost- Europa. In het plan van aanpak wordt onder meer ingegaan op het toegankelijker maken van het bestaande
instrumentarium, het opzetten van een gemeentelijk netwerk en een praktijk team.
Dit plan is met u besproken in het algemeen overleg van 9 september jl.
Een deel van de problematiek wordt veroorzaakt door malafide uitzendbureaus, die hun verantwoordelijkheid niet nemen bij het
op een ordentelijke manier huisvesten van uitzendkrachten. Dit probleem wordt langs verschillende wegen aangepakt. De sector
werkt zelf aan normen voor goede huisvesting die in de CAO voor uitzendkrachten worden opgenomen. De Stichting Naleving CAO
voor Uitzendkrachten (SNCU) die door de branche in het leven is geroepen zal er op toezien dat deze bepalingen worden nagekomen.
De overheid ondersteunt deze zelfregulering. Er wordt thans een wetsvoorstel voorbereid dat de volgende maatregelen bevat:
uitzendbureaus die niet correct zijn ingeschreven in het Handelsregister krijgen een bestuurlijke boete. Deze boete zal behoorlijk
hoog zijn. Hiermee wordt voorkomen dat uitzendbureaus buiten het zicht van de handhaving kunnen blijven opereren.
Inleners die met niet correct geregistreerde uitzendbureaus zaken doen zullen eveneens worden aangepakt. Ook zij krijgen een
forse bestuurlijke boete opgelegd. Daarnaast gaan we de branche helpen bij het zelftoezicht. De Arbeidsinspectie en de Belastingdienst
gaan informatie doorgeven aan de Stichting Normering Arbeid die het register van gecertificeerde bedrijven beheert. Hierbij
gaat het om gegevens over bedrijven waarvan de Arbeidsinspectie en de Belastingdienst een overtreding hebben geconstateerd.
Los van deze generieke maatregelen is op 28 juni 2010 een intentieverklaring gesloten tussen wethouder Karakus en mijn ambtgenoot
voor Wonen, Wijken en Integratie. Daarin is afgesproken dat de kennis en kunde van het rijk worden gebundeld om het (juridische)
instrumentarium ten behoeve van de MOE-landen problematiek te toetsen en eventueel aan te passen en/of uit te breiden. Momenteel
wordt in gezamenlijkheid vorm gegeven aan de uitwerking van deze afspraak.
Zoals aangegeven wordt er gewerkt aan een breed pakket van maatregelen op het terrein van handhaving van de huisvestingsregels
en de bestrijding van malafide uitzendbureaus. Het accent ligt hierbij op een gezamenlijke aanpak van zowel rijk als gemeente
en de uitzendbranche. Ik heb er vertrouwen in dat wij met deze gezamenlijke aanpak de komst van migranten uit de Midden en
Oost-Europese lidstaten in goede banen kunnen leiden.
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner