29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 999 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2022

Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 27 augustus 2021 (Kamerstukken 29 398, nr. 955) ontvangt uw Kamer de rapportage van het CBR over de divisies Rijgeschiktheid Medisch en Klantenservice elk kwartaal1. De rapportage laat zien hoe het CBR afgelopen kwartaal heeft gepresteerd, vergeleken met het base case scenario van de prognose die u op 10 september 2019 (Kamerstuk 29 398, nr. 743) heeft ontvangen.

In de brief van 22 december 2021 waarmee het Strategisch Koersdocument CBR aan u is aangeboden (Kamerstuk 29 398, nr. 979) heeft mijn voorganger aangekondigd het aangescherpt toezicht op het CBR per 1 april 2022 te beëindigen. Naar aanleiding van de beëindiging van het aangescherpt toezicht is het CBR per 1 april 2022 weer in een reguliere toezichtrelatie met het ministerie gekomen. Dat betekent ook dat de periodieke rapportages aan de Tweede Kamer over de dienstverlening van de divisie Rijgeschiktheid en Klantenservice per 1 april 2022 worden beëindigd. Bijgaande rapportage is de laatste afsluitende rapportage over de maanden januari, februari en maart 20222.

De gemiddelde reactietermijn van het CBR aan burgers bedroeg eind maart jl. één week. Alle burgers ontvingen een reactie binnen de afgesproken termijn (maximaal 28 dagen). De totale werkvoorraad is stabiel gebleven en bedroeg eind maart 55.395 dossiers. Het totaal aantal verlopen rijbewijzen is stabiel gebleven en bedroeg eind maart 6.947 stuks. Het CBR beschouwt het huidig aantal verlopen rijbewijzen als vrij regulier.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven