29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 859 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Ontvangen ter Griffie op 25 september 2020.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 23 oktober 2020.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 24 oktober 2020.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 september 2020

Hierbij bied ik u bovengenoemd ontwerpbesluit aan. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik naar de ontwerpnota van toelichting1.

Deze voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure uit artikel 2, vijfde lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de bovengenoemde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Het ontwerpbesluit wijzigt onder meer de bijlage bij de Wahv en strekt primair tot het vastleggen van de jaarlijkse inflatiecorrectie van de tarieven van de verkeersboetes met 1,6%. Dit percentage is gebaseerd op de wijziging van de consumentenprijsindex (bron: Centraal Bureau voor Statistiek, prijsindex «alle bestedingen») in de periode van 1 juni 2019 tot 1 juni 2020. Gestreefd wordt naar inwerkingtreding van het ontwerpbesluit met ingang van 1 januari 2021.

Een gelijkluidende brief zend ik aan de Voorzitter van de Eerste Kamer.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven