Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2020
Als gevolg van de beperkende maatregelen van het kabinet in relatie tot COVID-19 konden
mensen niet altijd voldoen aan de eisen die gesteld zijn voor het verlengen en behouden
van reeds afgegeven certificaten, bewijzen, (deel)examens en rijbewijzen waarvan de
geldigheidstermijn verstrijkt (of is verstreken). In de brief van 15 april jl. heb
ik u, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, geïnformeerd
over de maatregelen die daarom vanuit mijn ministerie zijn getroffen om hiervoor een
tijdelijke oplossing te bieden.1 Daarnaast heb ik u bij brief van 17 april jl. geïnformeerd over de tijdelijke oplossing
voor verlopen rijbewijzen.2 De meeste van deze maatregelen lopen tot 1 juni 2020. Conform mijn toezegging in
de brief van 15 april, is uw Kamer op 28 mei 2020, mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat, geïnformeerd over de situatie na 1 juni3. Hierbij informeer ik u aanvullend nog over enkele maatregelen.
Geldigheidsduur van certificaten voor busvervoer tot 1 december 2020
Buschauffeurs dienen in het bezit te zijn van een geneeskundige verklaring om hun
beroep uit te mogen oefenen. Zonder deze verklaring moeten zij buiten hun schuld stoppen
met het verrichten van personenvervoer.
Ik heb de ILT verzocht tijdelijk niet handhavend op te treden in het geval van het
niet in bezit hebben van een geldige geneeskundige verklaring. Omdat arbodiensten
te maken hebben met achterstanden als gevolg van COVID-19 en er tijd nodig is om deze
achterstanden in te halen, geldt de aanwijzing wanneer de geldigheidsduur van een
geneeskundige verklaring vervalt (of is vervallen) in de periode van 1 maart 2020
tot 1 december 2020.
Aanwijzing niet handhaven chauffeurskaart tot 1 augustus 2020
Met een eerdere aanwijzing richting ILT is voorkomen dat (aspirant-)taxichauffeurs moeten stoppen met taxivervoer omdat zij hun chauffeurskaart niet kunnen
verlengen of kunnen aanvragen na het verlopen van het leer-werktraject, omdat zij
buiten hun schuld om niet (alle) documenten kunnen overleggen die nodig zijn om hiervoor
in aanmerking te komen. Omdat deze situatie zich nog steeds voordoet verleng ik hierbij
deze aanwijzing tot 1 augustus 2020.
Marokkaanse wegvervoerders tot 1 juli 2020
Tussen 1 maart en 1 juli jl. werden documenten van Marokkaanse chauffeurs en ondernemingen
in het goederenvervoer over de weg als gevolg van de Corona-crisis niet verlengd door
de Marokkaanse overheid. Daarom heeft de Marokkaanse overheid Nederland verzocht niet
op te treden tegen hen die hierdoor niet kunnen beschikken over documenten die op
grond van het bilaterale wegvervoerverdrag (Overeenkomst tussen het Koninkrijk der
Nederlanden en het Koninkrijk Marokko betreffende het internationale wegvervoer van
personen en goederen, Rabat, 05-04-1982) vereist zijn. Het gaat om de «carte grise»
voor voertuigen, rijbewijzen van chauffeurs en bewijzen van periodieke technische
keuring van voertuigen.
Mijn ministerie heeft het Marokkaanse Ministerie van transport laten weten dat Nederland
onder de genoemde omstandigheden inderdaad coulant zal zijn, op voorwaarde dat de
documenten zijn verlopen in de periode van 1 maart tot 1 juli, de chauffeurs te goeder
trouw zijn en de verkeersveiligheid geen gevaar loopt. Ik heb de ILT verzocht om af
te zien van handhaving tegen hen die als gevolg van de Corona-crisis niet kunnen beschikken
over documenten die met name op grond van het bilaterale wegvervoerverdrag met Marokko
vereist zijn. Vanuit de ILT heeft afstemming met de politie plaatsgevonden over deze
tijdelijke coulancemaatregel.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga