29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 838 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2020

Zoals toegezegd in het debat over het CBR op 11 september 2019 ontvangt u hierbij de maandelijkse rapportage van het CBR over de divisies Rijgeschiktheid Medisch en Klantenservice over de maand mei.1 De rapportage laat zien hoe het CBR afgelopen maand heeft gepresteerd vergeleken met het base case scenario van de prognose die u op 10 september 2019 heeft ontvangen.

Het aantal verlopen rijbewijzen is in mei gestegen ten opzichte van de maand april. Als gevolg van het verbod op het uitoefenen van contactberoepen werden er in de periode 16 maart tot 11 mei minder rijbewijskeuringen gedaan en zijn er bij het CBR minder keuringsverslagen ingediend. Dit had tot gevolg dat op een groot aantal verlopen rijbewijzen door het CBR geen besluit genomen kon worden. Afgelopen periode is het aantal keuringen geleidelijk aan weer opgelopen. Hoe het aantal verlopen rijbewijzen zich verder zal ontwikkelen is sterk afhankelijk van de mate waarin keuringsartsen en medisch specialisten de ontstane achterstand gaan inlopen.

Door burgers zijn in mei meer gezondheidsverklaringen ingediend vergeleken met april, maar nog steeds ruim onder de afgegeven prognose en de aantallen van begin dit jaar. Daarnaast was het aantal genomen besluiten door het CBR hoger dan het aantal ingediende gezondheidsverklaringen wat resulteerde in een daling van de werkvoorraad. De gevolgen van de coronacrisis hebben ook impact op de verdere ontwikkeling van de werkvoorraad. De verwachting van het CBR op dit moment is dat deze een kwartaal later dan geprognosticeerd en daarmee dus in het eerste kwartaal van 2021 weer op een genormaliseerd niveau komt.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven