29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 792 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2020

Op 19 december jl. heeft de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat mij verzocht uw Kamer te informeren over het moment waarop de wetsvoorstellen met betrekking tot verkeersveiligheid naar de Kamer zullen worden verzonden. In het bijzonder is daarbij gevraagd naar wetgeving met betrekking tot het progressief boetestelsel en de opvolging van de wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met het niet meer opleggen van het alcoholslotprogramma (ASP). Met deze brief ga ik, mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, op dit verzoek in.

Progressief boetestelsel

Mijn departement heeft samen met OM, politie, rechtspraak en andere ketenpartners onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het invoeren van een progressief boetestelsel. Uit dit onderzoek blijkt dat de houdbaarheid van het systeem van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) door een progressief boetestelsel onder druk kan komen te staan en dat een progressief stelsel tot een minder efficiënte afdoening leidt. Zoals ik reeds aan uw Kamer heb gemeld, wordt daarom nu niet gekozen voor een progressief boetestelsel in de Wahv. In plaats daarvan kijk ik naar alternatieven voor het aanpassen van het boetestelsel waarbij recht wordt gedaan aan het uitgangspunt in het Regeerakkoord, maar waarbij tevens de effectiviteit en efficiëntie van de Wahv in stand blijven. Ik heb het OM gevraagd mij hierover te adviseren. Het OM zal zijn advies in het eerste kwartaal van 2020 uitbrengen. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk na ontvangst van dit advies nader informeren.

Opvolging van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993

Omdat rijden onder invloed van alcohol een gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid achten de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en ik het van belang dat wordt voorkomen dat personen onder invloed van alcohol deelnemen aan het verkeer en dat degenen die dit toch doen hard worden aangepakt. Hiertoe nemen wij verschillende maatregelen. Deze maatregelen zijn aangekondigd in de brief die op 7 maart 2018 naar uw Kamer is gestuurd (Kamerstukken 29398, nr, 588). Een aantal maatregelen vergt een wetswijziging. Om dit te realiseren hebben wij op 7 november jl. het wetsvoorstel Aanscherping maatregelen rijden onder invloed in consultatie gegeven. De consultatietermijn van het wetsvoorstel is op 3 januari jl. geëindigd. Mijn ambtgenote van Infrastructuur en Waterstaat en ik zullen de reacties bestuderen, waarbij we tevens aandacht besteden aan de uitvoerbaarheid van de voorstellen voor de betrokken uitvoeringsinstanties. Het streven is het wetsvoorstel na verwerking van de adviezen zo spoedig mogelijk aan te bieden aan de ministerraad en na instemming aanhangig te maken bij de Afdeling advisering van de Raad van State.

Voor de volledigheid meld ik namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat dat ernaar wordt gestreefd de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met het niet meer opleggen van het alcoholslotprogramma in het bestuursrecht (Kamerstuk 35 293) in het eerste kwartaal van 2020 aan uw Kamer aan te bieden.

Wet Aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten

Naast de wetsvoorstellen waarnaar de vaste commissie van Infrastructuur en Waterstaat specifiek heeft gevraagd, wil ik graag wijzen op de wet Aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten (Stb. 2019, nr. 413). Deze wet is met ingang van 1 januari 2020 in werking getreden. Met deze wet wordt onder meer het grote verschil weggenomen in het strafmaximum bij (zeer) gevaarlijk rijgedrag zonder en met gevolgen. Dit wordt bereikt door het strafmaximum bij gevaarlijk rijgedrag dat zonder gevolgen is gebleven te verhogen en een nieuwe strafbaarstelling te introduceren voor zeer gevaarlijk rijgedrag dat zonder gevolgen is gebleven. Verder wordt in de wet verduidelijkt waarin de schuld in de vorm van roekeloosheid kan bestaan in geval van dood of letsel door schuld. Ook wordt het strafmaximum verhoogd bij rijden onder invloed, doorrijden na een ongeval en rijden zonder (geldig) rijbewijs. Ten slotte worden de opsporingsbevoegdheden van de politie bij doorrijden na een ongeval uitgebreid, zodat de politie ook buiten heterdaad bijzondere opsporingsbevoegdheden kan inzetten bij het doorrijden na een ernstig ongeval.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven