nr. 48
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2006
In mijn brief van 15 september 2006 (Kamerstuk 29 398, nr. 43)
heb ik u al laten weten in overleg met de decentrale partners de doelstelling
voor de reductie van het aantal verkeersdoden te willen aanscherpen. Het is
immers van het grootste belang om een permanente verbetering van de verkeersveiligheid
na te streven. Dat moet zich ook vertalen in een ambitieuze en realistische
doelstelling. Het succes van de positieve ontwikkeling van de verkeersveiligheid
mag er nimmer toe leiden om de inspanningen op gebied van de verkeersveiligheid
te laten verslappen. De positieve ontwikkeling van de ongevalcijfers de afgelopen
jaren is deels ook te danken aan de inspanningen die de overheden gezamenlijk
genomen hebben in combinatie met maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven
en de politie. Ik ben dan ook verheugd u te kunnen mededelen dat ook de decentrale
overheden zich de komende jaren willen richten op een hogere ambitie en de
aanscherping van de doelstelling voor de reductie van het aantal verkeersdoden
in 2010 steunen. Zij hebben ingestemd om gezamenlijk, op nationaal niveau,
het aantal verkeersdoden terug te brengen met 30% ten opzichte van
2002 (het basisjaar van de nota Mobiliteit). Dit betekent dat er in 2010 maximaal
750 verkeersdoden mogen vallen. In de nota Mobiliteit staat nog een doelstelling
van maximaal 900 verkeersdoden in 2010 (een reductie van 15%).
Ten aanzien van de ontwikkeling van het aantal ziekenhuisgewonden kan
ik u melden dat de laatste jaren er op het gebied van (statistische) analyse
vooruitgang is geboekt in het koppelen van bestanden met ongevalgegevens die
door de politie worden geregistreerd en de ziekenhuisbestanden.
Daardoor kunnen we met ingang van 2005 het aantal ziekenhuisgewonden nauwkeuriger
vaststellen dan voorheen. Deze nieuwe berekeningsmethode is voor de jaren
2004 en 2005 toegepast. In de berekeningswijze die voorheen werd toegepast
kwam het aantal ziekenhuisgewonden in 2004 nog uit op 18 420; met de
nieuwe berekeningsmethode blijkt echter dat dit aantal lager bedroeg: het
waren er 18 060 (360 ziekenhuisgewonden minder dus).
Over de ontwikkeling van het aantal ziekenhuisgewonden is te constateren
dat er op basis van deze nieuwe methode in 2005 minder ziekenhuisgewonden
vielen dan in 2004: vielen er in 2004 nog 18 060 ziekenhuisgewonden,
in 2005 nam dat aantal met 2,1% af tot 17 680. De opvallende dalende
trend die er bij de ontwikkeling van het aantal verkeerdoden te zien is, is
bij de ontwikkeling van het aantal ziekenhuisge-wonden niet te zien maar het
beeld is (gematigd) positief. De komende tijd zal de nieuwe berekeningsmethode
ook toegepast worden op de jaren 2000 t/m 2003 om de meerjaren ontwikkelingen
van het aantal ziekenhuisgewonden beter te kunnen vaststellen. Tevens zal
ik dan een nadere analyse laten verrichten op de beschikbare data om oorzaken
van ongevallen waarbij ziekenhuisgewonden vallen te achterhalen en te bezien
of er bijvoorbeeld nog onderscheid te maken valt tussen verschillende soorten
letselernst.
Medio 2007 zal hier nader op worden teruggekomen en kan dan aangegeven
worden wat de eventuele consequenties zijn voor de doelstelling ten aanzien
van de reductie voor het aantal ziekenhuisgewonden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs