29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 368 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 april 2013

Hierbij informeer ik u over het aantal verkeersdoden in 2012. Het aantal is afgenomen van 661 in 2011 tot 650 in 2012 (-1,7%). De stijging van het aantal verkeersdoden in 2011 heeft zich gelukkig in 2012 niet doorgezet. Nederland is en blijft hiermee één van de meest verkeersveilige landen ter wereld. We blijven op koers om de doelstelling van maximaal 500 verkeersdoden in 2020 te behalen.

In de bijlage treft u tabellen met uitsplitsingen van de cijfers naar leeftijdgroep, vervoerwijze, maximale snelheid van de weg en wegbeheerder. Ik benoem hier enkele opvallende zaken. Het is lastig voor de meest opvallende dalingen en stijgingen een verklaring te vinden. Hiervoor zijn nadere analyses nodig. Ik zal, net als in voorgaande jaren, de SWOV vragen dit op te pakken:

• Het aantal ouderen (65-plus) dat omkomt in het verkeer blijft hoog: 244 van de 650. Dit geldt in het bijzonder voor ouderen op de fiets. Meer dan de helft van het aantal verkeersdoden op de fiets was een 65-plusser: 128 van de 200.

• Een zeer scherpe daling komt voor rekening van de leeftijdsgroep 80-plus. Het aantal verkeersdoden is met 31 gedaald van 126 tot 95. Juist deze leeftijdgroep had in 2011 een vergelijkbare stijging (+32), waardoor het weer op hetzelfde niveau is als 2010. Het lijkt erop dat het aantal in 2011 een vreemde uitschieter was.

• De meeste verkeersdoden vallen nog steeds op het onderliggende wegennet; gemeenten 60%, provincies 21% en waterschappen 3%. Het aantal verkeersdoden op Rijkswegen is 16% van het totaal aantal verkeersdoden. Bij alle wegbeheerders samen is een stijging van het aantal verkeersdoden te zien op 60, 100 en 120 km/u-wegen.

• Het aantal verkeersdoden op een 130km/u-weg geregistreerd door de politie is 2. In 2011 was dit 1 verkeersdode. De processen verbaal laten zien dat de twee ongevallen niet gerelateerd zijn aan de snelheidsverhoging. Het betrof een botsing met een kraanwagen op de toerit van een snelweg en een ongeval waarbij een auto met het linkerwiel in de berm kwam, draaide en botste met een andere auto.

• Het aantal verkeersdoden naar vervoerwijze laat geen bijzondere verschuivingen zien. Het aantal fietsers dat is omgekomen in het verkeer blijft hoog met 200. De meeste verkeersdoden vallen in een personenauto (232).

Er kan worden geconstateerd dat 2010 en 2011 uitzonderlijke jaren zijn gebleken, met achtereenvolgens opmerkelijke uitschieters in positieve danwel negatieve zin. Het totaal aantal verkeersdoden in 2012 past in de trendmatige ontwikkeling. De komende jaren zal moeten blijken of deze positieve trend zich blijft voortzetten. Met de acties uit de Beleidsimpuls verkeersveiligheid en de vele onderzoeken die ik heb uitgezet naar nieuwe maatregelen voor de verbetering van fietsveiligheid zet ik hiervoor alles op alles, samen met de decentrale overheden en maatschappelijke partners.

Daarnaast zorg ik ervoor dat met de maatregelenpakketten Meer Veilig 2 en 3 de snelwegen nog veiliger worden. Doelstelling hiervan is het reduceren van het aantal verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden op het Rijkswegennet. Het pakket Meer Veilig 2 heeft een looptijd van 2011 tot 2014 en een omvang van 54,3 mln euro. Het pakket Meer Veilig 3 kent een budget van 40 mln euro en zal vanaf 2015 verder uitgevoerd gaan worden. Ik wil daarbij overigens opmerken dat de snelwegen in Nederland tot de veiligste van Europa behoren. Ik heb als doel om uiterlijk in 2020 het gehele rijkswegennet op het niveau van minimaal 3 RPS sterren (Eurorap) te hebben. Op dit moment voldoet al ruim 99% aan dit doel.

In het najaar maak ik het aantal ernstig verkeersgewonden bekend. Hiervoor heb ik de ziekenhuisgegevens nodig, die in het najaar beschikbaar komen. Verder kan ik u melden dat Ambulancezorg Nederland heeft ingestemd met mijn verzoek een deel van haar gegevens beschikbaar te stellen voor verkeersveiligheidsonderzoek. Ik heb SWOV, RIVM en Rijkswaterstaat gevraagd dit jaar nog uit te zoeken welke aanvullende informatie dit biedt, met focus op de risicogroepen fietsers en ouderen.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Bijlage: ontwikkelingen met betrekking tot de verkeersdoden

Tabel 1. Verdeling naar leeftijdsgroepen (2008–2012)¹

Leeftijdsklasse	2008	2009	2010	2011	2012
0–4	5	2	4	5	6
5–11	7	8	7	5	8
12–15	18	17	9	17	14
16–17	28	23	18	11	12
18–24	107	128	98	89	81
25–29	55	49	42	36	39
30–39	96	83	69	58	64
40–49	89	69	78	73	77
50–59	95	68	72	67	70
60–64	36	37	34	31	35
65–79	133	129	115	143	149
80+	81	107	94	126	95
Totaal	750	720	640	661	650

1 Bron: CBS

Tabel 2. Verdeling naar vervoerwijzen (2008–2012)¹

Vervoerswijze	2008	2009	2010	2011	2012
Personenauto	317	296	246	231	232
Fiets	181	185	162	200	200
Voetganger	62	68	72	74	68
Motor	67	70	63	52	54
Bromfiets & Snorfiets	54	52	39	43	44
Gemotoriseerd invalidevoertuig	21	15	23	31	29
Bestelauto	28	24	22	18	12
Overig en onbekend	6	6	7	8	3
Vrachtauto	11	4	5	4	7
Bus	3	0	1	0	1
Totaal	750	720	640	661	650

1 Bron: CBS

Tabel 3. Verdeling naar maximum snelheid van de weg (2008–2012)¹

Maximum snelheid weg (Geregistreerde aantallen)[2]	2008	2009	2010	2011	2012
15 km	1	2	2	5	0
30 km	33	30	32	25	35
50 km	213	196	162	200	174
60 km	68	82	56	53	87
70 km	12	20	15	17	18
80 km	239	216	174	166	162
90 km	3	3	4	0	1
100 km	35	35	31	14	27
120 km	60	48	33	28	39
130 km				1	2
Onbekend	13	12	28	37	17
Totaal	677	644	537	546	562

1 Bron: Rijkswaterstaat

2 Bij de verdeling naar wegtypen en wegbeheerder is het totaal aan doden in 2012 88 lager dan bij de verdeling naar leeftijd en vervoerwijzen. Oorzaak hiervan is dat voor de cijfers naar wegtype en wegbeheerder gebruik wordt gemaakt van de politieregistratie, terwijl voor de cijfers naar leeftijd en vervoerwijze gebruikt wordt gemaakt van de werkelijke omvang verkeersdoden (CBS). De politieregistratie is toegenomen van 82,6% in 2011 tot 86,5% in 2012 tov de werkelijke omvang.

Tabel 4. Percentage verkeersdoden naar wegbeheerder (2008–2012)¹

Wegbeheerder (geregistreerde aantallen)	2008	2009	2010	2011	2012
Rijk	16%	16%	15%	12%	16%
Provincies	24%	24%	25%	22%	21%
Gemeenten	58%	57%	56%	63%	60%
Waterschappen	2%	3%	4%	3%	3%
Totaal	100%	100%	100%	100%	100%

1 Bron: Rijkswaterstaat