29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 366 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2013

Hierbij ontvangt u mijn antwoord op uw vraag over de implementatie van het advies van de Gezondheidsraad inzake ADHD, van 13 maart jongstleden. U verzoekt mij met deze vraag u nader te informeren inzake de implementatie van de adviezen van de Gezondheidsraad en het voorziene tijdspad van de daarmee samenhangende wijzigingen in regelgeving.

Vorig jaar heb ik de Gezondheidsraad gevraagd een permanente commissie voor rijgeschiktheid in te stellen om mij op structurele basis te adviseren over rijgeschiktheid. De medische eisen waaraan bestuurders moeten voldoen zijn vastgelegd in de Regeling eisen geschiktheid 2000 (hierna: de regeling) en gebaseerd op de Europese rijbewijsrichtlijn (hierna: de richtlijn). In deze richtlijn zijn veelal algemene normen opgenomen waaraan bestuurders moeten voldoen. De exacte invulling is aan de lidstaten overgelaten. Ik heb de Gezondheidsraad gevraagd om mij te adviseren over deze invulling op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten. Op basis hiervan kan ik invulling geven aan de eisen uit de richtlijn. Mijn uitgangspunt hierbij is dat we niet strenger zijn dan dat de richtlijn voorschrijft.

Nadat ik advies van de Gezondheidsraad ontvang, verzoek ik in ieder geval het CBR als uitvoerder van de regeling, de uitvoeringsconsequenties van het advies in beeld te brengen. Deze consequenties zullen per advies verschillen, en de termijn waarop deze consequenties in beeld kunnen worden gebracht dus ook. Ook kunnen de adviezen consequenties hebben voor andere uitvoeringsorganisaties, zoals bijvoorbeeld de RDW.

Nadat de uitvoeringsconsequenties in beeld zijn gebracht, en het advies uitvoerbaar blijkt, kan ik de regeling aanpassen. Aangezien het wijzigingen van een ministeriële regeling betreft, kunnen deze wijzigingen relatief snel worden doorgevoerd. De nieuwe regeling kan van kracht zijn op het moment dat de uitvoeringsorganisaties hier invulling aan kunnen geven.

In het geval van het advies van de Gezondheidsraad over de periodieke herkeuringseis in geval van ADHD voert het CBR momenteel de uitvoeringstoets uit. Ik verwacht begin april de uitkomsten hiervan. Op basis van het advies van de Gezondheidsraad en de uitkomsten van de uitvoeringstoets zal ik de regeling aanpassen. Ik streef ernaar de nieuwe regeling nog in april te laten ingaan.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven