29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 322 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2012

Hierbij informeer ik u over de cijfers van de verkeersdoden in 2011. De daling van het aantal verkeersdoden heeft zich in 2011 niet doorgezet. Het aantal is toegenomen van 640 in 2010 tot 661 in 2011 (+3,3%). Een vergelijkbaar beeld zien we bij de ons omringende landen. België kende een toename van 3,8% en Duitsland van 7%. Hoewel het aantal in 2011 hoger ligt dan in 2010, dat een relatief grote daling te zien gaf (–11%), houd ik vast aan mijn ambitie om het aantal verkeersdoden in 2020 te reduceren tot een maximum van 500. Nederland blijft een van de meest verkeersveilige landen ter wereld.

Toch beschouw ik dit als een belangrijke waarschuwing. Een continue verbetering van de verkeersveiligheid is geen vanzelfsprekendheid.

Het valt op dat er een groot aantal oudere fietsers is omgekomen. Verder is er een afname in het aantal verkeersdoden op rijkswegen ten opzichte van het vorige jaar. In 2011 viel 12% van het aantal verkeersdoden op een rijksweg. Dit in vergelijking met de gemeenten (63%), de provincies (22%) en de waterschappen (3%). Positieve ontwikkelingen zijn de verdere afname van het aantal verkeersdoden onder het aantal jonge bestuurders (18–24 jaar) en een daling van het aantal verkeersdoden in een personenauto en op de motor.

In de loop van 2011 heeft de politie sinds de start van het experiment één dodelijk verkeersslachtoffer geregistreerd op de acht trajecten met een (dynamische) maximumsnelheid van 130 km/h. Het betrof een voetganger die zich op de snelweg begaf. Dit cijfer sluit aan bij het beeld dat er geen opvallende ontwikkelingen in relatie tot de snelheidsverhoging zijn waargenomen. Op dezelfde wegvakken tijdens dezelfde periode vielen in de vier jaren daarvoor gemiddeld 5 doden. In de bijlage van deze brief treft u meer gegevens over het aantal verkeersdoden, verdeeld naar leeftijdsgroep, vervoerwijze, maximale snelheid van de weg en wegbeheerder.

Ik blijf mij volledig inzetten om de verkeersveiligheid verder te verbeteren. Zo heb ik het afgelopen jaar aanvullende verkeersveiligheidsmaatregelen genomen, zoals 2toDrive, recidiveregeling (puntenrijbewijs) en het alcoholslotprogramma. Bijzondere aandacht gaat uit naar de ouderen. Hiervoor is het programma Blijf Veilig Mobiel gecontinueerd, dat de verkeersveiligheid van ouderen beoogt te verbeteren. Ter verbetering van de fietsveiligheid heb ik vorig jaar samen met het Fietsberaad een publicatie «Samen werken aan een veilige fietsomgeving» uitgegeven met handvatten voor wegbeheerders om de fietsveiligheid aan te pakken. Als gevolg hiervan lopen er nu vier proeven in gemeenten gericht op veilig fietsen en het blijkt dat andere gemeenten hierdoor gestimuleerd worden ook aan de slag te gaan. De Nationale Onderzoeksagenda Fietsveiligheid – waarin IenM een van de initiatiefnemers is – gaat ons de komende jaren verder helpen om kennis te bundelen en te ontwikkelen voor een betere fietsveiligheid.

De problematiek van ouderen en fietsers ligt met name op het onderliggende wegennet. Vooral de gemeenten en provincies dragen hier de verantwoordelijkheid voor. Ik heb de decentrale overheden, maatschappelijke organisaties, kennisinstituten en marktpartijen samengebracht om in beeld te brengen hoe we samen de veiligheid van fietsers en ouderen kunnen verbeteren als aanvulling op het huidige strategische plan. Ik streef er naar met de andere overheden goede afspraken te maken in het Bestuurlijk Koepel Overleg en informeer u na de zomer over de resultaten in de update van het strategisch plan verkeersveiligheid.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

BIJLAGE ONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE VERKEERSDODEN

Tabel 1. Verdeling naar leeftijdsgroepen (2007–2011)

Leeftijdsklasse

2007

2008

2009

2010

2011

0–4

4

5

2

4

5

5–11

14

7

8

7

5

12–15

21

18

17

9

17

16–17

31

28

23

18

11

18–24

138

107

128

98

89

25–29

56

55

49

42

36

30–39

95

96

83

69

58

40–49

85

89

69

78

73

50–59

88

95

68

72

67

60–64

32

36

37

34

31

65–79

138

133

129

115

143

80+

89

81

107

94

126

Totaal

791

750

720

640

661

Tabel 2. Verdeling naar vervoerswijzen (2007–2011), inclusief de meest opvallende veranderingen naar leeftijdsgroep

Vervoerswijze

2007

2008

2009

2010

2011

Personenauto

317

317

296

246

231

w.v. 18 – 24 jaar

77

77

79

57

52

Fiets

189

181

185

162

200

w.v. 65+

99

93

104

93

128

Voetganger

91

62

68

72

74

w.v. 65+

32

27

28

29

36

Motor/scooter

65

67

70

63

52

Bromfiets & snorfiets

66

54

52

39

43

w.v. 16 – 17 jaar

15

13

12

7

4

Gemotoriseerd invalidenvoertuig

11

21

15

23

31

w.v. 65+

11

16

10

13

25

Bestelauto

36

28

24

22

18

Overig en onbekend

8

6

6

7

8

Vrachtauto

7

11

4

5

4

Bus

1

3

0

1

0

Totaal

791

750

720

640

661

Tabel 3. Verdeling naar maximum snelheid van de weg (2007–2011)

Maximum snelheid (weg) (geregistreerde aantallen) 1

2007

2008

2009

2010

2011

15 km

1

1

2

2

5

30 km

42

33

30

32

25

50 km

224

213

196

162

200

60 km

69

68

82

56

53

70 km

18

12

20

15

17

80 km

243

239

216

174

166

90 km

2

3

3

4

0

100 km

39

35

35

31

14

120 km

58

60

48

33

28

130 km

       

1

Onbekend

13

13

12

28

37

Totaal

709

677

644

537

546

X Noot
1

Bij de verdeling naar wegtypen en wegbeheerder is het totaal aantal doden 115 lager dan bij de verdeling naar leeftijd en vervoerwijzen. Oorzaak hiervan is dat voor de cijfers naar wegtype alleen gebruik kan worden gemaakt van de politieregistratie, terwijl voor de cijfers naar leeftijd en vervoerwijze gebruik wordt gemaakt van de zogenaamde Werkelijke Omvang Verkeersdoden (politieregistratie aangevuld met cijfers uit de CBS-doodsoorzakenstatistiek).

Tabel 4. Procentuele verdeling naar wegbeheerder (2007–2011)

Wegbeheerder (geregistreerde aantallen)

2007

2008

2009

2010

2011

Rijk

14%

16%

16%

15%

12%

Provincie

22%

24%

24%

25%

22%

Gemeente

61%

58%

57%

56%

63%

Waterschappen

3%

2%

3%

4%

3%

Totaal

100%

100%

100%

100%

100%

Naar boven