29 398 Maatregelen verkeersveiligheid

Nr. 285 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2011

Met mijn brief van 14 december jl.1 heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn voornemen om uitvoering te geven aan de motie van der Staaij c.s.2. Deze motie verzoekt de regering om binnen het beschikbare budget niet te kiezen voor een algehele procentuele verhoging voor alle verkeersboetes, maar voor gerichte boeteverhogingen voor in het bijzonder grote verkeersovertredingen, waaronder snelheidsovertredingen in woonwijken, hufterigheid in het verkeer en recidive.

Mede namens de minister van Infrastructuur en Milieu, licht ik in deze brief graag toe op welke manier ik het stelsel van boetetarieven per 1 januari 2012 zal aanpassen. In het kort gaat het om de volgende wijzigingen:

  • De boetes voor een reeks asociale en gevaarlijke gedragingen gaan fors omhoog;

  • De opbouw van de boetetarieven voor snelheidsovertredingen wijzigt, waardoor er bij overschrijdingen vanaf 11 km/u een extra bedrag op de snelheidsafhankelijke sanctie wordt opgeteld;

  • De boetes voor snelheidsovertredingen in een 30 km/u-zone zijn vanaf volgend jaar hoger dan voor een snelheidsovertreding op een andere weg;

  • De algehele tariefsverhoging per 1 januari 2012 bedraagt niet de eerder aangekondigde 20%, maar 15%.

Ik heb mij bij het uitwerken van deze maatregelen laten adviseren door het Openbaar Ministerie (OM), dat met name rekening heeft gehouden met het uitgangspunt dat de verschillende boetetarieven in de juiste verhouding tot elkaar moeten blijven staan. Er is daarnaast gewerkt met de randvoorwaarde dat de verwachte opbrengst gelijk moet blijven aan de financiële kaders van de eerder voorgenomen algehele tariefsverhoging van 20%.

Hogere boetes voor asociale overtredingen

Zoals ik uw Kamer meldde in de brief van 14 december, wordt er bij het bepalen van de hoogte van een boete voor lichte verkeersovertredingen gebruik gemaakt van een uniform beoordelingskader. De opbouw van dit beoordelingskader zorgt ervoor dat een boete hoger uitvalt naarmate een overtreding gevaarlijker, hinderlijker of asocialer is. Overtredingen zijn ingedeeld in vier categorieën, waarbij bijvoorbeeld fout parkeren in de eerste categorie valt (thans € 70,–), terwijl inhalen op of vlak voor een oversteekplaats voor voetgangers in de hoogste categorie is opgenomen (thans € 280,–).

Naar aanleiding van de genoemde motie is de huidige indeling van de overtredingen nog eens tegen het licht gehouden, om te bezien of er overtredingen zijn die in een hogere rubriek geplaatst zouden moeten worden. Dat heeft geresulteerd in een reeks feiten die overgeheveld worden naar de rubriek met de meest asociale en gevaarlijke gedragingen die binnen de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) vallen of anderszins feitgecodeerd worden afgedaan. Het boetetarief voor deze overtredingen stijgt daardoor volgend jaar met ongeveer € 140,- per overtreding. Bij het selecteren van feiten is in het bijzonder gekeken naar overtredingen waarbij sprake is van opzet, zoals het besturen van een auto terwijl het rijbewijs is ingenomen na het niet betalen van een verkeersboete en het niet verlenen van voorrang aan voetgangers bij een oversteekplaats. Daarnaast zijn er feiten aangewezen die het bevoegd gezag in de openbare ruimte ondermijnen, zoals het negeren van een stopteken van de politie en het negeren van een aanwijzing van een verkeersregelaar. Om de samenhang tussen verschillende overtredingen te bewaren worden ook de tarieven voor enkele niet-verkeersgerelateerde overtredingen verhoogd.

Naast de verhoging van deze reeks asociale overtredingen zullen ook de boetetarieven voor snelheidsovertredingen wijzigen. Op dit moment neemt de stijging van het boetetarief geleidelijk toe naarmate de overschrijding groter wordt. Deze opbouw blijft in stand maar zal worden aangevuld met een extra vaste verhoging van € 15,– voor overschrijdingen vanaf 11 km/u. Hierdoor komt het boetetarief een niveau hoger te liggen bij snelheden van meer dan 10 km/u te hard rijden.

Hogere boetes voor te snel in woonwijken

Op verschillende momenten heeft uw Kamer aandacht gevraagd voor de verkeershandhaving binnen de bebouwde kom en in woonwijken. Tijdens de plenaire behandeling op 23 juni jl. van de Verzamelwet Verkeer en Waterstaat 20103, heeft de minister van Infrastructuur en Milieu toegezegd om uw Kamer te informeren over de aanvullende mogelijkheden om bestuurders aan te pakken die forse overtredingen begaan binnen de bebouwde kom.

In de brief van 14 december ben ik uitgebreid ingegaan op de manier waarop de handhaving op deze wegen is vormgegeven. Ik heb daarbij benadrukt dat de maximumsnelheid in eerste instantie zoveel mogelijk moet worden afgedwongen door de weginrichting. Handhaving moet bij het bevorderen van de verkeersveiligheid altijd als sluitstuk dienen. Zeker bij lage snelheden is de rijsnelheid goed te beïnvloeden door de plaatsing van bijvoorbeeld rotondes, verkeersdrempels en oversteekplaatsen. Voor wat betreft de inzet van verkeershandhaving op deze wegen heb ik gewezen op de cijfers over 2010, waaruit blijkt dat meer dan de helft van alle snelheidsverbalen wordt uitgeschreven binnen de bebouwde kom.

In aanvulling hierop zijn de minister van Infrastructuur en Milieu en ik van mening dat een strengere bestraffing van overtredingen in woonwijken op zijn plaats is, omdat een te hoge snelheid juist op dit type wegen een gevaar vormt voor de meest kwetsbare verkeersdeelnemers. Momenteel wordt er bij het beboeten van snelheidsovertredingen binnen de bebouwde kom geen onderscheid gemaakt tussen 30 km/u-wegen en overige wegen. Dit is vanaf volgend jaar niet langer het geval: de boetes zullen extra worden verhoogd voor snelheidsovertredingen op wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/u geldt, waardoor deze hoger uitkomen dan snelheidsovertredingen op andere wegen. Een boete voor 10 km/u te hard rijden binnen een 30 km/u-zone bijvoorbeeld, bedraagt dan niet langer € 54,–, maar € 93,–.

Recidive

De afhandeling van lichte verkeersovertredingen verloopt via de Wahv, die ook bekend is als de Wet Mulder. De systematiek van de Wet Mulder maakt een snelle afdoening op basis van het kenteken mogelijk, zonder dat dit leidt tot een hoge belasting van de schaarse capaciteit in de strafrechtketen. Deze efficiënte afdoening heeft ertoe geleid dat er meer kan worden gehandhaafd en de pakkans is vergroot. In de brief van december heb ik enkele verschillen beschreven tussen deze wijze van afdoening en de afdoening via het strafrecht. Een belangrijk verschil is dat de Wet Mulder leidt tot standaardboetes voor lichte overtredingen, waardoor ook het herhaaldelijk begaan van een overtreding geen gevolgen heeft voor de hoogte van het sanctiebedrag.

In het strafrecht leidt het herhaaldelijk plegen van grove verkeersovertredingen tot steeds hogere straffen. Rijden onder invloed en het veroorzaken van verkeersongevallen worden via het strafrecht afgedaan, net als ernstige vormen van bumperkleven en veel te hard rijden. De richtlijn die het OM bij deze laatste 2 overtredingen hanteert, is recentelijk aangescherpt. Het gewijzigde beleid zorgt ervoor dat een grove overtreding sinds 1 januari jl. langer in beeld blijft van het OM (2 jaar in plaats van 1 jaar), zodat er eerder sprake is van recidive en er hogere straffen kunnen worden opgelegd. Het OM heeft er met een aanpassing van de richtlijn per 1 juni jl. tevens voor gezorgd dat het in beginsel niet meer voorkomt dat een bestuurder zijn rijbewijs na invordering door de politie al binnen een paar dagen weer terugkrijgt. In het verleden was dit mogelijk bij personen die voor het eerst werden gepakt voor een zeer forse snelheidsovertreding. Volgens de nieuwe richtlijn raakt de bestuurder zijn rijbewijs na invordering in dat geval minstens 2 maanden kwijt.

Tot slot

Naar mijn mening komt de in deze brief beschreven aanpak tegemoet aan de wens van uw Kamer om gerichte boeteverhogingen door te voeren. De aanpak van asociale overtredingen en bovengemiddelde snelheidsovertredingen wordt verscherpt, terwijl ook hardrijders in woonwijken te maken krijgen met flink hogere boetes. De algehele verhoging van de boetetarieven per 1 januari blijft daarnaast beperkt tot 15%, en bedraagt niet 20% zoals voorgenomen door het vorige kabinet. Daarnaast zullen de tarieven ook worden aangepast aan de consumentenprijzenindex, zoals dat op 1 januari 2010 voor het laatst heeft plaatsgevonden. De genoemde aanpassingen zullen worden doorgevoerd door middel van een wijziging van de bijlage bij de Wahv. Ik verwacht het wijzigingsbesluit dat hiertoe strekt dit najaar in het kader van de voorhangprocedure aan uw Kamer voor te kunnen leggen. De bijlage bij dat besluit bevat een lijst met alle overtredingen en de bijbehorende nieuwe tarieven. De tariefsverhoging van de boetes die in het strafrecht worden afgedaan, geschiedt door aanpassing van de OM-richtlijnen.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


X Noot
1

Kamerstukken II 2010/11, 29 398, nr. 259.

X Noot
2

Kamerstukken II 2010/11, 32 500 VI, nr. 41.

X Noot
3

Kamerstukken II 2010/11, 32 403.

Naar boven