29 398
Maatregelen verkeersveiligheid

nr. 200
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 januari 2010

Ontvangen ter Griffie van de Tweede kamer op 12 januari 2010. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 9 februari 2010.Hierbij zend ik u het ontwerp-besluit, houdende wijziging van het Reglement rijbewijzen in verband met de aanpassing van beslistermijnen naar aanleiding van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen en een enkele andere wijziging1.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 2b van de Wegenverkeerswet 1994) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koningin ter verkrijging van het advies van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Het onderhavige besluit heeft, tegen de achtergrond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, tot doel om de eigenverklaringsprocedure (de procedure om een verklaring van geschiktheid te krijgen die nodig is voor de aanvraag van een rijbewijs) te reguleren en onnodig lange doorlooptijden zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast wordt de burger rechtszekerheid verschaft, omdat inzichtelijk wordt hoe lang de procedure ongeveer gaat duren. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om ook in de vorderingsprocedure (die tot doel heeft vast te stellen of betrokkene nog beschikt over de vereiste rijvaardigheid en geschiktheid) beslistermijnen op te nemen, voor zover die niet reeds in de regelgeving waren opgenomen. Hierbij is rekening gehouden met de bijzondere aard van de procedures.

Verder zijn in het ontwerpbesluit enkele technische wijzigingen opgenomen. Het betreft een wijziging die verband houdt met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het inzage- en blokkeringsrecht (zie artikelsgewijze toelichting bij onderdeel A) en een die tot doel heeft samenloop te voorkomen tussen een geregistreerde verklaring van geschiktheid en het indienen van een verzoek tot herkeuring.

Voor een nadere toelichting verwijs ik u naar het gestelde in de nota van toelichting.

Er wordt gestreefd naar zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van het ontwerpbesluit.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven